Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Technologiepessimisme is ongegrond

Hoofdredacteur Thijs Peters ziet de beperkingen van technologie, maar vindt niet dat er reden is om pessimistisch te worden.

Foto: Getty

Van een periode van ongebreideld optimisme over alle mogelijkheden die technologie ons biedt, zijn we in 10 jaar in een tijdperk van pessimisme beland. Tot 5 jaar geleden leken Facebook en andere sociale media een enorm positieve invloed te hebben op de democratie in onze wereld.

Was de Arabische lente niet mede begonnen omdat dictators de oppositie niet langer de mond konden snoeren? Kranten en televisiestations kun je sluiten, maar internet niet. Sociale media gaven de burger een stem, een stem die niet meer gesmoord kon worden. Maar 8 jaar later blijken regimes overal ter wereld, van Moskou en Ankara tot Beijing, wel degelijk in staat het internet te censureren. Sterker nog, sociale media als Facebook blijken een uitstekend middel om tegenstanders zwart te maken en propaganda de wereld in te slingeren.

Concentratievermogen

In ons dagelijks leven merken we ineens dat de smartphone ons leven niet alleen maar verrijkt. De prijs die we betalen voor al het gemak dat Steve Jobs ons in 2007 voorspiegelde toen hij de wereld de eerste iPhone toonde, is onze privacy. En ons concentratievermogen, want we zijn verslaafd geraakt aan de dopaminekick die we krijgen als we even op onze telefoon kijken.

En dan de voorspoed. De economie draait als een dolle, maar ook in het bedrijfsleven lijkt een schifting te ontstaan. Machtige bedrijven als Amazon, Google, Uber, Facebook, Alibaba en Apple brengen vernieuwing, maar ook veel destructie in de markten die ze betreden. Omdat ze over steeds meer data beschikken en daarop weer algoritmes kunnen loslaten, worden ze met elke stap machteriger en laten ze minder ruimte voor andere kleinere bedrijven. Want ook al schrijven media enthousiast over start-ups, het zijn er stukken minder dan 20 jaar geleden.

Doemdenken

Toch is er geen reden voor doemdenken. We maken nu ongeveer mee wat onze betovergrootouders tijdens de industriële revolutie hebben ervaren. Destijds kostte het tijd om te wennen aan stoommachines, spoorwegmonopolisten, oliebaronnen en verregaande specialisatie. Nu moeten we leren omgaan met machine learning, datamonopolisten, bitcoin-speculanten en robotisering van onze banen. Dat gaat ongetwijfeld niet zonder strijd, maar in tussentijd zullen we van die technologie ook profiteren. Kunstmatige intelligentie kan ons bijvoorbeeld helpen klimaatdreiging beter te begrijpen en passende maatregelen te nemen. En waar we nu nog ziek worden van een griepvirus, nemen we straks preventief een pil. Dat lijkt me niet iets om somber van te worden.