Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Met hun nadruk op ‘agile’ branden managers hun stille krachten op

Na de crisis grijpen sommige managers elke kans aan en droppen te veel taken bij hun beste mensen. Die stille krachten branden dan op, ziet MT-columnist en psycholoog Bas van Gils.

Gert-Jan is planvoorbereider bij een groot ingenieursbureau. Er worden civieltechnische projecten opgezet en uitgevoerd; grote (bruggen, tunnels) en kleinere (riolering, fietspaadjes). Kennisintensief, hooggeschoold werk over het algemeen. En zelfs tussen deze knappe koppen is Gert-Jan een uitblinkertje, overigens zonder enige kapsones. Hij rekent en tekent voor de start van majeure opdrachten alle technische en logistieke randvoorwaarden bij elkaar. Dankzij zijn denkwerk kan de uitvoering vervolgens ordelijk verlopen. Hij is goud waard. Burn-out Maar het gaat niet goed met Gert-Jan. Zijn motortje is oververhit geraakt. Het spookt in zijn hoofd, hij voelt zich miserabel, houdt zich maar net staande. Bij de keuring voor de hypotheek van zijn nieuwe huis werd een sterk verhoogde bloeddruk geconstateerd. Hij schrok zich een ongeluk als vroege dertiger. (Ook ging hierdoor zijn aflossingspremie een stuk omhoog !). Hij zit dicht tegen een burn out aan, da’s wel duidelijk. En het ging allemaal zo lekker, de jaren hiervoor, wat is er dan veranderd, bij hem of het bedrijf ? Bij hem als persoon niets: 'ik werk graag samen maar ook prima alleen. Ik ben een perfectionist, alles moet kloppen, ga d’r helemaal in op.' En, een beetje besmuikt: 'ik heb autistische trekjes.' Het waren zijn woorden, ik ben erg voorzichtig met dat soort etikettering maar kon me er wel iets bij voorstellen. Het taboe is trouwens slijtende, er zijn zelfs technologische bedrijven die expliciet naar autisten zoeken. Het is een geuzennaam aan het worden. Hun extreme concentratievermogen en focus worden als unieke kwaliteiten gezien. 'Alles is even belangrijk' En daar zit bij Gert-Jan precies het probleem. De organisatie is na de schamele crisisjaren in een stroomversnelling geraakt, kan het werk eigenlijk niet aan en heeft intern nog geen goed antwoord gevonden op deze onbalans. Voor Gert-Jan betekent het dat hij aan twee managers verantwoording moet afleggen en dat anderen om die baasjes heen ook nog eens extra opdrachten bij hem droppen. ‘alles is even belangrijk’, aanpakken wat we pakken kunnen, straks is het weer op’ lijkt het credo van de top te zijn. Stoer en meeslepend, ongetwijfeld, maar voor GJ een kleine ramp. Hij wordt gedwongen quick & dirty te werken en er wordt continue ingebroken op zijn agenda. Ernstiger is nog dat hij voor hem heilige kwaliteitsmaatstaven moet verloochenen. Dat raakt hem in de kern, maakt hem nerveus en ongelukkig. 'Ik kijk het nog even aan, wil me niet ziekmelden maar ik ben weg als dit voortduurt.' Da’s een gezonde, krachtige reactie. Een afspraak met zichzelf. Hij toont zelfs nóg meer veerkracht, heeft binnen zijn team een soort informeel overleg opgezet om toch tot prioriteiten te komen en zelfs al een paar keer nee geroepen tegen inbrekers. Die jongen redt het wel, hier of elders. Zijn marktwaarde is uitstekend; geen grootspraak, hij wordt bijna gekgebeld. Maar wat neemt zijn werkgever hier een risico ! Houd toch oog voor de specifieke noden van de sleutelfiguren in je vaste kern, ook – of juist – als de bomen weer naar de hemel lijken te groeien. Do’s: • Schep rust rond je talenten die daar extra behoefte aan hebben, fysieke en mentale. Kalmte en overzicht. Scherm ze desnoods af. • Herken en waardeer het type: sterk inhoudelijk gedreven, niet zo gebekt of assertief. Behoeftig aan structuur. • Laat hén bepalen wanneer ze hun ‘hok’ uitkomen om zich in het sociale gewoel te begeven. Dont’s: • Het mantra van de flexibele, hybride werknemer algemeen van toepassing verklaren (’alles verandert, iedereen moet mee, bla-bla’) • De trouw en toewijding van deze weinig lawaaierige groep misinterpreteren als eeuwige loyaliteit In mijn tijd bij een toonaangevende aanbieder van bungalowvakanties zat de geniale bedenker van al die waterpretparadijzen weggedoken in een klein kamertje zijn schetsen te maken. Die leverde hij foutloos aan bij de architecten. Hij kwam niet kijken tijdens de bouw en je vond hem evenmin op de groepsfoto bij de feestelijke ingebruikstelling. En wat dan nog?
Foto: Getty Images

Gert-Jan is planvoorbereider bij een groot ingenieursbureau. Er worden civieltechnische projecten opgezet en uitgevoerd; grote (bruggen, tunnels) en kleinere (riolering, fietspaadjes). Kennisintensief, hooggeschoold werk over het algemeen.

En zelfs tussen deze knappe koppen is Gert-Jan een uitblinkertje, overigens zonder enige kapsones. Hij rekent en tekent voor de start van majeure opdrachten alle technische en logistieke randvoorwaarden bij elkaar. Dankzij zijn denkwerk kan de uitvoering vervolgens ordelijk verlopen. Hij is goud waard.

Burn-out

Maar het gaat niet goed met Gert-Jan. Zijn motortje is oververhit geraakt. Het spookt in zijn hoofd, hij voelt zich miserabel, houdt zich maar net staande. Bij de keuring voor de hypotheek van zijn nieuwe huis werd een sterk verhoogde bloeddruk geconstateerd. Hij schrok zich een ongeluk als vroege dertiger. (Ook ging hierdoor zijn aflossingspremie een stuk omhoog !). Hij zit dicht tegen een burn out aan, da’s wel duidelijk.

En het ging allemaal zo lekker, de jaren hiervoor, wat is er dan veranderd, bij hem of het bedrijf ? Bij hem als persoon niets: ‘ik werk graag samen maar ook prima alleen. Ik ben een perfectionist, alles moet kloppen, ga d’r helemaal in op.’ En, een beetje besmuikt: ‘ik heb autistische trekjes.’ Het waren zijn woorden, ik ben erg voorzichtig met dat soort etikettering maar kon me er wel iets bij voorstellen. Het taboe is trouwens slijtende, er zijn zelfs technologische bedrijven die expliciet naar autisten zoeken. Het is een geuzennaam aan het worden. Hun extreme concentratievermogen en focus worden als unieke kwaliteiten gezien.

‘Alles is even belangrijk’

En daar zit bij Gert-Jan precies het probleem. De organisatie is na de schamele crisisjaren in een stroomversnelling geraakt, kan het werk eigenlijk niet aan en heeft intern nog geen goed antwoord gevonden op deze onbalans. Voor Gert-Jan betekent het dat hij aan twee managers verantwoording moet afleggen en dat anderen om die baasjes heen ook nog eens extra opdrachten bij hem droppen. ‘alles is even belangrijk’, aanpakken wat we pakken kunnen, straks is het weer op’ lijkt het credo van de top te zijn.

Stoer en meeslepend, ongetwijfeld, maar voor GJ een kleine ramp. Hij wordt gedwongen quick & dirty te werken en er wordt continue ingebroken op zijn agenda. Ernstiger is nog dat hij voor hem heilige kwaliteitsmaatstaven moet verloochenen. Dat raakt hem in de kern, maakt hem nerveus en ongelukkig. ‘Ik kijk het nog even aan, wil me niet ziekmelden maar ik ben weg als dit voortduurt.’ Da’s een gezonde, krachtige reactie. Een afspraak met zichzelf.

Hij toont zelfs nóg meer veerkracht, heeft binnen zijn team een soort informeel overleg opgezet om toch tot prioriteiten te komen en zelfs al een paar keer nee geroepen tegen inbrekers. Die jongen redt het wel, hier of elders. Zijn marktwaarde is uitstekend; geen grootspraak, hij wordt bijna gekgebeld.

Maar wat neemt zijn werkgever hier een risico ! Houd toch oog voor de specifieke noden van de sleutelfiguren in je vaste kern, ook – of juist – als de bomen weer naar de hemel lijken te groeien.

Do’s:
• Schep rust rond je talenten die daar extra behoefte aan hebben, fysieke en mentale. Kalmte en overzicht. Scherm ze desnoods af.
• Herken en waardeer het type: sterk inhoudelijk gedreven, niet zo gebekt of assertief. Behoeftig aan structuur.
• Laat hén bepalen wanneer ze hun ‘hok’ uitkomen om zich in het sociale gewoel te begeven.

Dont’s:

• Het mantra van de flexibele, hybride werknemer algemeen van toepassing verklaren (’alles verandert, iedereen moet mee, bla-bla’)
• De trouw en toewijding van deze weinig lawaaierige groep misinterpreteren als eeuwige loyaliteit
In mijn tijd bij een toonaangevende aanbieder van bungalowvakanties zat de geniale bedenker van al die waterpretparadijzen weggedoken in een klein kamertje zijn schetsen te maken. Die leverde hij foutloos aan bij de architecten. Hij kwam niet kijken tijdens de bouw en je vond hem evenmin op de groepsfoto bij de feestelijke ingebruikstelling. En wat dan nog?