Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Van Groningse vechtjasjes naar Italiaanse couture: hoe Niels Blokhuis een nieuw pakkenmerk neerzet

Niels Blokhuis deelt zijn hoogste pieken en diepste dalen bij het uitbouwen van pakkenmerk Suits For Dudes. In deze eerste aflevering: hoe een telg uit een Twentse textielfamilie zijn eigen weg gaat, en daarbij keihard clasht met zijn vader.

Als 18-jarig, niets wetend broekie verhuisde ik naar Groningen, en dompelde me zonder enig benul van de grote wereld eerst onder in de grotemensenwereld voor beginners (lees, de studentenwereld). Ik was beter in student zijn dan in studeren, wat er toe leidde dat ik mijn studie tandheelkunde na 4 jaar aan de wilgen kon hangen. Niet mijn vak, niet mijn wereld, niet mijn studie. 

Toch waren die eerste vier jaar op eigen benen alles behalve nutteloos of verzopen, ik had een grote groep leuke vrienden om me heen gebouwd en een goede manier bedacht om binnen de studentenvereniging de jaarlijkse vraag naar “Vechtjasjes” (ook wel zooi- of brasjasjes genoemd) te behartigen. 

Enschede

Mijn opa was namelijk net na de Tweede Wereldoorlog als kleermaker in Enschede begonnen met een confectiebedrijf, dat mijn vader later overnam. Zodoende was ik van kinds af aan bekend met de productie van bedrijfskleding (ziekenhuis kleding, overalls, kokskleding), waarvoor vaak loeisterke materialen werden gebruikt die zich uitstekend zouden lenen voor het maken van die hufterproof studentenjasjes.

Binnen een paar jaar had ik met dat ietwat simpele product een monopolie in Groningen dat zich uitbreidde naar andere studentensteden. Het enige nadeel van de jasjes was dat ze spuuglelijk waren dus dat bracht me op het idee om coole funky stoffen te gaan zoeken.

Niet lang daarna kwam ik erachter waar de mooiste printjes vandaan kwamen, en stond ik met mijn vader nieuwe patronen te ontwikkelen om ook vestjes (studenten en vestjes gaan hand in hand), broeken en mooiere jasjes te kunnen aanbieden. Dit brak de markt naar andere studentensteden helemaal open. Een paar jaar lang (tot de opkomst van OppoSuits) was ik de go to guy op gebied van de meest bijzondere funky pakken voor studerend Nederland.

Slaapkamer

Tegen die tijd had ik mijn studie sportmanagement afgerond en was ik klaar om naar Amsterdam te verkassen. Daar vond ik op straat een afgedankt kledingrek die ik een beetje oplapte zodat ik mijn “voorraad” kon ophangen, direct naast mijn bed in mijn slaapkamer. Weinig romantisch, wel handig.

Het was inmiddels 2011 en hartje crisis. Er was minder werk, maar ik wilde toch een baan en solliciteerde bij kledingmerk O’Neill. Zij dachten daar “helaas” anders over nodigden mij verder niet uit voor een gesprek. Zodoende was ik er van overtuigd dat ik het echt zelf zou gaan doen, Suits For Dudes zou het heten en de droom was om de wereld van de pakken voorgoed te veranderen, vanachter de Twentse snijtafels.

Bij iedere order die ik kreeg, van studenten en bandjes, reed ik met mijn oldtimer van Amsterdam naar Enschede om daar aan de snijtafel in de garage van mijn ouders de orders op maat te snijden. De verdere productie vond plaats bij thuiswerksters waar mijn vader jarenlang zijn bedrijf op had gebouwd.

Clash

De clash der clashes met mijn vader was onvermijdelijk, ik zag door mijn roze bril niet dat deze manier van productie geen lang leven beschoren was. Hij wel! “Je gaat toch godverdomme niet doen wat ik altijd heb gedaan?!?” was zijn ietwat suggestieve vraag, “jawel, maar dan wel anders” was mijn antwoord.

Die avond – na flink wat vuisten op tafel – heb ik mijn droom uiteengezet voor mijn ouders. Die mij met tegenzin de ruimte gaven, achteraf moet ik mijn vader absoluut gelijk geven (en bedanken) – maar je moet ergens beginnen. Nu is hij mijn grootste fan en loopt het liefst dagelijks in mijn pakken en creaties.


In de volgende aflevering (over twee weken) komt Niels in zijn zoektocht naar een leverancier terecht bij een eeuwenoude stoffenproducent in Italië