Iets meer dan tien jaar geleden deelde de commissie-Elias haar schokkende bevindingen over de ICT-capaciteiten van de rijksoverheid. Het rapport stelde bovenal dat de overheid lijdt aan een cultuur rondom ICT-projecten die ‘niet deugt’.
Een ‘veilige schatting’ in het verslag stelt dat het brede scala aan mislukte projecten ieder jaar zo’n 1 tot 5 miljard euro kost. ‘De rijksoverheid moet ingrijpend en doortastend optreden om haar ICT-projecten onder controle te krijgen’, zo concludeerde het rapport.
Een kleine tien jaar later en de situatie lijkt niet heel veel beter. Zo meldde NRC recent dat OM-medewerkers geregeld geen e-mails kunnen versturen, ontvangen of openen door een ‘rampzalig IT-probleem’. Daarnaast werd in 2023 bekend dat de invoeringskosten van de Omgevingswet veel hoger zijn dan verwacht, vooral door ICT-problemen. Overheden moeten 343 miljoen euro extra betalen om oude systemen en wetgevingstrajecten uit te faseren.
‘Digitale transformatie moet anders’
Digitale transformatie en de Nederlandse rijksoverheid zijn dus niet echt een goede match. ‘De digitale transformatie van Nederland kan en moet anders’, stelt Britt Hoppenbrouwers, die na twintig jaar de rijksoverheid verliet voor een rol als partner bij Netcompany. ‘Er is een structureel andere benadering nodig met een grotere rol voor de markt. Problemen rondom grote ICT-projecten zijn al meer dan tien jaar bekend, maar een wezenlijk andere aanpak blijft uit.’
‘Het willen blijven gebruiken van verouderde oplossingen en het niet aandurven om een oorspronkelijk probleem helemaal opnieuw te bekijken met de kennis van nu, betekent het onnodig blijven uitgeven van miljoenen euro’s aan onderhoud om de boel in de lucht te houden. De inzet van nieuwe technologie en innovatie moet worden gezien als een middel om het digitale leven van de burger makkelijker te maken. Het gebruik van nieuwe technologie mag geen doel op zich zijn.’
Verantwoordelijkheid ligt óók bij de markt
In de praktijk kost dat dus nog ieder jaar miljarden, maar het is te gemakkelijk om alleen naar de overheid te wijzen als schuldige, ziet Naoufal El-Hamchaoui, partner bij Netcompany. ‘Marktpartijen moeten verantwoordelijkheid nemen én risico’s durven dragen. Ze behoren zich te committeren aan een vast budget en een afgesproken tijdsbestek, zodat zij verantwoordelijk kunnen worden gehouden wanneer een ICT-project uit de hand loopt. Het vaststellen van een duidelijk budget en tijdschema is essentieel om de overheid dichter bij de markt te brengen.’
En dat is niet het enige probleem, ziet El-Hamchaoui. ‘Tegelijkertijd moet de markt direct stoppen met het creëren van vendor lock-in, waarbij de overheid definitief wordt gebonden aan één leverancier. De gevolgen hiervan zijn aanzienlijk: het beperkt de flexibiliteit in aanpassingen op wijzigende wet- en regelgeving en het remt innovatie. Daarnaast bestaat het risico dat de overheid de controle over haar eigen data verliest.’
Duidelijkere taakverdeling tussen overheid én markt
Daarom pleiten de experts van Netcompany voor een duidelijkere taakverdeling tussen overheid en markt. ‘Als de overheid met een duidelijke probleemformulering aanbesteedt, kan de ontwikkeling worden overgelaten aan de leverancier, waar de expertise en de mensen zijn’, stelt Maurice van Dorp. ‘Op deze manier kan de markt aan de slag en hoeft de overheid zich niet te buigen over technische details.’
Bestaande oplossingen recyclen
Een belangrijk advies van de kersverse partners van Netcompany is het idee van hergebruik van bestaande oplossingen, zowel binnen de Nederlandse overheid als op Europees niveau.
‘Er zijn al succesvolle ICT-oplossingen in landen zoals Denemarken en Noorwegen’, stelt Van Dorp. ‘Door gebruik te maken van deze bestaande vondsten en expertise en te kiezen voor Europese ICT-leveranciers, kunnen we niet alleen kosteneffectiever werken, maar ook sneller een werkende oplossing opleveren.’
Met het aantreden van staatssecretaris Zsolt Szabó voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering, die hands-on ervaring heeft in de sector, zien de experts kansen voor vernieuwing. ‘Dit is het moment om deze ideeën toe te passen in het nieuwe beleid van staatssecretaris Szabó. Als de burger kan profiteren van verbeterde digitale dienstverlening en niet langer hoeft te lezen over verloren belastinggeld, kunnen we een belangrijke stap zetten richting het herstel van vertrouwen in de overheid.’