De e-step: voor de één zijn ze een symbool van gentrificatie, voor de ander symboliseren ze een deel van de toekomst van mobiliteit. De deelbare e-steps bevolken de straten van menig wereldstad, maar schitteren in de grote steden van Nederland door afwezigheid. Startups zoals Dott, Zero Mobility en ScootIt (tegenwoordig omgedoopt tot Tulip) staan te springen om de Nederlandse markt te betreden, maar verantwoordelijk VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen houdt de boot voorlopig af.
De weg op
De e-step zal dit jaar vermoedelijk nog niet de weg op mogen in fietsland Nederland, denkt Zero Mobility-ondernemer Wouter Moekotte in een recent interview met Sprout. Misschien is het maar goed ook: in het buitenland zorgen de stepjes voor veel ongelukken en leiden ze niet zelden tot anarchistische mobiliteitssituaties. Het is daarom interessant om de blik te richten op buurland Duitsland, waar men de e-step alleen onder strenge voorwaarden de weg op laat gaan. Sneller dan 20 kilometer per uur mag de step er bijvoorbeeld niet rijden.
Toch moet Nederland ook weer niet de “gekke Henkie van Europa” willen worden die pas als hekkensluiter de step accepteert, stelt Moekotte. We lopen op dit moment achter op de Baltische Staten, België, Denemarken, Frankrijk, Oostenrijk, Polen, Portugal, Servië, Spanje, Tsjechië en Zwitserland (and counting..).
Marktkansen
De marktkansen zijn bovendien fenomenaal. Cijfersite Statista bracht eind vorige maand onderstaande tabel uit, met daarin de marktvoorspellingen voor de e-steps in 2025. Analisten gaan ervan uit dat de Europese markt voor gedeelde e-steps in 2025 een omvang van 12 tot 15 miljard dollar zal hebben.
Dat is gigantisch, en de omvang van de markt zal naar verwachting net zo hoog uitvallen als die in de Verenigde Staten, waar de e-steprevolutie oorspronkelijk begon. Nu nog hopen dat Europese startups er net zoals Dott een slaatje uit zullen slaan, zodat het geld niet alleen toevloeit naar bedrijven uit de Bay Area.
Foto boven: e-step-anarchisme zoals je dat dezer dagen ziet in Lissabon (Getty).