De ondergang van IJslandse internetspaarbank Icesave heeft alle ingrediënten in zich om een businessthriller van formaat op te leveren. Grote ego’s, vriendjespolitiek, machtsstrijden en dolende bestuurders. Toch is Vulkanisch Bankieren meer een reconstructie dan een spannend jongensboek.
Vulkanisch bankieren, het Icesave-drama onthuld
Jan Libbenga
Echt medelijden had bijna niemand met ze. Spaarders die meer dan een ton op een IJslandse spaarrekening parkeerden om daar te profiteren van dat procentje extra. Beetje dom, om alle eieren in één mandje te leggen. Deze spaarders waren niet alleen. In het korte bestaan van Icesave wist de bank meer dan 1,5 miljard euro aan te trekken. Geld van provincies, gemeentes en van particulieren die vaak heel tijdelijk een veilig heenkomen zochten voor een grote som geld.
Slachtoffers
In Vulkanisch bankieren breekt Libbenga een lans voor deze slachtoffers die vertrouwend op het toezicht van de DNB en het depositogarantiestelsel hun spaarcenten bij Icesave parkeerden. Terecht ook wel. Voor de gemiddelde Icesave-spaarder was de ondergang niet te voorzien. Maar dat neemt niet weg dat het leed van deze gedupeerden bleek afsteekt tegen het drama dat zich in IJsland voltrok. Daar spatte een samenleving uit elkaar en raakte grote groepen overnight aan de bedelstaf. Daar speelde het echte drama zich af. Het op zwart gaan van Icesave hier is eigenlijk maar een voetnoot bij de ineenstorting van de IJslandse financiële sector die de hele economie een diep dal in sleurde.
Intiem IJsland
Het is natuurlijk ook maar een lilliputterlandje. Net 300.000 inwoners, evenveel als Venlo. Maar wel met een overmaatse financiële sector die hongerig was naar meer geld. Geld om de stormachtige groei en de onbeteugelde consumptiedrang van de IJslanders te financieren. En net als in de gemeentepolitiek van een Nederlandse provinciestad kent iedereen elkaar. En dus zijn er vetes tussen verschillende, machtige families. Voor het ontluisterend ineenstorten van de twee grootste banken Landsbanki (met dochter Icesave) en Hauptink was er de stormachtige groei. Mede mogelijk gemaakt door David Oddsen die als premier (1991-2004) zwaar dereguleerde en die daarna als gouverneur van de centrale bank mocht toekijken hoe de IJslandse banken uit hun krachten groeiden. Hij is een speler in een dans van machtige oligarchen die niet alleen het bedrijfsleven en de financiële sector domineren, maar die ook politiek zwaar wogen en die ieder hun eigen kranten hadden.
Veerkracht
Die elite heeft het goed verbruid in IJsland. Er lopen strafrechtelijke onderzoeken tegen een aantal van de machtige oligarchen die in veel gevallen een geur van corruptie met zich meedragen. Na een revolutie en verkiezingen is het tijd voor de afrekening. Binnenlands tonen de IJslanders veerkracht. Met een indrukwekkend elan nemen ze de wederopbouw van economie, politiek en bestuur in eigen hand. Libbenga citeert een van zijn vele geïnterviewden die verwacht dat er over twintig jaar wordt geoordeeld dat deze crisis het beste was wat IJsland kon overkomen. Het positivisme van de bevolking is indrukwekkend. Maar ook is het nu bijna zover dat er een definitief akkoord komt tussen Nederland, Engeland en IJsland over de terugbetaling van de miljarden die de Nederlandse en Britse overheid aan IJsland leenden. Geld waarmee de Nederlandse en Britse spaarders schadeloos werden gesteld.
Twee gedachten
Het echte drama speelt zich af in IJsland, maar het boek is voor de Nederlandse markt. Libbenga hinkt op twee gedachten in zijn met data en namen overladen reconstructie met thrilleringrediënten. Icesave kennen we, we kennen mensen die of gedupeerd zijn of door het oog van de naald kropen. Dat is een reden om het boek te kopen. Maar terecht wil Libbenga ook het verhaal van de IJslandse opkomst en ondergang vertellen. Want dat is een economische thriller van formaat. Maar voor wie de sage over opkomst en ondergang wil lezen zit het Nederlands perspectief in de weg. Wie het boek leest vanuit de nieuwsgierigheid naar de wegen en machinaties rond het eigen spaargeld, struikelt over de IJslandse namen en de onderlinge verhoudingen die, in ieder geval bij mij, maar niet willen beklijven. Aan de andere kant, een IJslander zou waarschijnlijk positief kijken. Twee boeken voor de prijs van één.