Het circus van A1 Grand Prix streek eind september neer op Circuit Park Zandvoort voor de eerste race van het derde seizoen. Voor Management Team een goede gelegenheid om te spreken met Pete da Silva, de ceo van deze jonge autosportklasse.
De A1 Grand Prix (A1GP) afficheert zich als The World Cup of Motorsport, omdat de strijd in deze raceklasse gaat tussen landen – in plaats van merkenteams. Een voor de autosport uniek concept, dat een paar jaar terug ontsproot aan het brein van de
Dubaise sjeik Maktoum Hasher Maktoum Al Maktoum. In september 2005 was de première op het Engelse circuit Brands Hatch.
In de twee jaar die sindsdien zijn verstreken heeft de schatrijke sjeik zich teruggetrokken en zijn aandelen verkocht aan een aantal investeerders. Zijn rol als ceo is, na een korte periode onder leiding van een tussenpaus, sinds januari in handen van Pete da Silva. Deze 49-jarige Braziliaan was zijn hele werkende leven in dienst bij de Duitse multinational Siemens, laatstelijk als hoogste baas van de regio zuidelijk Afrika.
Fan in functie
De overstap Van Siemens naar autosport is opmerkelijk. De vraag waarom juist hij door de eigenaren op de hoogste positie is gezet bij de A1GP, lijkt dan ook gerechtvaardigd Na een inleidend grapje dat ze waarschijnlijk niemand anders konden vinden, gaat de kleine Da Silva serieus met het gesprek van start. “Vanaf dag 1 is dit een internationaal bedrijf met belangen in meer dan 20 landen op vijf
continenten. Dat vergt een enorme organisatie. De eigenaren hebben de eerste twee jaar uitstekend werk geleverd, maar we moeten nu de volgende fase in. Het avontuurlijke ondernemen is voorbij, het is tijd voor structureel management. En aangezien ik bij Siemens niet alleen veel ervaring heb opgedaan met het leiden van bedrijven, maar ook met het opzetten en winstgevend maken, kwam ik in
aanmerking voor deze functie.” Maar het speelde ongetwijfeld ook een rol dat Da Silva een hartstochtelijk autosportfan is. Of zoals hij het zelf verwoordt “geboren is met een stuur in zijn handen”. Zijn jongste zoon is vernoemd naar de verongelukte Braziliaanse
racelegende Ayrton Senna. Da Silva hoefde ook niet lang na te denken toen hij werd gevraagd als ceo van de A1GP. Om twee redenen. “Los van mijn liefde voor de autosport, was het ook tijd voor mij om Siemens te verlaten. Met pijn in het hart, dat wel. Maar mijn volgende carrièrestap zou een functie zijn geweest op het
hoofdkantoor in München. En ik ben niet in de wieg gelegd om de hele dag op de twaalfde verdieping strategisch na te gaan zitten denken. Ik ben op mijn best als ik in het veld met mensen bezig kan zijn.”
Interne organisatie
Het jawoord van Da Silva aan de eigenaren van A1GP werd gevolgd door een stevige maar. Hij eiste invloed op de totale waardeketen, van het eerste idee tot de uiteindelijke uitvoering. Dit was geen probleem en zo kon Da Silva afgelopen januari aan de slag. Als eerste pakte hij de interne organisatie aan. “Dit is een multinational
met kantoren in Londen, Singapore, Johannesburg en de Verenigde Staten. Dus moet je het bedrijf ook zo benaderen. Ik ben begonnen met de samenstelling van een serieus managementteam. En verder heb ik ons werkgebied in regio’s verdeeld.
We hebben nu aparte directeuren voor Azië, Europa en Amerika. Zelf ben ik verantwoordelijk voor Afrika en het Midden-Oosten.”
Het is driekwart jaar later veel te vroeg om te kunnen beoordelen of deze organisatorische aanpassing zijn vruchten afwerpt. Da Silva zegt ook pas te willen worden afgerekend in mei 2009, aan het eind van het vierde seizoen. Maar de Braziliaan wil aan de vooravond van de derde jaargang wel ingaan op de algemene positie van A1GP, de raceklasse die in 2005 met veel tamtam werd gepresenteerd
als dé uitdager van de Formule 1. Iets wat overigens door Da Silva ten stelligste wordt ontkend.
“Dat hebben de media ervan gemaakt. Onze positionering is vanaf het begin duidelijk geweest, wij willen naast de Formule 1 bestaan. Niet voor niets rijden wij in de periode die in de autosport normaal gesproken als off season geldt. Maar veel belangrijker vind ik dat wij geloven dat coureurs niet alleen als individu racen, maar
ook voor hun land en vlag. Daar komen wij in beeld en dat werkt. Zonder namen te noemen, kan ik verklappen dat er afgelopen zomer in één land door verschillende partijen gevochten is om onze uitzendrechten. Het was de eerste keer dat we dat meemaakten en het geeft aan dat we op de goede weg zijn. Het WK voetbal en de
Olympische Spelen zijn ook niet in een paar jaar zo populair geworden.”
Groener racen
Maar de grote vraag blijft waar A1GP zijn inkomsten vandaan haalt. In de autosport draait immers alles om geld en in tegenstelling tot de Formule 1, rijdt een groot aantal wagens in de A1-klasse vrijwel sponsorloos rond. Maar volgens Da Silva is er aan geld geen gebrek. “Naast de inkomsten uit de 11 race-events, de uitzendrechten
en de merchandising, betalen alle 22 teams ons een franchisefee van twee miljoen dollar per seizoen. Dat is uniek in de racewereld. Voor dit bedrag krijgen ze de beschikking over een racewagen plus alle knowhow en reserveonderdelen. De teams mogen, om inkomsten te genereren, eigen reclamelogo´s op de auto voeren,
op een paar plekken voor de seriesponsors na. Voor deze inkomsten is hebben we een aparte verdeelsleutel afgesproken. Maar eerlijk is eerlijk, commercieel moet binnen de A1GP nog wel een slag worden gemaakt. Dat komt ook doordat we de teams de eerste twee seizoen op het hart hebben gedrukt om zich vooral te richten op de technische kant. Vanaf nu gaan we ook van ze eisen dat commercieel gaan
presteren. In de autosport draait alles nu eenmaal om commercie.”
Of liever, bijna alles. Want in de wereld van A1GP draait het volgens Da Silva vanaf nu óók om het milieu. Onder het motto ’Think Greener Racing’ wil zijn organisatie een structurele bijdrage leveren aan de reductie van CO2-uitstoot. “Wij hebben een jong managementteam met een duidelijk besef van de juiste balans tussen leven en
werk. Het draait niet alleen om zoveel mogelijk winst maken. Elk modern bedrijf moet hier tegenwoordig beleid voor ontwikkelen. Wij zijn daarin gelukkig al na twee jaar in geslaagd, want onze wagens gaan met ingang van dit seizoen op biobrandstof racen. En ik zweer je dat daar geen commerciële of promotionele redenen aan ten
grondslag liggen. Niets voor niets laten we onze prestaties beoordelen door een onafhankelijke partij die ons aan het eind van het seizoen groen, oranje of rood licht geeft. Het milieu is voor ons een serieuze zaak. ”
Naschrift redactie:
De milieuvriendelijke ambities van A1GP konden tijdens het eerste raceweekeinde in Zandvoort niet worden waargemaakt. De invoering van de biobrandstof liep voor onbepaalde tijd vertraging op omdat de technische staf, motorfabrikant Zytek en brandstofleverancier PetroChem niet tevreden waren over de testresultaten en niet
de zekerheid konden geven dat de biobrandstof dezelfde prestaties zou opleveren als de conventionele brandstof.
