“Op het moment dat Breman-monteur Stijn bij mij thuiskwam, wilde ik meekijken. Dat boeide mij direct. Stijn moedigde mij aan om te solliciteren en vertelde dat Breman voor iedereen openstaat en je alle kansen geeft. Dat heb ik gedaan. Er was meteen een klik en nu werk ik hier zelf als onderhoudsmonteur.”
Kimberley Brugel is zo van klant, medewerker geworden. “Je merkt dat de mens centraal staat. Ik kan slecht tegen onrecht, bijvoorbeeld wanneer vrouwen minder verdienen dan mannen. Dat heb ik eerder meegemaakt, maar dat is bij Breman absoluut niet het geval. Er is respect. Hier accepteren ze je zoals je bent, ongeacht kleur, achtergrond of wat dan ook.”
Gelijkwaardigheid in het DNA
“Die gelijkwaardigheid zit in het DNA van het familiebedrijf”, licht Jeroen Geelhoed toe. Bij Breman, dat volgend jaar honderd jaar bestaat, is sinds 1971 de zeggenschap (en de winst) gelijk verdeeld tussen aandeelhouders en medewerkers. Het bedrijf telt bijna 1600 medewerkers en Brugel is een van de honderden monteurs die samen 500.000 installaties in beheer hebben.
Natuurlijk is financieel gezond zijn belangrijk, maar Breman gaat zeker niet voor het grote geld, legt Geelhoed uit. “Wij hebben bewust afscheid genomen van klanten die voor het snelle geld gaan. We willen bijdragen aan de energietransitie in heel Nederland op een manier die betaalbaar, schaalbaar en duurzaam is.”
Breman richt zich daarom op woningcorporaties, woningbouwbedrijven, eigenaren van maatschappelijk en commercieel vastgoed en particulieren. Bekend voorbeeld is het Anne Frank Huis. En recent heeft Breman het fraaie ARTIS-Aquarium voorzien van nieuwe warmtepompen. Ook richt het bedrijf zich op de groeiende markt van fabrieksmatige bouw en werkt de organisatie samen met sociale werkplaatsen waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst zijn.
Eigen Breman Academy
Bijzonder is dat Breman een eigen Academy heeft. Naast Zwolle zijn er inmiddels ook opleidingslocaties in Drunen en Rotterdam. Iedereen kan daar worden opgeleid en omgeschoold; er komen mensen binnen met een technische achtergrond, maar ook iemand van het conservatorium of een voormalig kapper kan daar het vak van installatiemonteur leren.
“Dat maakt Breman zo’n mooi bedrijf”, zegt Brugel. Naar eigen zeggen had ze vroeger moeite met leren, maar nu gaat het haar gemakkelijk af. “Volgens mijn vader komt dat, omdat mijn hart hier ligt. En dat denk ik ook. Alles is te leren als je maar wilt.”
Na enig aandringen, bescheiden als ze is, vertelt zij dat ze een 10 heeft gehaald op haar laatste examen. Nu mag ze zelfstandig als onderhoudsmonteur op pad. En ze is nog niet uitgeleerd. “Misschien dat ik hierna in de storingsdienst wil en ook het installeren van warmtepompen wil gaan leren.”
Voor Brugel is de komst naar Breman dan ook een schot in de roos. “Ik ben hier met open armen ontvangen. Het voelde als een warm bad, ik kreeg meteen een vertrouwd gevoel. Ik heb altijd het idee gehad dat je je als vrouw meer moet bewijzen, maar hier is dat niet zo. De collega’s zijn heel behulpzaam, je kunt ze altijd bellen.”
Ook buitenstaanders merken dat volgens haar op. “Er zat een jongen bij mij in een cursus die zei: ‘Het is mooi om te zien hoe jullie als groep met elkaar omgaan’. Hij overweegt nu ook bij ons te gaan solliciteren.”
Volop in energietransitie
Het bedrijf kan nieuwe medewerkers heel goed gebruiken. Breman is blij dat het sinds kort Brugel aan boord heeft, maar ze hebben nog honderden vacatures openstaan. Want Breman zit volop in de energietransitie. Geelhoed: “Er is heel veel werk. Wij willen bedrijven en bewoners helpen bij de verduurzaming. Daarvoor hebben we ook ons Kenniscentrum Energietransitie opgezet.”
Breman hanteert een langetermijnvisie en dat past ook bij een familiebedrijf, vindt Jeroen. “Wij gaan voor iedereen energiepositief; wij willen dat klanten blij zijn, medewerkers meer energie krijgen van werken bij Breman en we willen een bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2-uitstoot om de aarde te beschermen. Dat zijn we verplicht aan de volgende generatie.”
Niet voor niets organiseert Breman voor het honderdjarig bestaan feestelijke sessies met jongeren om samen te kijken hoe wonen en werken er in 2050 uit zou kunnen zien. Geelhoed: “We zien het als onze missie om samen te zorgen voor een beter woon- en werkklimaat voor onszelf én toekomstige generaties.”