Geen producten in de winkelwagen.
.
.
De 41-jarige Joost Brouwer houdt ervan om iets nieuws op te starten binnen een grotere organisatie. ‘Daar leer je veel sneller van.’ Nu ontwikkelt hij als chief lending nieuwe zakelijke kredietproducten voor de onlinebank Knab.
Toen hij nog studeerde in Groningen was Brouwer al bezig met een startup in biodiesel in de VS. Bij Fortis wordt hij na zijn afstuderen meteen opgepikt als managementtrainee. In 2010 stapt hij over naar ABN Amro, waar hij zich verdiept in lean management en ondertussen nog even in Utrecht cum laude zijn bachelor geschiedenis behaalt.
Hoe hij dat doet? Goed organiseren en nieuwsgierig blijven, zijn volgens hem belangrijke eigenschappen hiervoor. Brouwer houdt ervan om te ondernemen binnen een grotere organisatie. ‘Dan ben je verantwoordelijk voor concrete resultaten, overzie je het geheel, moet je nieuwe vaardigheden leren en uitdagingen overwinnen.’
Bij ABN Amro krijgt hij in 2017 de kans om een fintech op te starten: New10. Brouwer wordt medeoprichter en directeur productmanagement. Het doel is om ondernemers veel gemakkelijker toegang te geven tot zakelijke financiering, zonder papierwinkel of businessplan.
Na drie jaar keert hij terug bij de moedermaatschappij, waar hij directeur en tribe lead wordt van corporate financiering. Ondertussen volgt hij de evolutie van Knab, een jonge zakelijke bank, onderdeel van Aegon Bank. Het concept van financiële marktplaats blijkt een schot in de roos, en dus maakt Brouwer dit voorjaar de overstap naar Knab.
Knab leunt ook dicht aan tegen zijn ideale bedrijf. ‘Een organisatie met een duidelijk doel, waarin de mensen gezamenlijk trots zijn op de resultaten en waar mensen individueel het gevoel hebben bij te dragen, zich kunnen ontwikkelen en met energie hun dag af te sluiten.’
Van de next-generation manager verwacht Brouwer dat ze ‘een leidende rol pakken om de grote problemen van onze tijd, zoals klimaat en ongelijkheid, te adresseren.’ Daarbij ziet hij wel degelijk een rol voor de leiders van vandaag. ‘We kunnen niet wachten op een nieuwe generatie om pijnlijke besluiten te nemen of hoopvolle ideeën verder uit te werken.’