Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Wat we kunnen leren van Silicon Valley

Tech-ondernemer Willem Bult heeft zich in Silicon Valley gevestigd. Hij legt uit waarom in de Valley wel lukt waarmee Nederland zo'n moeite heeft: startups van de grond krijgen die snel doorgroeien.
 

Willem Bult is een van de vele techies in Silicon Valley die hun tijd verdelen tussen een eigen startup en freelance klussen voor anderen. Hij noemt zichzelf een moderne nomade: na van jongs af aan in Nederland software te hebben ontwikkeld met eigen bedrijven, vertrok hij in 2010 naar de States, waar hij in New York en Silicon Valley als oprichter betrokken was bij startups Yobble (gitaar-app voor de iPhone) en Bloomsie (social network gereedschap). Het freelancen verruilde hij onlangs overigens voor afstuderen aan de befaamde Stanford universiteit.

Hieronder zet hij uiteen wat wij in Nederland kunnen leren van Silicon Valley:

Waarom zijn we hier?

"Hoe krijgen en houden we meer startups in Nederland? Welke lessen kunnen we leren van Silicon Valley? Regelmatig komen hier delegaties van ondernemers, journalisten en politici die de Bay Area bezoeken om te ervaren wat hier gaande is. Zo'n trip bestaat meestal uit een bezoek aan Google of Facebook, een presentatie bij eBay of PayPal en een evenement waar ondernemers en investeerders elkaar kunnen treffen, soms om te pitchen. Het zou niet realistisch zijn te verwachten dat iemand die de valley een paar dagen bezoekt een goed gevoel krijgt van wat hier gebeurt.

Maar op onze beurt schieten wij als plaatselijke ondernemers ook tekort. Als ons wordt gevraagd waarom we hier een bedrijf opzetten en niet in Nederland, geven we slappe antwoorden over venture capital. Misschien dat we ons publiek te veel naar de mond praten, want goed beschouwd is het niet het durfkapitaal dat deze valley groot heeft gemaakt. Het is andersom. Kapitaal is vluchtig en vindt snel genoeg de plekken waar ondernemerschap floreert, en zo zocht het ook deze valley op.

En toch blijven we er maar op hameren dat startups eerst en vooral geld nodig hebben. Natuurlijk, we wijzen er ook op dat hier zo'n vruchtbare omgeving is om in samen te werken temidden van zo veel andere startup-ondernemers. We zeggen dat we hier zijn omdat iedereen hier is. Oké, maar waarom zit iedereen dan hier?

Culturele waarden

Wat mij betreft komt het ondernemerssucces hier vooral voort uit de culturele waarden, die in de States uiterst individualistisch zijn. Twee zaken zijn wat dat betreft van belang: ten eerste hebben mensen hier een sterk gevoel van controle over hun lot. Ondernemers beseffen dat zij, en zij alleen, verantwoordelijk zijn om het te gaan maken. Dat is heel anders in Nederland, waar mensen terugvallen op familie, vrienden of de overheid die beslissingen voor ze nemen en hun toekomst invullen.

Ten tweede: de mensen hier zijn bereid om risico te nemen en falen is volkomen geaccepteerd. De blik is daarom niet gericht op zekerheid, maar op vooruitkomen. Men begrijpt dat de kans bestaat dat je de plank misslaat, maar je krijgt altijd een volgende kans om opnieuw een gooi te doen. Individueel initiatief om succesvol te worden wordt min of meer aangemoedigd door de omgeving. Dat staat in schril contrast met Nederland, waar je je kop niet boven het maaiveld moet uitsteken. Het is ontzettend moeilijk om die heersende cultuur te veranderen, maar Nederland zal wel moeten als het echt innovatief ondernemerschap en groei wil aanjagen.

Liberale regels

Uit de cultuur van het individualisme vloeit belangrijke regelgeving op sociaal-economisch terrein voort, die een positieve invloed heeft op het ondernemerschap: het vrijlaten van de markt en lagere belastingen. Een groter rendement op ondernemersinitiatief en een gedereguleerde arbeidsmarkt waarin het makkelijk is om mensen aan te nemen en te ontslaan, bevorderen het ontstaan van ondernemingen. Het is moeilijk voorstelbaar dat we in Nederland voldoende steun vinden voor een dergelijk liberaal beleid, omdat de cultuur er juist sterk collectivistisch is. Toch zouden de beleidsmakers deze notie in de toekomst als richtsnoer moeten hanteren.

Geld

In plaats van deze culturele oorzaken te noemen, hebben we het in gesprekken met bezoekers over het ophalen van geld bij investeerders. En als gevolg daarvan besluiten Nederlandse overheidsinstellingen voor geld te zorgen. In Nederland krijgen bedrijven soms steun om te overleven. Dit doet meer kwaad dan goed: subsidie dempt de snelle groei. Natuurlijk hebben startups kapitaal nodig om te groeien, maar dat geld moet van de juiste partij komen. En wat ze vooral niet nodig hebben zijn maatregelen die hun voortbestaan verzekeren. Dat lijkt tegenstrijdig, maar als we startups beschermen tegen omvallen, is uiteindelijk het gevolg dat startups met lage groeiverwachtingen overleven ten koste van andere projecten met meer potentie. Zonder de beschermende maatregelen zullen ondernemers immers sneller geneigd zijn hun middelen en aandacht te richten op kansrijkere businessplannen.

Dat geldt eens te meer als het makkelijker is voor ondernemers om na een mislukt project opnieuw te beginnen. Zo kunnen ze meer risico nemen. In Nederland heerst een enorm taboe op falen en is het extreem moeilijk en kostbaar voor ondernemers om na een mislukking een nieuw bedrijf op te zetten. Dat moet absoluut veranderen. De Faillissementswet zou daarvoor moeten worden versoepeld en we moeten eens gaan begrijpen dat falen een belangrijk onderdeel is van het leerproces.

Drie dingen

De volgende keer als we als ondernemers weer eens mogen uitleggen waar Silicon Valley nu werkelijk voor staat, moeten we dus de volgende drie dingen onder de aandacht brengen.
Eerst en vooral: het is de cultuur die ervoor zorgt dat mensen hun lot in eigen hand nemen en risico nemen om persoonlijk succes te boeken.

Vervolgens zorgen lagere belastingen en geliberaliseerde markten ervoor dat ondernemerschap beter wordt beloond.
En, last but certainly not least, falen en opnieuw beginnen is hier maatschappelijk geaccepteerd. Het bezorgt je geen problemen en men snapt dat vallen en opstaan er gewoon bij hoort. Daardoor worden hier bedrijven gestart met hoge risico's en een grotere potentie, wat uiteindelijk leidt tot hogere groei."

Voedselinnovaties volgen elkaar snel op: ‘Wel zo verstandig om daarop in te spelen’

In samenwerking met Tetra Pak - Chocolade uit het lab, eiwitten uit algen en de nieuwste generatie vleesvervangers: bedrijven zetten vol in op new food. Zo’n 80 procent van de foodprofessionals bestempelt de laatste voedselontwikkelingen als belangrijk tot zeer belangrijk voor het bedrijf waarvoor zij werken.

plantaardig vleesvervanger vegan
Plantaardige alternatieven voor zuivel hebben volgens de respondenten de meeste potentie, gevolgd door plantaardige vleesvervangers.

Slechts 6,4 procent noemt new food onbelangrijk. Dat blijkt uit een rondvraag van Tetra Pak onder 92 mensen werkzaam in de foodsector. Tetra Pak is wereldwijd actief op het gebied van voedselverwerking en verpakkingsoplossingen.

Waarom new food?

De veranderende vraag vanuit de markt is de belangrijkste drijfveer om met voedselinnovaties aan de slag te gaan, zeggen de foodprofessionals. Voor bedrijven speelt de verduurzaming van de eigen processen ook een belangrijke rol: 60,6 procent noemt dat als belangrijke motivatie. De focus ligt dan vooral op het verminderen van de CO2-uitstoot, het verlichten van de druk op natuurlijke hulpbronnen zoals land en water en het tegengaan van verspilling.

Van plantaardige zuivel tot kweekvlees

Plantaardige alternatieven voor zuivel hebben volgens de respondenten de meeste potentie, gevolgd door plantaardige vleesvervangers. ‘Steeds meer consumenten zijn flexitariër en wisselen vlees en zuivel af met plantaardige producten’, zegt Michiel le Feber, Processing Sales Manager bij Tetra Pak. ‘Voor organisaties is het wel zo verstandig om daarop in te spelen. Met onze machines kan dat. Die zijn zo ontworpen dat ze eenvoudig kunnen worden omgebouwd voor nieuwe ingrediënten. Op die manier is het mogelijk om naast zuivel ook bijvoorbeeld zuivelalternatieven te produceren zonder nieuwe investeringen in productieapparatuur.’

Innovaties

Gaat het om de ontwikkeling van new food, dan kijkt 82 procent van de foodprofessionals met interesse naar fermentatie en precisiefermentatie. Daarnaast gaat er aandacht uit naar plantenveredeling (43,6 procent), kweekvlees (27,7 procent) en 3D-geprint voedsel (12,8 procent).

Le Feber: ‘De juiste technologie is belangrijk voor productinnovatie. Maar hoe werken die technieken precies en hoe beïnvloeden ze het eindproduct? Dat onderzoeken we in diverse productontwikkelingscentra. Tetra Pak beschikt over twaalf faciliteiten verspreid over de hele wereld. Het zijn als het ware miniatuurfabrieken die beschikken over een complete voedselproductielijn. Daar wordt volop getest met verschillende ingrediënten, recepten en productiemethodes. Zo’n plek is waardevol voor kleinere partijen die nog niet beschikken over eigen productieapparatuur. Maar het is ook nuttig voor gevestigde spelers die hun processen willen verbeteren of optimaliseren zonder de reguliere productie te verstoren.’

Samenwerken loont

Voor de ontwikkeling van new food huurt 38,3 procent expertise in van buitenaf, waar 31,9 procent aangeeft te investeren in een eigen R&D-afdeling. 36,2 procent zoekt de samenwerking op met startups, terwijl 29,8 procent juist de krachten bundelt met marktleiders. 37 procent geeft aan samen te werken met hogescholen en universiteiten. De samenwerking wordt dus al volop opgezocht, het zij in verschillende vormen.

‘De new food-industrie bestaat uit meerdere spelers. Zij hebben een gemeenschappelijk doel: het vinden van nieuwe manieren om de wereld te voeden. Met ons partnernetwerk brengen we ze bij elkaar. In die zin fungeren we als ambassadeurs. Tegelijkertijd delen we ook onze eigen kennis op het gebied van voedselverwerking op industriële schaal, voedselveiligheid, connecties met wereldwijde voedselproducenten, enzovoort.’

Tetra Pak werkt samen met startups, scaleups en grote spelers in de markt. ‘We helpen startups bijvoorbeeld met productontwikkeling en opschaling. En met de juiste middelen kunnen scaleups uitgroeien tot bedrijven die op de lange termijn veel impact kunnen maken. Het contact met gevestigde namen zijn ook belangrijk, want zij moeten duurzamer opereren en hun impact op het milieu verminderen. Daar helpen we graag bij’, aldus le Feber.