Je hoort de reactie van je baas al. ‘Een salarisverhoging? Nu? Je mag blij zijn dat je nog een baan hebt’. Als je de HR-manager polst, zegt die waarschijnlijk ‘dat het bedrijf toch echt wel een tik van corona heeft gehad’. Met de toevoeging dat je beter tot volgend jaar kan wachten. Dat is wat veel, vooral jonge werknemers, vervolgens bedremmeld doen.
‘Ten onrechte’, zegt Sophie van Gool van Salaristijger. Dit bedrijf, dat ze samen met Erwin Hieltjes runt, helpt werknemers bij de onderhandelingen over hun beloning. Verder adviseren ze werkgevers over het meten, monitoren en verkleinen van de loonkloof. Van Gool weet als oud-werknemer en zzp’er uit ervaring hoe moeilijk het is om over een salarisverhoging of over een hoger tarief te praten. ‘Mensen vinden onderhandelen over geld, zeker in deze tijd, toch een beetje vies. Daarmee doe je jezelf tekort.’
Schaamteloos jokken
Natuurlijk heb je in sectoren als de horeca en de detailhandel, waar bedrijven maandenlang op slot zaten, dit jaar weinig kans op een loonsverhoging. ‘Maar zodra die weer opengaan, hebben ze keihard mensen nodig’, zegt Van Gool. ‘Een deel van hun vroegere werknemers zijn inmiddels elders aan de slag. Je kunt je voorstellen dat werkgevers dan toch dieper in de buidel moeten tasten om bijvoorbeeld koks en terraspersoneel te vinden.’
Beschouw een ‘nee’ als de start van de onderhandelingen
Veel andere bedrijven komen tot nu toe verrassend goed door de crisis heen. Dat blijkt ook uit cijfers van accountantsorganisatie SRA. Die concludeerde vorige week, na het bekijken van 6600 jaarrekeningen, dat Nederlandse mkb-bedrijven hun omzet vorig jaar gemiddeld met 0,6 procent zagen groeien. De gemiddelde winst steeg zelfs met 9,3 procent. Toch kun je ook in die bedrijven een ‘nee’ verwachten als je om een hoger salaris vraagt.
‘Werkgevers grijpen corona ongetwijfeld aan als argument. Dat het allemaal zo onzeker is, dat ze daarom voorzichtig zijn. Dat deden ze in vorige crises ook’, zegt Van Gool. ‘Zelfs als het niet waar is en er eigenlijk best financiële ruimte is. Wat dat betreft gaat het er bij salarisonderhandelingen, is mijn ervaring, vrij schaamteloos aan toe. Je moet je door een ‘nee’ dan ook niet laten afschrikken. Beschouw het liever als de start van de onderhandelingen.’
Het is een spel
Van Gool beschouwt de gesprekken over geld en andere arbeidsvoorwaarden als een spel. ‘Zeker in de corporate wereld gaat het er soms stevig aan toe. Mensen krijgen te horen dat ze trots moeten zijn dat ze er überhaupt mogen werken. Juniors maken er vaak lange dagen voor een betrekkelijk laag loon. Als je daar dan een gesprek over aangaat, moet je je mannetje staan. Het helpt als je je er dan wat relaxter ingaat. Doe het gewoon. Het is doodzonde als je er niet over onderhandelt. Sommige werkgevers waarderen het bovendien als je laat zien dat je voor jezelf opkomt.’
Bluffen mag. Liegen vind ik eerlijk gezegd niet kunnen.
Het is overigens wel zaak je grondig voor te bereiden. Ook voor werknemers die allang geen junior meer zijn. Van Gool: ‘Zet de argumenten waarom je vindt dat je recht hebt op een salarisverhoging op een rijtje. Welke projecten heb je gedaan? Heb je in deze coronatijd meer uren gewerkt waardoor iets dankzij jou een succes is geworden? Dat moet je scherp hebben van tevoren. Misschien heeft jouw leidinggevende het door het thuiswerken niet helemaal meegekregen.’
Zet vervolgens altijd hoog in. Vraag pakweg tien procent meer salaris dan je eigenlijk wil verdienen. ‘Bluffen mag’, zegt Van Gool. ‘Liegen vind ik eerlijk gezegd niet kunnen’. Weet wat er in de cao staat, probeer er ook achter te komen wat collega’s verdienen. ‘Mensen voelen soms een zekere gêne om dat te vragen. Maar als je zelf openheid van zaken geeft, doet de ander dat vaak ook. Vraag collega’s anders advies voor je je gesprek met de baas ingaat. Kijk ook naar salarisindicaties bij vacatures waarin een soortgelijke functie wordt gevraagd.’
- Nee heb je, ja kun je krijgen. Beschouw een ‘nee’ als het begin van de onderhandelingen.
- Doe van tevoren grondig je huiswerk. Weet wat anderen verdienen, check de cao, zet goed op een rijtje waarom jij vindt dat je een salarisverhoging verdient.
- Zet hoog in. Bluffen mag. Op die manier heb je ook iets om weg te geven in de onderhandelingen. Beide partijen moeten er uiteindelijk uitkomen met het idee dat ze iets hebben gewonnen.
- Zeg niet te snel ‘ja’. Lukt een hoger salaris echt niet, kijk dan of je er andere zaken uit kunt halen, zoals een opleiding, afspraken over werktijden, een computer en/of een telefoon.
- Beschouw het allemaal als een spel. Je hebt weinig te verliezen. Een andere baan zoeken kan altijd nog.
Neem de tijd
Is het tijd voor je midterm- of functioneringsgesprek, bedenk dan welke kanten dat op zou kunnen gaan. Zo sta je niet plotseling met je mond vol tanden. Neem rustig de tijd om over je arbeidspositie te praten. Van Gool: ‘Als je geen salarisverhoging krijgt, maar wel een opleiding of een toezegging over vervolgstappen die je kunt maken, kom je er misschien net zo tevreden uit. Ook afspraken over werktijden, een auto, computer of telefoon kunnen heel belangrijk voor werknemers zijn.
Ben je bang dat je baas je als een geldwolf ziet?
Stel dat je wel een loonsverhoging krijgt aangeboden, of je bent in gesprek over een andere functie, zeg dan niet meteen ja. ‘Zeg dat je er nog eens een nachtje over wil slapen. Laat een stilte vallen. Speel hard to get, verzucht dat je eigenlijk meer had verwacht’, zegt Van Gool. ‘Ben je bang dat je baas je als een geldwolf ziet? Welnee. Die heeft wel wat anders aan zijn hoofd. Die is het over een maand vergeten, terwijl jij je daar nu druk over maakt.’
En wat doe je als je bij een ander bedrijf naar een functie solliciteert? ‘Hou je kaarten als het over de financiën gaat, zo lang mogelijk tegen de borst. Probeer een antwoord op de vraag wat je nu verdient te omzeilen. Vraag eerst eens waar zij aan denken. Ben je goed op de hoogte van wat anderen verdienen bij dat bedrijf, geef dan wèl een antwoord en zet hoog in. Grote kans dat ze hun aanbod dan alsnog verbeteren’, lacht Van Gool. ‘Zeker als ze eenmaal hebben besloten dat ze je willen hebben. Na een procedure van een paar maanden willen werkgevers vaart maken. Daar kun je in die laatste fase van profiteren.’