Weerstand tegen nieuwe mobiliteit is van alle tijden. Is men anno 2019 kritisch over de e-step, in de tweede helft van de negentiende eeuw werd de fiets verguisd door burgers. Innovaties in de mobiliteitsbranche gaan de laatste jaren echter in een sneltreinvaart, met de elektrische auto en fiets, de Stint en binnenkort wellicht zelfs de zelfrijdende auto.
Een auto die rijdt zonder dat je hoeft bij te sturen, is niet alleen gemakkelijk voor gebruikers, het is ook veiliger dan de reguliere auto. Bedenk maar: mensen maken fouten, computers niet. Mensen gaan moe of dronken achter het stuur zitten, computers zijn nooit moe en drinken geen alcohol. Toch klinkt er ook kritiek op deze mobiliteitsvernieuwing.
Ethische problemen
De grootste kritiek op producenten van zelfrijdende auto’s is ethisch van aard. Stel dat twee voetgangers plotseling oversteken en dat de auto niet kan uitwijken, stellen critici, wie moet de auto dan aanrijden? Moet de auto dan de oudste persoon aanrijden, om de jongste te sparen, of vinden we dit leeftijdsdiscriminatie?
En wie is er bovendien in zo’n geval verantwoordelijk voor de aanrijding: de ‘bestuurder’ die niet stuurt of de autoproducent? Het zijn moeilijke en soms zeer nare vragen, waar overheden en bedrijven de komende tijd een antwoord op moeten zien te vinden.
Hoe het ook zij: de zelfrijdende auto zal de straten in de toekomst veroveren. Wereldwijd zijn mensen in ieder geval niet erg bang om de zelfrijdende zelfrijdende auto in te gaan, blijkt uit onderstaande infographic van Hussey Fraser. Slechts 13 procent durft het niet aan.