‘Vertel eens, wat zijn je slechte eigenschappen?’ Het is de vraag die ik het meeste vrees in een sollicitatiegesprek want ik weet het antwoord niet. Moet ik zeggen dat ik lui, arrogant en slordig ben? Als ik heel eerlijk naar mezelf ben komt het daar wel op neer, maar niemand geeft ooit een eerlijk antwoord op deze vraag. Maar hypercorrect zijn is ook niet goed. Iedere goede recruiter prikt moeiteloos door antwoorden als ‘Ik kan soms teveel om mijn werk geven’, Ik laat zaken te moeilijk los’ of ‘Ik ben ongeduldig’. Dat zijn namelijk goede eigenschappen verpakt als slecht.
Het antwoord dat ik zou willen geven is dat het een non-vraag is. Dat er geen goed antwoord op deze vraag is en dat wat ik ook antwoord een onbetrouwbare bewering is. Natuurlijk wil een bedrijf weten wat de valkuilen zijn bij een potentiële werknemer, maar ernaar vragen gaat je geen antwoord geven.
Aanslagen
De vraag over je goede en slechte eigenschappen valt in dezelfde categorie als de vraag bij een visum-aanvraag of je van plan bent om terroristische activiteiten te ondernemen als je eenmaal het land binnen bent. Want wie dat echt van plan is, gaat het nooit toegeven. Niet omdat we leugenaars zijn, maar omdat we het niet kunnen weten, we denken wel dat we onszelf goed kennen, maar dat blijkt een illusie.
Uit onderzoeken blijkt dat je collega’s een betere inschatting kunnen maken van je persoonlijkheid. Als het gaat om eigenschappen als hoe stabiel, betrouwbaar, vriendelijk, extravert en nieuwsgierig je bent, zijn je collega’s twee keer nauwkeuriger dan je zelf bent. En ook al vind je dan nog dat jij het zelf beter weet dan je collega’s, het maakt niet uit. Want als het gaat om hoe je presteert in je baan, gaat het om het gedrag dat je laat zien, niet wat je van jezelf vindt.
Blinde vlekken
De blinde vlekken zijn voorspelbaar. We kennen onszelf beter dan anderen ons kennen als het gaat om gedrag dat moeilijk te zien is en makkelijk toe te geven. Gaat het om iets als emotionele stabiliteit, wat een interne aangelegenheid is, dan kan je daar zelf het beste over oordelen. Maar gaat het om dingen die voor iedereen zichtbaar zijn, dan weten anderen het net zo goed als jij. Je hoeft niet te zeggen dat je een extravert bent als je tijdens iedere borrel naar de karaokeset grijpt om ‘Blaze of Glory’ in te zetten.
En als het gaat om echt positieve eigenschappen, ben je helemaal niet betrouwbaar. Iedereen heeft de neiging om zijn eigen creativiteit, intelligentie en generositeit te overschatten. Gaat het dus om eigenschappen die makkelijk te zien zijn en moeilijk om toe te geven, heb je dus anderen nodig om je een spiegel voor te houden. En degenen die daar het beste voor zijn toegerust zijn niet je vrienden of je partner, zij zijn te positief, maar je collega’s. Zij hebben er namelijk ook het meeste belang bij om je te verbeteren. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Evaluatie
Daarom zou er op de werkplek meer aandacht moeten zijn voor evaluatie. Niet alleen een jaarlijks functioneringsgesprek met je baas, maar echte feedback. Want alleen als je je slechte eigenschappen echt kent, dan kan je er iets aan doen. Daarom spreekt Kim Scot’s concept van Radical Candor me zo aan. Door eerlijk en open tegen elkaar te zijn, leer je meer. ‘Care personally, challenge directly’, is haar motto. Ook al is de waarheid niet altijd even leuk, door het te zeggen zonder emoties en vanuit vriendschap en niet in woede, kun je prima kritiek op iemand leveren. Dus, als dit geen goed stuk was, dan hoor ik dat graag.