Een idee krijgen van de betrouwbaarheid van een potentiële zakenpartner? Kijk goed hoe hij of zij fooi geeft.
De mate waarin en vooral waarom mensen met fooien strooien naar obers, taxichauffeurs of hotelpersoneel geeft een goede indictatie van de mate waarin ze de neiging hebben tot corruptie.
Wie wel eens zakendoet in het buitenland kan er vast over meepraten. Het blijft lastig om goed in te schatten wat je precies aan een buitenlandse handelspartner hebt. Grootste nachtmerrie is natuurlijk dat je zakenpartner corrupt blijkt te zijn. Gelukkig hebben onderzoekers van de Amerikaanse Harvard Universiteit een goede tip: let op hoeveel fooien hij geeft.
Hoe vaker, hoe corrupter
De mate waarin mensen fooien geven blijkt volgens de onderzoekers namelijk positief gerelateerd te zijn aan corruptie. Hoe vaker iemand fooi geeft, hoe groter de kans dat hij iemand omkoopt. Natuurlijk was ik als zuinige Hollander meteen benieuwd of de hoogte van de fooien die mensen geven iets zegt over de neiging tot corruptie, maar dat is niet het geval. Het gaat puur om de frequentie van het geven van een extraatje.
Voor wie per land een indicatie wil hebben, zie deze grafiek uit de onderzoekspaper:
Je ziet dat wij Nederlanders er aardig vanaf komen. Maar in ons land is het enkel gebruikelijk om in de horeca een tip achter te laten, terwijl je in andere landen in veel meer gevallen een fooi dient te geven, zoals aan de taxichauffeur of zelfs de kapper. In Canada en India wordt weer vrij vaak fooi gegeven, maar India scoort slechter omdat er veel meer corruptie is.
Het waarom van de fooi
Hoeveel getipt wordt zegt dus niet alles. Van belang is dan ook de reden voor het geven van een extraatje.
Geef je een fooi omdat je de dienst goed vond en dus je waardering in geld wilt uitdrukken? Of hoop je door het geven van een fooi in de toekomst minstens even goede service te krijgen? In India wordt vooral om de laatst genoemde reden fooi gegeven terwijl in Canada de eerste reden dominanter is. In feite ziet men in India een fooi vaker als een beloning voor een prestatie die in de toekomst geleverd moet worden. De stap naar omkoping is dan niet zo groot.
Loont omkopen?
Maar levert fooi geven betere service op? Daarop geven de Harvard-economen geen antwoord. Ik heb een donkerbruin vermoeden van niet. Eerder onderzoek naar de invloed van omkoping op productiviteit toont namelijk aan dat omkoping een negatieve invloed heeft op de productiviteit van bedrijven.
In het theoretische geval dat je je eerder gegeven fooi weer terug kunt eisen wanneer de service niet naar wens was, zou het denk ik wel kunnen werken. De angst om het extraatje kwijt te raken is een sterke motivatie om te presteren. Het is een principe waar ik eerder over schreef, en waar vooral ook personeelsmanagers hun voordeel mee kunnen doen.
Eerdere blogs van Eline Ronner:
-
Het waarom van de helpdeskterreur
-
Verkiezingen VS boost voor economie
-
Kansloze kerels bedreigen China
- De meerwaarde van een nieuwe manager