Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Vastgeketend aan onzinnige norm

Wat gebeurt er als je politici met cijfers laat goochelen? Dan krijg je economisch onzinnige normen waar we ons wel aan dienen te houden.

De vlag kon vorige week na het verschijnen van de laatste CPB ramingen wel uit leek het. Het begrotingstekort zal naar verwachting geen 2,9 maar 2,7 procent van het BBP zijn. Zo blijven we “ruim” onder de heilige 3 procentnorm van Brussel. Uit de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s die gisteren verscheen, bleek dat als het aan de PvdA, PVV, SP, GroenLinks en DPK, de partij van oud-PVV'er Hero Brinkman ligt, het begrotingstekort volgend jaar oploopt tot boven die norm. Waar komt die 3 procentnorm eigenlijk vandaan?

Arbitrair getal

In feite is het een arbitrair getal dat 20 jaar geleden in Maastricht is gekozen toen we bij de geboorte van de Europese Monetaire Unie (EMU) begrotingsafspraken maakten die later zouden leiden tot het eerste stabiliteits- en groeipact in 1997. Dit pact is weer verder aangescherpt in het Europese begrotingspact van december vorig jaar.

Ideale omvang staatsschuld?

In het verdrag van Maastricht bepaalden de eurolanden dat ze de staatsschuld tot maximaal 60 procent van hun bruto binnenlands product (bbp) wilden laten oplopen. Waarom? Omdat dit in 1990-1991 de gemiddelde omvang van de staatsschuld was in de eurolanden. Enige empirische onderbouwing over waarom dit de ideale omvang van de staatsschuld zou zijn ontbreekt. Overigens zat Nederland toen al boven die 60 procent. 

Aannames doen

Dan naar de drie procentnorm ten aanzien van het begrotingstekort. Het idee was om de staatsschuld niet verder op te laten lopen als percentage van het BBP. Om dit in de toekomst te bewerkstelligen, moest je dus aannames doen over de ontwikkeling van de economische groei.

De heilige 3 procent

De eurolanden dachten dat de economie (nominaal, dus niet gecorrigeerd voor de inflatie) met vijf procent per jaar zou groeien. Om dan op een staatsschuld van zestig procent te blijven, mag je een maximaal begrotingstekort van 3 procent hebben. Vijf procent van zestig is immers drie. Anders gezegd: begrotingstekort = economische groei x staatsschuldquote.

Nominale groei

Twintig jaar later hangt de vlag er heel anders bij. Een staatsschuld van gemiddeld 60 procent van het BBP. We wish! Volgens Eurostat bedroeg de gemiddelde staatsschuld van de eurolanden eind 2011 87,2 procent.

En 5 procent nominale groei? Daar kunnen we alleen maar van dromen.

Fiscale voodoo

Zaten de heren en dames politici destijds in een Maastrichtse coffeeshop toen ze dit bedachten? Zo verwoordden de gezaghebbende economen het toen niet, maar er was zeker de nodige kritiek op de normen.  Klinkklare economische onzin en een vorm van fiscale voodoo was bijvoorbeeld de ongezouten mening van econoom Willem Buiter al in 1992.

Toch gehoorzamen

Hebben de partijen die de norm aan hun laars willen lappen dan gelijk? Nee! Er zijn een aantal redenen waarom we ons toch aan dit zelf opgelegde dictaat moeten houden. In de eerste plaats omdat we onszelf aan de drie procentregel vastgeketend hebben. Nederland wilde deze normen zelf en gold als één van de hardliners in de handhaving ervan.

Stabiliteit waarborgen

Wie verder kijkt dan de arbitraire getallen en politiek, begrijpt dat deze begrotingsregels economische stabiliteit in de eurozone moeten waarborgen. Wat de norm dan precies is, maakt niet zo veel uit. Dat er een norm is waar iedereen zich aan houdt, is belangrijker.

Eerdere columns: