In zijn net verschenen boek Bullshit Jobs: A Theory, zoekt Graeber uit hoe het kan dat in de westerse wereld onze werkdagen, ondanks groeiende technologische mogelijkheden, langer zijn geworden in plaats van korter. Nog schrijnender dan lange werkdagen is het volgens de antropoloog dat uit peilingen in het Verenigd Koninkrijk en Nederland blijkt dat ‘tussen de 37 en 40 procent van de mensen hun werk betekenisloos vindt’. Bullshit, dus.
Tijdens een lezing ter ere van zijn boek in De Balie worden kritische vragen over de betrouwbaarheid van de peilingen die het aantal mensen met een onzinbaan meten en het onzinwerk-gehalte in de academische wereld op Graeber afgevuurd. De hoogleraar blijft standvastig in zijn overtuiging: het aantal mensen in de westerse wereld dat depressief of overspannen wordt, neemt toe. ‘En het effect van betekenisloos werk op de menselijke geest is enorm.’
Hoe kwam u het fenomeen van bullshit jobs op het spoor?
‘‘Wat doe jij?’ is zo’n onvermijdelijke vraag op feestjes. Vaak kreeg ik het antwoord ‘oh dat doet er niet toe’, of ‘ik weet het niet’. Na een paar drankjes bleek dat mensen dit niet zeiden omdat ze bescheiden wilden zijn. Ze hadden echt geen idee wat hun werk eigenlijk inhield. Of ze wisten het wel, maar waren er eerlijk over dat ze het onzin vonden, of in veel minder tijd zouden kunnen doen.
Als een antropoloog in eigen land probeerde ik de zakelijke wereld te begrijpen. Ik leerde dat mensen het het moeilijkst vinden om niets te doen te hebben, maar er toch druk uit te moeten zien. Dat knaagt meer dan als afwasser duizend borden schoonmaken.
Ik heb zelf nooit een bullshit job gehad. Ik kom uit een arbeidersfamilie, dus ook vanuit huis was ik er niet bekend mee. Wat er het dichtst bij onzinnig werk in de buurt kwam was het afnemen van onbeduidende enquêtes tijdens mijn afstuderen. Ik kon daar absoluut niet tegen, dus na een paar weken ben ik daarmee gestopt.’
De gesprekken met mensen op feestjes zetten Graeber er in 2013 tot aan om een artikel te schrijven voor het tijdschrift Strike: On the Phenomenon of Bullshit Jobs. Binnen een paar uur crasht de website van het blad en is een fenomeen geboren. Ook wordt Graeber overladen met schuldbekentenissen.
Voor zijn boek spreekt de New Yorker met mensen die zulke bekentenissen doen. ‘Die het bestaan van hun baan eigenlijk niet kunnen rechtvaardigen.’
Welke gevolgen ondervinden deze mensen hiervan?
‘De mentale gevolgen zijn groot. Ik spreek mensen die zich schuldig voelen omdat ze het gevoel hebben dat hun werk niets bijdraagt aan de wereld, mensen die er depressief en angstig van worden en die beschrijven dat de sfeer op hun werk slecht is, omdat ze niet weten waar ze mee bezig zijn.’
‘Hoe zinvoller het werk, hoe minder je betaald krijgt’, zegt u. Hoe komt dat?
‘Ja, denk maar aan verpleegkundigen, kunstenaars en leraren. Dit komt voort uit een eeuwenoude stoïcijnse opvatting dat het doen van betekenisvol werk op zichzelf al een beloning is. De financiële beloning is niet meer zo zwaarwegend op het moment dat je veel zingeving uit je werkt haalt. Bij vrijwilligerswerk is dit ook goed te zien: mensen doen dit omdat ze het betekenisvol vinden, en dat associëren we helemaal niet met een financiële beloning.
Mensen staan echt achter dit verschijnsel. ‘We moeten leraren niet te veel betalen, want straks gaan mensen die op het geld uit zijn nog lesgeven,’ hoor ik wel eens. Blijkbaar gaan geld verdienen en belangrijk werk doen niet samen.
Daarbij kan iemand die betekenisvol werk doet, rekenen op afgunst van onzinwerkers. Zeker als deze persoon er ook nog veel geld mee verdient.’
Hoe lossen we dit probleem op?
‘Op de korte termijn wil ik ervoor pleiten dat we onze werkuren enorm verminderen. Maar ik heb gezien hoe hervormingen, juist in een vrijemarktsysteem, zorgen voor een enorme hoeveelheid bureaucratie en papierwerk. De vraag is dus of we onze werkdagen kunnen inkorten zonder, ironisch genoeg, extra onzinbanen te creëren die dit mogelijk maken.
We moeten werk en levensonderhoud van elkaar loskoppelen, zodat iedereen in zijn eigen onderhoud kan voorzien en daarnaast zinvol werk kan doen. In plaats van dat mensen om financiële redenen genoodzaakt zijn te kiezen voor een bullshit job. Een eerste stap hier naartoe is het universeel basisinkomen.
Werkloosheid is nu iets waarbij mensen een schuldgevoel hebben. Ze voelen de druk om op zoek te zijn naar werk en er bezig uit te zien. We kunnen uren zonder werk ook heel anders gaan zien; als tijd waarin we bijvoorbeeld onze dromen najagen of andere mensen proberen te helpen.
Het verdwijnen van sommige onzinbanen zorgt ervoor dat andere onzinnige banen ook niet meer nodig zijn. Als geen enkel bedrijf een bedrijfsjurist of telemarketeer heeft, zijn deze beroepen ook ineens totaal overbodig.’