1. Google+
In juni 2011 lanceerde Google zijn antwoord op Facebook, maar een serieuze speler werd het nooit. Het was al de vierde keer dat Page en Brin zich waagden aan een sociaal netwerk, na Buzz, Google Friend Connect en Orkut. Iemand die Google+ wel serieus nam was Facebook-oprichter Mark Zuckerberg. Na de lancering van Google+ kondigde hij een ‘lockdown’ af bij zijn bedrijf, blijkt uit een boek van een voormalige Facebook-medewerker dat deze zomer verscheen. Die lockdown kwam erop neer dat niemand het kantoor mocht verlaten totdat Google+ tot in detail was bestudeerd en Facebook weer helemaal gelijkwaardig was qua specificaties. Twee belangrijke onderdelen van Google+ kregen een nieuw leven als losstaand product: Google Photos en Google Hangouts (videovergaderen).
2. Google Glass
Google Glass – een computerbril – was sinds de start in 2011 geliefd bij gadget-goeroes en futurologen, maar bleek te ingewikkeld en duur (1500 dollar) om een massahit te worden. Zorgen over privacy (‘Glassholes’) en veiligheid (autorijden) deden de rest, waarna de stekker er januari 2015 definitief uit het project werd getrokken.
3. Nexus Q
De Nexus Q was een glanzende bol die tv en speakers verbond en waarmee je online muziek en videos kon streamen. Remmende factor bleek het feit dat het apparaat alleen door Google goedgekeurde muziek en video afspeelde en derde partijen zoals Spotify niet ondersteund werden. Een aantal aspecten van de Q leeft verder in de – wel geslaagde – mediaspeler Chromecast.
4. Wave
Deze nogal verwarrende combinatie van e-mail, chat, wikis en sociaal netwerken werd in mei 2009 aangekondigd. ‘Waves’ waren tegelijkertijd een gesprek en een document. De dienst werd ruim een jaar later alweer afgeschoten.
5. Google Video
Voordat Google op het idee kwam om YouTube te kopen, deed het in 2005 een dappere poging om zelf een videosite te bouwen. Amper een jaar later gooide het de handdoek alweer in de ring, YouTube bleek onverslaanbaar – en werd voor 1,65 miljard dollar gekocht van oprichters Chad Hurley and Steven Chen.
6. Google Print Ads en Google Radio Ads
In 2006 werd Google nog niet voor gek versleten toen het zich op de markt voor kranten- en radioadvertenties stortte. Het zoekbedrijf kon zijn grote hoeveelheid gebruikersdata aanwenden om doelgericht te adverteren, maar ondertussen zakten de inkomsten uit print en radio in. Tel daarbij op dat zowat onmogelijk is om het succes van een printadvertentie te meten, en het mag geen verrassing heten dat Google het in 2009 alweer voor gezien hield in deze markt.
7. Knol
Het grote bereik van Wikipedia was tegen het zere been van Page en Brin, die daarom in 2008 een dienst lanceerden met de ongelukkige naam Knol (voor wie het vergeten was, een ‘Knol’ stond voor een bepaalde hoeveelheid kennis). Net als bij Wikipedia was alle inhoud user generated, maar auteurs (experts) schreven onder hun eigen naam en konden advertenties toevoegen. De grote massa liet het echter afweten; na te zijn verworden tot een online kerkhof maakte Google in 2012 een einde aan de dienst.
8. Google Lively
Met Google Lively probeerde Google in te spelen op het succes van de virtuele wereld van Second Life. Gebruikers konden hun eigen virtuele kamers optuigen, met YouTube-video’s en Picasa-foto’s aan de muur “alsof het kunst is”. Die hokjeswereld was echter te beperkt, vergeleken met Second Life, en gebruikers konden er geen spullen uitwisselen of zelfontworpen items zoals kleding en kapsels toevoegen. Het project – dat amper (marketing) ondersteuning van Google kreeg – hield het amper een half jaar uit.
9. Android@Home
Google was te vroeg toen het al in 2011 een (Android-)platform introduceerde voor het via je telefoon bedienen van de apparaten in je huis. Anno nu lijkt het project grotendeels te zijn afgezonken, en richt Google zich wat het huis betreft vooral op Nest.
10. Google Health
Via Google Health werden gebruikers in 2008 geacht om – vrijwillig – hun gezondheidsgegevens te uploaden naar Google, die er op zijn beurt een samenhangend geheel van zou maken dat gedeeld kon worden met zorgaanbieders en -verzekeraars. Maar zorgen over privacy gooiden, verrassend genoeg, roet in het eten. Dat Google de dienst ook nog eens wilde gebruiken om gerichte advertenties te tonen deed de populariteit ook geen goed, waarna de luiken in 2012 omlaag gingen.