Om de kans op succes zo groot mogelijk te maken moet iedere manager deze 12 vaardigheden ontwikkelen.
Ter promotie van haar boek IK2 geeft Sitskoorn een reeks brain bootcamps. Avondvullende trainingen over hoe je ‘de beste versie van jezelf’ kunt worden. Behalve auteur is Sitskoorn hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg.
#1 Focus
De beste leiders zijn in staat om hun focus te beheersen op die verschillende manieren. Dat je aandacht moet hebben voor de persoon die tegenover je zit, dat is een open deur. Maar om écht goed te zijn kun je die focus vasthouden – ook bij oninteressante sprekers – en op commando weer loslaten. Het loslaten is belangrijk om die deur op vrijdagmiddag écht dicht te kunnen doen en het weekend te gebruiken om weer op te laten voor volgende week, in plaats van het hele weekend piekeren over die ene vergadering.
#2 Emoties reguleren
“Ik snap niet dat mensen zo trots kunnen zeggen dat ze altijd hun hart volgen.” Aldus de hoogleraar klinische neuropsychologie. Natuurlijk kan het soms goed zijn om je gevoel ergens bij te volgen, maar dat is iets anders dan je emoties de overtoon laten voeren. Om echt succesvol te zijn kun je je eigen gevoelens omzetten in een motivatie als dat nodig is, maar ook van je af houden op het moment dat je er geen tijd voor hebt. Hier valt ook het vermogen onder om met stress om te kunnen gaan.
#3 Theory of mind
Een goede theory of mind heeft iemand die in staat is om de gedachten, gevoelens en vervolgstappen van een ander goed in te schatten. Een groep die erom bekend staat dit goed te kunnen zijn schakers, bij het denkspel is het ten slotte helemaal niet gek om meerdere zetten vooruit al klaar te hebben liggen. Op die vervolgstappen moet de tegenstander kunnen anticiperen. Engels staatsman Winston Churchill was naar verluid ook legendarisch in theory of mind.
Zilveren zouthouder
Op een staatsbanket met hoogwaardigheidsbekleders zou hij hebben gezien dat één van de andere staatshoofden een waardevol antiek zilveren zouthouder in zijn binnenzak stopte. Zijn opties waren moeilijk: het was een vorm van diefstal waar hij íets mee moest. Maar de persoon aanspreken kon voor een internationaal conflict zorgen. De oplossing lag in de gedachten van de ander lezen. Churchill stak het bijbehorende pepervaatje in zijn binnenzak en liep op de zouthouder af. Hem zijn eigen vangst tonende zou Churchill hebben gezegd dat ze ‘betrapt’ waren en dus beter de set terug op tafel konden zetten.
#4 Pro-sociaal gedrag
Volgens één van Sitskoorns inspiratiebronnen is een goed leider iemand die kijkt naar de dingen die er nog staan als hij of zij zelf weg is. Het pro-sociaal gedrag tekent zich door niet jezelf voorop te stellen maar het belang van het geheel. Onder meer noemers is pro-sociaal gedraag ook bekend. Zo wordt dit ook aangeduid als ‘het nieuwe leiderschap’ of ‘transformational leader’.
#5 Werkgeheugen gebruiken
De associatie die de meesten hebben met geheugen is dat het een reproductie van iets uit het verleden is. Om effectief als leider te kunnen functioneren is die definitie incompleet. Het zogeheten werkgeheugen is onthouden waar je in de toekomst mee bezig gaat zijn. Zonder dat die gedachte je in de weg zit bij je huidige werk. Praktisch gezien heb je een effectief werkgeheugen als je ’s ochtends instaat bent om voor de hele dag vooruit te plannen én je daaraan te houden. Hierbij moet je de planning op het moment zelf dan weer niet in je hoofd hebben zitten. Dus als je van 10 tot 11 uur in de ochtend een afspraak hebt moet je je bewust zijn van de eindtijd zonder daar effectief mee bezig te zijn.
#6 Een reëel zelfbeeld hebben
Het probleem hiervan is, volgens Sitskoorn, dat de meeste mensen ‘denken dat ze een goed zelfbeeld hebben, zonder dat dit het geval is’. Dus kijk eens stevig in de spiegel en vraag aan de mensen in je omgeving in een zo open mogelijke setting hoe jij kunt groeien.
#7 Dingen kunnen plannen
Hierbij doelt de klinisch psycholoog voornamelijk op het vermogen om taken uiteen te laten vallen in deelopdrachten. Hoe goed ben je in staat om van die éne grote opdracht allemaal kleine taakjes te maken die uitgezet kunnen worden bij je teamleden?
#8 Dingen kunnen organiseren
Het verschil tussen plannen en organiseren ligt in je eigen aanpak. Waar plannen gericht is op de omvang van de taak is het organiseren gericht op hoe jij zelf de taak instapt. Heb je bijvoorbeeld een opgeruimd bureau? Kun je de spullen vinden die je nodig hebt(hoeft niet samen te vallen met een opgeruimd bureau)?
#9 Taken kunnen beginnen
Misschien wel het meest gehoorde advies is: begin gewoon. Stel je werkzaamheden niet uit
#10 Ongewenst gedrag onderdrukken
Hoe goed ben je in staat om een kleine waardering vandaag uit te stellen voor een grote waardering morgen? Amerikaanse kinderen zijn op deze manier getest: op jonge leeftijd worden deze een aantal minuten in een ruimte alleen gelaten met een marshmallow. Als de proefkinderen in staat zijn om het snoepje niet op te eten gedurende een ongedefinieerde tijd, dan krijgen ze er nóg een.
Wat blijkt? De kinderen die konden wachten werden succesvoller in het leven dan de kinderen die niet konden wachten.
#11 Jezelf kunnen monitoren
Hoe goed ben je in staat om na een opdracht te kijken naar je eigen rol? Kun je een eerlijke reflectie hebben op je eigen werk?
#12 Flexibel kunnen zijn
Ben je in staat om voor problemen één of meerdere oplossingen te zien? Ervaar je veranderingen als onderdeel van je bestaan of als een aanval op jou als persoon?
Margriet Sitskoorn is hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg.
Beste Business Events Download gratis managementpocket
Psychologie voor managers: Leer menselijk gedrag observeren en interpreteren met deze managementpocket van meer dan 40 pagina’s!
lees verder