Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Vijf prangende vragen over duurzaam beleggen

In samenwerking met Dutch Clean Tech - Steeds meer Nederlanders kiezen voor duurzaam beleggen, bijvoorbeeld in groene energie en schoon water. Hoe doe je dat, welke smaken heb je eigenlijk en verschillen de risico's die eraan kleven? Dit zijn 5 dingen die je moet weten over duurzaam beleggen.

Foto: DCT

1. Waarom kiezen mensen voor duurzaam beleggen?

Daar zijn grofweg twee verklaringen voor. Op de eerste plaats is de aandacht voor een schonere planeet de afgelopen tien jaar enorm gegroeid. We installeren massaal zonnepanelen op onze daken, kiezen voor groene energie en rijden steeds vaker elektrisch. Klimaatverandering zien veel mensen als één van de belangrijkste thema’s van nu, zo laten diverse onderzoeken zien. De Consumentenbond peilde een jaar geleden nog de stemming onder 9.000 panelleden en daaruit bleek dat inmiddels ruim 70 procent van de Nederlanders duurzaamheid een belangrijk thema vindt.

Beleggen in zogeheten ESG-bedrijven wint in ieder geval snel aan populariteit (ESG staat voor environmental, social and corporate governance). Volgens zakenbank JPMorgan staat er wereldwijd inmiddels al 45 biljoen dollar aan duurzame investeringen onder beheer.

Ook de historisch lage spaarrente speelt hier een rol. Wie vermogen heeft teert daardoor al snel in als gevolg van de inflatie. Er zijn zelfs al banken waar vermogende klanten moeten betalen voor het stallen van hun spaarcenten. Veel mensen zoeken daarom naar andere manieren om hun geld te laten renderen.

2. Welke vormen van duurzaam beleggen zijn er?

Aandelen en obligaties. Dat zijn met afstand de twee populairste manieren van (duurzaam) beleggen. Met een aandeel koop je als het ware een stukje eigendom van een bedrijf. Dat kan rechtstreeks, via private equity of door te handelen op de beurs. Heeft het bedrijf succes, dan stijgt de waarde van je aandeel. Andersom zorgen dalende beurskoersen voor verlies op je inleg. Beleggen in aandelen kan erg winstgevend zijn, maar is relatief risicovol.

De tweede optie is de obligatie. Daarbij leen je een bedrag uit aan een bedrijf of overheid en ontvang je in ruil daarvoor rente. Aan het einde van de looptijd krijg je de inleg terug. Obligaties bieden meer zekerheid, maar leveren vaak minder op dan een aandeel. Ook zijn obligaties niet altijd vrij verhandelbaar, zoals bij aandelen doorgaans wel het geval is.

Je kunt dus rechtstreeks beleggen in bedrijven die een mooi rendement bieden. Daar heb je niet perse een beurs of bank voor nodig. Als belegger ben je dan feitelijk een geldgever.

3. Waar beleggen mensen dan zoal in?

Er zijn verschillende beleggingsvormen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan bedrijven die een innovatie hebben op het gebied van zonne-energie of waterschaarste. Zo laat je niet alleen je geld renderen, je maakt er ook de wereld een beetje groener mee. Een concreet voorbeeld is beleggen in het Nederlandse bedrijf Dutch Clean Tech. Dat ontwikkelde een technologie waarmee de productie van palmolie kan worden opgevoerd, zonder dat daarvoor bomen hoeven te sneuvelen. Het bedrijf voegt namelijk enzymen toe aan de uitgeperste vruchtenpulp die nu nog overblijft. Die breken de celwanden af, waardoor meer palmolie vrijkomt. Extra rendement? 15 tot 20 procent. Dit jaar gaat het bedrijf de eerste installaties leveren in Maleisië. Door obligaties te kopen, kunnen particuliere beleggers meeprofiteren van toekomstige winsten.

Ben je nieuwsgierig geraakt en wil je meer weten?
Lees dan het whitepaper dat we hierover hebben geschreven. Hierin gaan we in op de mogelijkheden voor private investeerders die serieus overwegen om te investeren in duurzame technologie. Welke smaken zijn er en hoe maak je de juiste keuzen? Download het whitepaper hier.

4. Kleven er risico’s aan duurzaam beleggen?

Beleggen – in welke vorm dan ook – brengt risico’s met zich mee. Duurzaam beleggen is daar geen uitzondering in. Je weet immers nooit exact hoe een bedrijf gaat presteren en of een nieuwe duurzame technologie de hooggespannen verwachtingen gaat waarmaken. Neem bijvoorbeeld de coronacrisis. Die heeft veel impact op bedrijven en heeft vrijwel niemand zien aankomen. Wees je dus bewust van de risico’s. Geen enkel bedrijf kan 100 procent garanderen dat je een toprendement zult halen.

Wat veel uitmaakt is de fase waarin een onderneming of nieuwe technologie zich bevindt. Pioniersbedrijven met een innovatie die zich nog niet heeft bewezen, zijn over het algemeen een risicovollere belegging. Wordt het een succes, dan zit je als één van de eerste investeerders gebeiteld. Maar blijkt er voor de innovatie jammer genoeg geen bestaansrecht, dan ben je de belegging meestal kwijt. Een bedrijf met een bewezen technologie én klanten geldt meestal als een minder risicovolle belegging.

5. Wanneer begint mijn geld te renderen?

Voor beleggen is doorgaans een wat langere adem vereist. Duurzaam beleggen is daarin geen uitzondering. Hoe lang precies hangt sterk af van het project of het bedrijf waarin je belegt. Obligaties kennen al snel een looptijd van enkele jaren. Het is dus sowieso niet slim om duurzaam te beleggen met geld dat je op korte termijn denkt nodig te hebben. Aandelen zijn meestal vrij verhandelbaar, maar ook daarvoor geldt dat snel cashen meestal niet aan de orde is. Een rendement opbouwen kost nu eenmaal tijd.

Kortom, lees je goed in en laat je eventueel nog informeren door een financieel adviseur. Zeker als het gaat om zaken als rendement, looptijd en de mogelijkheid om tussentijds uit te stappen.