Zes van de zestien ministers uit het huidige kabinet in Nederland is vrouw. Toen minister-president Mark Rutte afgelopen oktober stelde dat het te moeilijk was geweest om meer vrouwen te vinden, dacht ondernemer Deniece von Harras: wat een onzin! “Je kunt ze wel vinden, als je maar hard genoeg zoekt.”
Rutte had beter moeten zoeken naar vrouwen in zijn regering
Volgens Von Harras zou er ook in het bedrijfsleven niet hard genoeg gezocht worden naar vrouwelijk talent. De cijfers ondersteunen Von Harras’ roep om meer vrouwen. Kijken we naar het aantal vrouwelijke commissarissen, dan komen we anno 2018 nog steeds maar op 24,6 procent van het totaal uit. Afgelopen jaar daalde het aantal vrouwelijke bestuurders van beursgenoteerde bedrijven in Nederland zelfs naar 6,2 procent.
De 36-jarige Rotterdamse probeert hier iets aan te doen met haar anderhalf jaar oude zakenplatform SmartUp Network. Middels blogs, een vacatureportaal en evenementen poogt SmartUp Network een community te vormen voor – zoals Von Harras het omschrijft – “jonge, ambitieuze vrouwen”. Op social media heeft het bedrijf inmiddels 13.000 volgers. “We richten ons op zowel carrièretijgers als ondernemers”, legt ze uit. “Die voorzien we dagelijks van informatie over hoe ze de volgende stap kunnen maken in hun loopbaan. Als ze nieuw werk willen, gaan we de connectie aan met werkgevers.”
We richten ons op zowel carrièretijgers als ondernemers
Het platform is geboren uit een “gebrek aan vrouwelijke rolmodellen”. “Die helpen vrouwen om vooruit te komen”, meent de ondernemer, die afgelopen jaar vanwege datzelfde SmartUp Network werd uitgeroepen tot Rotterdamse Zakenvrouw van het Jaar (categorie zzp). Rolmodellen, ook wel: influencers, zijn dan ook belangrijk voor SmartUp Network. Die zie je terug tijdens de evenementen, waarbij zowel jonge vrouwen uit het netwerk aanwezig zijn als in diversiteit geïnteresseerde ondernemingen.
Het – winstgevende – platform verdient zijn geld deels via dergelijke evenementen en workshops, legt Von Harras uit: “Wij werken uitsluitend voor opdrachtgevers die diversiteit belangrijk vinden en vrouwen willen bereiken. Stel dat het thema ‘retail’ is, dan zoeken wij een vrouwelijke retailinfluencer, die als rolmodel wordt neergezet. Zo iemand kan men dan het hemd van het lijf vragen. Hoe is ze zo ver gekomen? Dat soort vragen.”
Von Harras is de hele dag bezig met diversiteit op de arbeidsmarkt, met name rondom het thema ‘gender’. Ze heeft een uitgesproken mening over het gebrek aan diversiteit in de top van bedrijven. Wit, zwart, man, vrouw; iedereen moet zo snel mogelijk op gelijke wijze vertegenwoordigd worden in het bedrijfsleven. Meer diversiteit is niet alleen goed voor de positie van minderheden, het biedt zelfs een verdienmodel, stelt Von Harras.
Op dit moment is diversiteit nog ver te zoeken in de top van het bedrijfsleven, waar nog vooral mannen de dienst uitmaken. Zo’n 36 procent van alle ondernemers zou daarnaast vrouw zijn. Hoe verklaar jij zoiets?
“Ik denk dat je het antwoord moet zoeken bij drie partijen; werkgevers, de overheid en vrouwen zelf. Grote bedrijven zeggen vaak: ik heb problemen met diversiteit, maar je ziet vaak dat ze te weinig inspelen op de beleving van vrouwen. Ze komen dan aanzetten met ouderwetse netwerkborrels met koffie uit een oude automaat en mensen in grijze pakken. Vrouwen willen daarentegen voorbeelden hebben. Die missen ze op dit soort evenementen.”
Een vrouwenquotum is een goed middel voor meer diversiteit
“De overheid moet met goede regelgeving komen voor diversiteit op de werkvloer. Zo’n quotum voor een evenredige verdeling van mannen en vrouwen in de bedrijfstop vind ik een goed idee. Het is een middel om de doelstellingen van diversiteit te behalen, maar niet het enige middel. Vrouwen moeten ook de hand in eigen boezem steken.”
“Paulien van Eerdenburg zei eerder op Sprout dat vrouwen meer voor de camera moeten staan. Ik denk dat ze dat al veel doen, maar ik merk juist dat ze zich niet altijd goed kunnen verkopen. Zeker vrouwelijke ondernemers niet. Ik merk dat vrouwen uiteindelijk toch wel onzeker en bescheiden zijn, terwijl je ook moet kunnen verkopen.”
Dit stel jij terug te zien op Instagram, zo vertelde je me in eerdere mailcorrespondentie die we hadden. Je ziet vrouwen uit je netwerk met een gelikt profiel, maar zonder een goed businessmodel. Leg eens uit wat je daarmee bedoelt.
Influencers gaan te weinig op zoek naar business
“Iedereen kan zichzelf influencer noemen, maar ik zie te weinig dat influencers op zoek gaan naar business. Ze zijn wat afwachtend en zorgen ervoor dat hun Instagram groeit qua volgers, waarna opdrachtgevers vanzelf wel naar ze toekomen. Als je echter niet meer hot en likeable bent, valt je hele business om.”
“Het laten groeien van een Instagram-account is voor dat soort meiden gemakkelijk, maar de duurzaamheid van je onderneming hangt van meer factoren af dan een Instagram-post. Bedrijven werken vaak samen met influencers die de meeste volgers hebben, niet met degenen die de meeste impact maken. Ze laten een 20-jarig meisje dan bijvoorbeeld in een auto rijden die zij nooit zou kunnen betalen. Ik zeg: kijk eerder naar business-influencers, die goed zaken kunnen doen.”
Je hebt het over vrouwelijke Instagrammers, maar is de situatie niet precies hetzelfde bij mannelijke influencers?
“Ik verdiep me daar niet in, dus wat het verschil tussen mannen en vrouwen op dat vlak is zou ik niet weten.”
Girlboss Paulien van Eerdenburg zei eerder op Sprout dat mannelijke ondernemers meer risico zouden durven te nemen dan vrouwen. Onzin, vindt Von Harras. “Ik zou zoiets niet durven te stellen”, zegt ze. “Iedere ondernemer neemt risico’s. Neem bijvoorbeeld de wereld van het beleggen. Wist je dat vrouwen betere lange termijn-beleggers zijn dan mannen?”
Het glazen plafond, daar moet je een streep door zetten
Von Harras is het ook grondig oneens met Van Eerdenburgs bewering dat vrouwen niet tegen de politiek in het bedrijfsleven zouden kunnen. Ze vindt het “typisch een antwoord van iemand die het glazen plafond in stand houdt, maar er dan wel tegenaan schopt”. Zelf heeft ze dit nooit zo ervaren. “Elke hobbel die ik zie, daar spring ik overheen. Het is niet gemakkelijk, maar ik doe het wel. Als je steeds benoemt dat vrouwen niet tegen die politiek kunnen, leg je je als vrouw zelf een beperking op. Dat glazen plafond, daar moet je een streep door zetten.”
De overheid speelt een belangrijke rol bij het vergroten van diversiteit op de werkvloer. Is een uitbreiding van het vaderschapsverlof een goed politiek gereedschap hiervoor?
“Natuurlijk. Je stimuleert daarmee dat je als ouders evenveel tijd kunt steken in je carrière. Ik ben zelf net bevallen van een kleintje. Het is fijn dat je met je man de taken kunt verdelen. Werkgevers moeten de man wel in staat stellen om dat te doen slagen.”
Maar zolang de overheid vaders en moeders niet een gelijk aantal verlofdagen geeft na de geboorte van een kind, zullen bedrijven dat vanuit concurrentieoverwegingen ook niet doen, lijkt me.
“Dat is niet van deze tijd. Je moet je als werknemer dan afvragen of je wel bij de juiste werkgever zit. Werkgevers kunnen zich daarnaast bedenken dat bedrijven beter draaien als vrouwen hogerop komen.”
Meer diversiteit leidt tot hogere winsten
“Door een gelijk aantal verlofdagen na een geboorte in te stellen voor mannen en vrouwen worden de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt niet extra verkleind. Dat leidt tot meer diversiteit. Als je in je bedrijf een diversiteit hebt van minimaal 30 procent in elke laag, leidt dat tot hogere winsten. Dat is uit onderzoek gebleken.”
“Wanneer een bestuursraad namelijk divers is, op zowel het gebied van gender als afkomst, wordt er vanuit meer invalshoeken naar voorstellen gekeken. Het duurt langer voordat er beslissingen genomen worden, maar uiteindelijk is er een breder draagvlak. De resultaten zijn beter, omdat er kritischer naar een product wordt gekeken.”
“Ik zeg daarom: diversiteit is heel erg belangrijk voor bedrijven, want jij gaat eraan verdienen. De discussie moet verschuiven van ‘excuustruus’ naar ‘cashcow’. Commerciële bedrijven moeten dus niet wachten tot overheidsregels, maar zelf beginnen. Diversiteit moet je willen, niet moeten.”
Foto (boven): Prisca Visser.