“Het eerste wat je moet doen, is je onderneming ombouwen tot een radarstation”, komt innovator Roland van Kralingen van Innoa meteen tot de kern. “Zorg dat je zeven dagen per week, 24 uur per dag connected bent met je totale omgeving. Volg trends, wet- en regelgeving, businessmodellen, technieken, alles.” Dan dienen zich vanzelf legio ideeën aan, meent Van Kralingen. Zo is hij onlangs voor twee verschillende opdrachtgevers op zoek geweest naar nieuwe vormen van verzekeringen, en naar nieuwe fruitsalades. Uiteindelijk bleken er wereldwijd zeshonderd verzekeringen en 120 fruitsalades te zijn die in Nederland niet bestaan. Van Kralingen: “Aan de hand van die ideeën kom je vanzelf tot innovatieve plannen.”
Mythe
Volgens Serge Steijn van reclamebureau Doom & Dickson (bureau van het jaar 2005) is het een mythe dat creativiteit spontaan moet ontstaan. “Je moet het zelfs professioneel benaderen. Haal een kleine groep mensen uit de bestaande omgeving, organiseer het héél strak en zorg dat er wat uitkomt. Creativiteit is hard werken.”
Handvaten daartoe hebben de sprekers ook. “Schrap het woord ‘eigenlijk’”, tipt Steijn. “Veel innovaties worden al in de kiem gesmoord door dat woord. Schaf het af en je komt een heel eind verder.” “En doorbreek de conventies van je markt”, voegt Van Kralingen toe. “Ik vraag ondernemers soms om de drie belangrijkste conventies van hun markt te beschrijven. Dat blijkt vaak al moeilijk, terwijl daar toch vele kansen liggen.” Zoals de luchtvaart. Daar was de belangrijkste conventie: je koopt je ticket bij een reisbureau en krijgt een vaste plek in het vliegtuig, met eten. easyJet doorbrak dat; géén reisbureau als tussenschakel, géén vaste plek en géén eten, maar wel een veel goedkoper ticket. Het werd een wereldwijd succes. Van Kralingen: “Wat vaak ook goed werkt; voeg een thema toe. Liefst één dat niet direct met je markt te maken heeft, bijvoorbeeld het thema vers bij een brainstormsessie over zeep. Resultaat? De winkelketen Lush.”
Paarse krokodil
“Maar innoveren is vooral een combinatie van gevoel voor mogelijkheden en lef”, vindt Frank van Oirschot van het Amsterdamse Ex Machina. “Je moet begrijpen waarin de markt geïnteresseerd is en voordat die zich daarvan bewust is tot voorbereiding overgaan. Dat vereist ’ vrij’ denken en de bereidheid te experimenteren en fouten te maken.” Ook Van Oirschot beseft dat veel ondernemer twijfelen aan innovatie. Niet in de laatste plaats door de financiële risico’s die ermee gemoeid zijn. Daarom raadt hij aan samen te werken met andere partijen. Sluit partnerships om een gezamenlijk belang te creëren. “Onderschat ook niet de kracht van het verhaal”, vult Steijn aan. “Zoals de paarse krokodil van Ohra. Hoe beter het verhaal, hoe minder marketingbudget nodig is.”
Volgens Van Kralingen is de grote valkuil voor veel kleinere bedrijven dat ze pas beginnen met innoveren als ze het moeilijk krijgen, terwijl het een continu proces moet zijn. Je moet bereid zijn te investeren, meent hij. Van Kralingen: “Omdat 80 procent van de ideeën mislukt, zien ondernemers dat niet echt zitten, maar de slagingskansen verbeteren enorm als innoveren een continu proces is. Je loopt uiteindelijk veel meer risico door het niet te doen.” (AvO)
Innoday 2007
Na jaren van kostenbesparing, zoekt u nu groeikansen. Innovaties bieden uitkomst. Hoe u de inspiratiebronnen vindt en goede ideeën omzet naar geslaagde investeringen hoort u tijdens de Innoday 2007, op 29 maart in de Factory in Amsterdam.
Succesvolle innovators als Roland van Kralingen (Innoa), Maurits van Oranje (the Source), Rob Baan (Koppert Cress), Raymond Spanjar (Hyves), Frank van Oirschot (Ex Machina) en Serge Steijn (Doom & Dickson) geven tips en putten uit eigen ervaring.
Hoe verbonden bent u? Connectivity is een belangrijke inspiratiebron voor innovaties. Het levert u nieuwe inzichten op, goed voor duizenden ideeën.
Innoday baseert zich behalve op jarenlange praktijkervaring op meer dan zestig boeken over innovatie, ruim driehonderd artikelen, zeventig websites en tientallen cases. Dit leverde ook het nieuwe boek op Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, waarin theorie en praktijk nauw op elkaar aansluiten.