Doe het maar: 31 jaar jong, bevlogen D66’er en gebombardeerd worden om als fractieleider in de schoenen te stappen van politieke taalvirtuozen als Van Mierlo, Terlouw en Pechtold. Waar collega-fractieleiders als Marijnissen, Klaver, Wilders en Asscher vrijuit kunnen vlammen, ben jij ook nog eens geharnast als coalitiepartner.
Of je vooral uit wil stralen dat je er ‘staat namens de hele fractie’, is hem ongetwijfeld op het hart gedrukt. Natuurlijk, moet hij gedacht hebben, want wie ben je nu eenmaal als je net 24 uur fractieleider bent. En die mediatraining? Die komt later wel. Ga het eerst maar eens doen. Mensen met ervaring genoeg in de fractie die je kunnen helpen.
En zo kon het gebeuren dat de kersverse fractieleider van D66 Rob Jetten binnen 24 uur de bijnaam Robot Jetten kreeg. De reden lag bij hemzelf: ingestudeerde, holle, houterig geformuleerde antwoorden. ‘We hebben als fractie de koppen bij elkaar gestoken. We hebben een goed gesprek gehad in de fractie. We hebben als fractie besloten.’
Duidelijk een gevalletje van: een aardige jongen, die te veel zijn best doet. Iemand die nog geen eigen verhaal heeft en vooral ‘namens de hele fractie’ wil spreken. Dan krijg je dit soort geforceerde interviews zoals live bij Pauw en bij ouwe rot Frits Wester.
Als de mediawereld over hem heen valt, maakt hij ook nog een knullig twitterfoutje. Bij een tweet over de installatie van Rutger Schonis als nieuw Kamerlid, vergeet Jetten het woord ‘zoiets?’ te verwijderen aan het einde van zijn tekstje. Vermoedelijk heeft zijn tweet eerst voorgelegd aan een persvoorlichter. Arme ziel.
Wat Rob Jetten nodig heeft is een eigen verhaal.
Allereerst beste Rob,
Als je alles wat je tweet, doet of zegt in het belang is van D66, kan je niks gebeuren. Beter: doe niet je best om de leider van een politieke beweging uit te stralen. Je zit al op die plek, dus ga het gewoon doen. Alles wat je vanaf nu zegt, doet en bespreekt, ook achter gesloten deuren of in vertrouwen, ligt op straat. Intern is extern anno 2018.
Twee: je staat er alleen voor. Dat is de tol van het leider zijn.
En drie: laat je nooit, maar dan ook nooit meer vertellen hoe je iets moet zeggen. Jij zit op die plek omdat je kan nadenken, politiek gevoel hebt en D66 bént. Wat jij moet ontwikkelen is zelfspot en het gemak vinden voor een camera, zoals jouw illustere voorgangers dat konden. Wat jouw daarbij helpt, is je eigen verhaal.
En dat heb je.
In de nacht na de moord op Theo van Gogh werd in jouw geboortedorp Uden een Turkse basisschool in de fik gestoken. Het bleek een kwajongensstreek van spelers uit jouw voetbalteam. De buitenwereld deed alsof Uden een probleem had met extreem-rechtse jongeren. Met een aantal leeftijdgenoten heb jij laten zien dat het anders zat. Je hebt acties georganiseerd en bent de gemeenteraad gaan toespreken. ‘Als je het ergens niet mee eens bent, moet je actie ondernemen’, is jouw motto. Kortom, een echt verhaal van een echt mens. Dat is wat we willen horen.
Go for it Rob, doe niets aan die zachte g en je nog wat onschuldige blik. In de politiek is het net als in het echte leven: incasseren, recupereren en revancheren. Incasseren kan jij, dat heb je al voorzichtig laten zien met je tweet van een foto van een robotje na alle media-ophef. Maar ga vooral eigen verhalen vertellen.
Maritte Braspenning
Mediatrainer