Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Next Leadership 50 editie 2021

Maikel Ruijs (Commercieel Directeur bij Ahrend)

Maikel Ruijs (1983) werkte na zijn studie Economie kort als marketeer bij Deloitte, voordat hij zijn draai vond in de meubelwereld. Bij meubelmerk Gispen ontwikkelde hij zich aan de saleskant tot Salesmanager Nederland, voordat hij begin 2020 de overstap maakte naar Ahrend, waar hij nu commercieel directeur is. 

Vertrouwen van sponsoren

‘Om carrière te maken zal je zelf moeten zorgen dat je het verschil voor de organisatie maakt en dat je het vertrouwen krijgt van een aantal ‘sponsoren’. Voor mij zijn er altijd mensen geweest die het aandurfden om me op jonge leeftijd kansen te geven. Bij Deloitte bijvoorbeeld, was ik nog geen zes weken gestart met mijn afstudeerstage toen ik een baan aangeboden kreeg. Ik kreeg de opdracht om cross selling binnen de verschillende divisies te verhogen en uiteindelijk werd dit plan aan 700 medewerkers gepresenteerd. Het vertrouwen en de energie die me dat gaf, ben ik nooit vergeten. Dat is tot op de dag van vandaag een belangrijke waarde in mijn eigen managementstijl. Ik kan kritische feedback geven, maar als een collega een goed plan heeft, krijgt hij of zij mijn volle steun en vertrouwen – ook om een keer te falen en bij te sturen. Bij Gispen en Ahrend is het niet anders gegaan, vertrouwen krijgen geeft mensen de mogelijkheid om te excelleren.’ 

Bredere gesprekspartner

Maar Ruijs heeft natuurlijk vooral zelf dat verschil gemaakt. ‘Ik ben van nature erg nieuwsgierig en geïnteresseerd in alle aspecten van het bedrijf. Ik vind het belangrijk om de uitdagingen van andere afdelingen te leren begrijpen, omdat ik er van overtuigd ben dat een bedrijf veel succesvoller kan zijn als er echt samengewerkt wordt.’ 

Tijdens zijn carrière spijkerde Ruijs regelmatig zijn kennis en skills bij, onder meer met een MBA aan Nyenrode. ‘Mijn MBA heeft me enorm geholpen om die bredere gesprekspartner te worden. Ik heb verder een enorme hekel aan verliezen, dit zorgt er voor dat ik een continue drive heb om te verbeteren. Belangrijk is wel dat je als leidinggevende moet weten op welke projecten je moet focussen en in welke projecten je de ruimte geeft aan het management en de teams.’ 

Purpose economy

De next gen leader heeft volgens de Ahrend-directeur goede voeling met de ‘purpose economie’. ‘Dat wordt alleen maar belangrijker de komende jaren. Ik ervaar dat medewerkers, maar zeker ook het ambitieuze middenmanagement, niet alleen de basisvoorwaarden van hun werk belangrijk vinden, maar steeds meer waarde hechten aan het werken bij een organisatie die bijdraagt aan het gezonder maken van de wereld. In het gevecht om talent kan duurzaamheid nog wel eens belangrijker worden dan een mooie auto of 100 euro meer salaris.’ 

Daarnaast wordt de work-life balance ook steeds belangrijker, ziet Ruijs. Medewerkers willen deels vanuit huis werken. ‘Dat vergt een andere manier van aansturen en zal een belangrijke succes- óf faalfactor kunnen worden voor de ’next generation manager’.’ 

‘Mijn ideale bedrijf is continue gefocust om de klant- én de medewerkerbeleving te verbeteren. Er heerst een cultuur waar mensen zichzelf kunnen zijn, zich kunnen ontwikkelen en de ruimte krijgen om binnen hun vakgebied het verschil te maken.’ 

Verandervermogen

Opmerkelijk: Ruijs kwam vlak voor corona binnen bij Ahrend. ‘De laatste anderhalf jaar hebben veel van ons en mijn verandervermogen gevraagd. In plaats van nadenken over de verdere groei zaten we ineens midden in crisismanagement. Dat betekende aan de ene kant hard werken aan een aanpassing van de organisatie op de nieuwe marktvraag en anderzijds in een soort snelkooktraject werken aan nieuwe product-marktcombinaties.’

‘Het leidinggeven is natuurlijk ook verandert door corona. Ik werkte pas 2,5 maand bij Ahrend toen we thuis moesten gaan werken. De meeste collega’s had ik pas een enkele keer ontmoet. Dankzij allerlei online activiteiten hebben we geprobeerd iedereen aan boord te houden. En ik ben vaak gaan wandelen met collega’s, dat gaan we er zeker in houden. Ik vind het een hele prettige ongedwongen manier van overleggen.’