1. Inspelen op de tijdsgeest
Eind 2008 komt Pieter Poissonnier, tot dan consultant in de petroleumsector, op het idee voor de Pomp van het Volk. “Mensen pikken al die hoge beloningen niet meer”, verklaart hij. “De tijdsgeest vraagt om anders omgaan met winst. Daarom krijgen vaste klanten bij ons alle winst die wij op hen maken terug.”
In 2009 boekte Challenger de Pomp van het Volk 27.761 euro nettowinst. De 5.286 vaste klanten zorgden voor ongeveer een kwart daarvan. Als ‘eerstejaarsstunt’ kregen zij echter bijna 14.000 euro terug.
2. Winst maken op de rest
De Pomp van het Volk verdient geld aan de klanten die zich niet registreren op de site. Dat geldt voor 60 tot 70 procent van alle klanten, zegt Poissonnier. “Het zal nooit gebeuren dat iedereen zich registreert. Uit statistieken blijkt dat elk station na een paar maanden op exact dezelfde verdeling zit.”
Niet alleen op benzine wordt geld verdiend, ook op de food-automaten op de stations. Bovendien zijn er plannen voor billboards op en rond de locaties.
3. Altijd meegaan met de concurrent
Naast winstdeling garandeert de Pomp van het Volk benzine voor de laagste prijs. De keten volgt steevast iedere prijsverlaging van de concurrent. “Soms wordt de hele marge, 16 cent per liter, aan korting gegeven. Je moet kostenefficiënt werken, gericht op een hoge omzet.”
De 9 tankstations van de Pomp van het Volk zetten vorig jaar 6 miljoen liter brandstof af, dit jaar wordt een verdubbeling verwacht. Er zijn bovendien plannen voor uitbreiding naar Wallonië.
4. Letten op de kleintjes
De Pomp van het Volk koopt kleine, zelfstandige stations op, die de concurrentie met de grote ketens niet meer aankunnen. Er is geen bediening en geen uitgebreide winkel. Poissonnier: “Het zijn propere stations die voldoen om te tanken, punt.” Op kantoor zit slechts één medewerker. Twee mensen rijden dagelijks door België om de stations schoon te maken, cash op te halen en de prijzen van concurrenten in de gaten te houden. “Door al dat bespaar en doordat de pompen oranje zijn, krijg ik wel eens de vraag of ik -Nederlander ben”, zegt Poissonnier. “Lijkt me een mooi compliment.”