Er zijn verschillende redenen om sympathiek over te willen komen. Sommige zijn sociaal van aard: je bent nieuw in een groep en je wil dat mensen je leuk vinden. Anderen zijn ronduit manipulatief: je wilt iets gedaan krijgen en je weet dat mensen meer van je pikken zodra ze je mogen. Wat je reden ook is, sympathiek gevonden worden is nooit een slechte zaak.
Maar makkelijk is het niet: er is altijd die onzekerheid die je in de weg zit. Praat ik niet te hard? Vinden mensen mijn kleding niet vreemd? En wat moet ik zeggen over een onderwerp waar ik eigenlijk te weinig vanaf weet? Vooral in nieuwe situaties kan het behoorlijk beangstigend zijn: hoe meer jij wilt dat mensen je leuk vinden, des te stommer zijn de fouten die je vaak maakt.
Dates
Onderzoek wijst uit dat er een simpele manier is om je zelfbeeld wat op te krikken: stel vragen. Onderzoek dat vorig jaar gepubliceerd werd in de Journal of Personality and Social Psychology laat zien dat platonische gesprekken tussen mensen die elkaar niet of nauwelijks kennen niet alleen beter verlopen bij het stellen van vragen, maar dat de gesprekspartner na afloop ook vriendelijker wordt bevonden. Onder de proefpersonen – die opgezet werden in een date-omgeving – leidde het stellen van vragen zelfs tot meer tweede afspraakjes.
Het klinkt voor de hand liggend om bij een eerste ontmoeting vragen te stellen, maar ga eens bij jezelf na: wanneer heb jij een collega voor het laatst een vraag gesteld? En dan niet van het soort of hij die spreadsheet nou eindelijk eens kan mailen of of hij je de melk aan kan geven tijdens de lunch. Een behoorlijke vraag naar iemands leven wekt interesse, geeft het idee dat je geïnteresseerd bent en leidt dus tot meer sympathie.
Ideale versie
Bij bestaande collega’s is dit minder van belang, maar in nieuwe situaties waar je vriendelijk gevonden wilt worden bestaat er bovendien een zogenaamde liking gap, zo zagen onderzoekers van Yale en Harvard. We denken dat we een stuk minder aardig gevonden worden door onze gesprekspartner dan daadwerkelijk het geval is. Terwijl wij ons druk maken over de hoeveelheid oogcontact of het voedsel tussen onze tanden, let onze gesprekspartner vooral op wat er gezegd wordt.
‘Dat gat ontstaat vooral door onze eigen sociale verwachtingen’, schrijven de onderzoekers. ‘We meten onszelf constant aan de ideale versie die we van onszelf in ons hoofd hebben, waardoor we het idee hebben dat we de hele tijd falen of onderpresteren.’
De volgende keer als je je dus in bed druk ligt te maken over die eerste ontmoeting op je nieuwe werk of de vraag hoe je jezelf het beste kan presenteren tijdens die meeting met je nieuwe baas, bedenk je dan dat het gaat om de vragen die je stelt en niet om de mate van oogcontact. Tenzij je als een engerd gaat staren, komt het allemaal wel goed met het bieden van een luisterend oor en geïnteresseerde vragen.