Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De man achter de schuld van 1 miljard

De supermarktketen van Jumbo-topman Frits van Eerd groeit explosief. ‘Maar winst is geen drijfveer, het gaat om de klant’. Een interview met de beste bestuurder van Nederland.

Frtis van Eerd ondernemer

Dit artikel is een profiel van Frits van Eerd uit april 2012. Wil je zijn actuele profiel lezen? Klik hier om naar het interview uit mei 2021 te gaan. Of lees eerst verder.

Frits van Eerd verkozen tot beste bestuurder van het land

Voor het tweede jaar op rij is hij door de lezers van MT verkozen tot de beste bestuurder van het land. Maar Frits van Eerd neemt de titel met gemengde ­gevoelens in ontvangst. “Ik voel me geen bestuurder”, zegt hij. “Als ik MT lees, zie ik mensen op wie ik niet wil lijken. Ik wil niet zo’n mannetje zijn dat hoog in een toren zit. Van zulke bestuurders heb ik een afkeer. Ik ben meer van het doen.”

Hij oogt fit met zijn 45 jaar, maar de wallen onder zijn ogen verraden het slaaptekort dat zijn functie met zich meedraagt. “Een bedrijf besturen kan alleen als je er continu ­middenin zit. Sinds dag 1 ben ik de spin in het web. Vijftien jaar geleden hadden we één winkel en ook daar stond ik ­ niet op kantoor, maar in de winkel. Dat is nog steeds zo.”

Succesrecept van frietzakmodel

Het succesrecept van de boy wonder van de retail lijkt bedrieglijk simpel: een ontembare wil om te winnen, een heilig en rotsvast geloof in de formule waarin de klant het begin- en eindpunt is van alles gekoppeld aan een diep besef dat de mensen die in de winkel werken de sleutel tot het succes vormen. En dat het gaat om het doen, niet om het managen. “Ik sta ’s ­ochtends niet op om te besturen, maar om te ­ondernemen.”

We zien zijn opvattingen terug in de manier waarop hij Jumbo aanstuurt. ‘Het frietzakmodel’, zoals hij het zelf noemt. De frietzak staat voor een omgekeerde piramide. Bovenaan staan de mensen op de winkelvloer, want ‘de klant is het ­belangrijkste’. “Daar is het hele bedrijf omheen gebouwd. De medewerker heeft direct contact met de klant en ons succes is dus afhankelijk van hem.

Klanten willen een winkel die klopt, waar ze vriendelijk en deskundig geholpen worden. Meer is het niet. Ze komen echt niet terug omdat ik zo’n fijne vent ben, of de beste bestuurder of dat we zo’n doordachte strategie hebben.” Van Eerd gaat ver in zijn wil om de klant voor zich te winnen. “Zelfs als de klanttevredenheid volledig ten koste gaat van de winst, hebben we dat ervoor over. Dat is het verschil tussen mij en andere supermarktbazen. Winst is geen drijfveer, het gaat altijd om de klant.”

In wezen is Frits van Eerd dezelfde supermarktman die hij 15 jaar geleden ook al was, toen hij bij Jumbo begon. Hij is graag en veel op de winkelvloer en eist dat ook van zijn mensen. Voor sommigen is dat wennen. “We betrekken onze mensen heel sterk bij onze missie. Daar besteed ik veel tijd aan. Elke maandag komen de nieuwe medewerkers naar Veghel, waar ik ze vertel over de missie en de formule.

Iedereen – ongeacht de functie – moet door onze eigen opleiding heen om de zeven dagelijkse zekerheden, de kracht van de formule, te begrijpen en te omarmen. Wie niet slaagt, krijgt geen contract. Het is cruciaal dat iedereen in de organisatie doordrongen is van die uitgangspunten. Wie die missie niet onderschrijft en niet de wil heeft om te winnen, die hoef ik hier niet.”

Pijnlijke nederlaag

Nu Jumbo bijna klaar is met de integratie van de Super de Boersupermarkten, die Van Eerd in 2009 overnam, staat dit jaar alweer de volgende integratie op het programma: die van de 400 overgenomen C1000-winkels, waarvan zo’n 300 onder de Jumbo-vlag verder gaan en daarmee het totaal aantal Jumbo’s op 600 brengt. De rest wordt vanwege mededingingsbelangen aan Albert Heijn en Coop verkocht.

Door de tweede overname van een keten die groter was dan het eigen bedrijf, torst Jumbo nu een schuld van meer dan een miljard euro op zijn schouders. Er staat dan ook veel op het spel, beseft Van Eerd. “We zijn niet met schaalgrootte bezig geweest. Eerlijk gezegd ben ik verbaasd over onze snelle groei.”

En toch, zijn pijnlijkste nederlaag leed hij uitgerekend tijdens de integratie van Super de Boer. Van Eerd wist zeker dat hij zich niet zou vertillen aan die grotere groep winkels. Dat Jumbo erin zou slagen de klanttevredenheid te handhaven.

“Vorig jaar werden we vierde in het GfK-rapport over de supermarkten. Mijn reactie was: ***, krijgen ze toch gelijk, al die deskundigen die rond de overname zeiden dat het niet ging lukken in zo’n korte tijd. Dat deed pijn. Het prijsniveau en de service bleven achter en er waren te vaak artikelen niet voorradig. Toch, verliezen is niet erg als je maar weet waarom je hebt verloren en leert hoe je de volgende keer wel kunt winnen.”

En geleerd heeft hij. “Ik heb onvoldoende duidelijk gemaakt dat we scherp moesten blijven. Ik mag nooit het touw laten vieren. Nóóit. Dáár heb ik als bestuurder gefaald, want ik heb er onvoldoende op gestuurd. Dus ging ik aan alle knoppen draaien en er wel zwaar op sturen. Een half jaar later waren we weer de beste supermarktketen van Nederland. Als dat betekent dat ik even niks verdien, is dat maar zo. We moeten gewoon de beste zijn.”


Frits van Eerd (1967) is de middelste van drie kinderen van Karel van Eerd, die van Jumbo een supermarkt maakte. Begin jaren 90 begon hij zijn carrière in het familiebedrijf, sinds 1996 heeft hij de dagelijkse ­leiding. Hij studeerde bedrijfskunde.
Zijn hobby: oude auto’s opknappen en rijden. Al tweemaal reed hij de Dakar Rally. En hij heeft nog meer uitbundige kanten. Zo was hij Prins Carnaval in geboorteplaats Veghel in 1999, nam hij een carnavalshit op en speelt hij trompet.
In 2012 werd hij tot ‘Knoergoeie Brabander’ uitgeroepen, vanwege zijn succesvolle managementstijl, de familiewaarden die hij uitdraagt en zijn voorliefde voor carnaval.
Van Eerd is getrouwd met Famke Heinrichs, een telg uit de Van der Valkfamilie. Samen hebben ze drie kinderen.

Explosieve groei door C1000

Met de integratie van de C1000­winkels staat hij voor het grootste avontuur in zijn loopbaan. Niet slagen is geen optie, zegt hij: “Als dit niet lukt, zijn veel mensen een illusie armer en is de familie Van Eerd alles kwijt. Dan is er geen Jumbo meer.” Het vraagt veel van hem persoonlijk.

“Het is een enorme verantwoordelijkheid, maar ik lijd er niet onder. Als je hier wilt staan, weet je dat je beslissingen moet nemen. Ik ben een leider die het liefst midden in de groep staat. Ik ben de baas, maar die kaart speel ik zelden uit. Behalve de laatste tijd. We hebben 900 miljoen betaald omdat ik het op míjn manier wil hebben. Soms willen mensen daarover de discussie aangaan en daar heb ik nu de tijd niet voor. Ja, ik voer daarover overleg, maar geen discussie.”

Van Eerd zegt dat hij nooit op zoek is geweest naar die grote schaal, die explosieve groei of die enorme schuld, maar intussen heeft hij het allemaal wel. “Ik heb bedrijfskunde gestudeerd, maar begreep nooit hoe grote bedrijven dat soort overnames konden doen. Ik merk nu dat het anders is als je er midden in staat. Banken zijn gek op onze cashflow van 150 miljoen per week.” Toch zegt hij zich niet comfortabel te voelen bij een schuld van ruim een miljard. “Daar lig ik wel eens wakker van. Als ik timide reageer op de overname van C1000 is dat omdat we het nu moeten gaan waarmaken.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

We kunnen het, maar pas over een paar jaar is er plaats voor een juichstemming. Ik ben ook nu pas echt opgetogen over Super de Boer. Nu het staat. Waar ik het soms wel heel erg warm van krijg, is van internetshoppen. Wat gebeurt er als je nu alle voeding ineens via internet kunt kopen? Dat het ooit gaat het gebeuren is prima en onvermijdelijk, maar nu is er nog niemand die dat goed weet te doen.”

Net als 15 jaar geleden omringt Van Eerd zich ook nu nog met mensen die hij kan vertrouwen en die hem energie geven. Alleen dan kan hij winnen, zegt hij. “Winnen is nooit toeval. Voor een topprestatie zijn de ingrediënten altijd dezelfde, maar iedere winst vraagt een andere samenstelling ervan. Ik ben de kok, ik stem ze op elkaar af. Dat is mijn werk. En ik ben goed in het enthousiast maken van mensen zodat ze ook zij willen winnen. Dat is nog veel leuker.”