Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Nieuwe pensioenplannen, oude leugens

Minister Kamp presenteerde zijn plannen om het pensioenstelsel houdbaar en overzichtelijker te maken. En zekerder. De sector is tegen.

Het lijkt wel een dwangstoornis. Zeg iets over de pensioenen en vanuit de sector volgt een leugen. Nu minister Kamp zijn plannen om het pensioenstelsel te herzien presenteerde, was de reflex opnieuw onbedwingbaar. In het FD reageerde FNV Bondgenoten direct met een leugenachtige verklaring. “Ik acht de kans heel groot dat veel fondsen in het huidige systeem zullen blijven. Mensen willen liever zekerheid over hun uitkering en niet permanent worden geconfronteerd met kortingen.” Het is opnieuw een leugen, opnieuw een bewuste misleiding. En deze keer ook tegen beter weten in van de eigen deelnemers. De boodschap is natuurlijk dat er in het huidige systeem wel zekerheid bestaat over de uitkering. Ik weet niet hoe het jullie precies is vergaan, maar de drie fondsen waar mijn ik mijn premies aan afdraag, hebben me allemaal in  de afgelopen periode gemeld dat ze gaan korten. Zekerheid volgens Bondgenoten.

Geen echte discussie


De 10 grootste leugens over uw pensioen
Wat de misleiding zo mogelijk nog vileiner maakt is dat de leugen, net als de materie, complex is. De zekerheid is een bewezen farce. Maar de opmerking framet ook de plannen van Kamp. Het is een bewuste poging de informatie te kleuren, het plan af te serveren en elke inhoudelijke discussie in de kiem te smoren. Want een echte discussie over het pensioenstelsel – over de houdbaarheid, de vermeende solidariteit en de stabiliteit – luidt de ondergang ervan in.

Wie, ondanks de ontmoediging van de vakbeweging en de pensioensector, zichzelf een mening wil vormen en de plannen van Kamp en de CPB-studie die er onder ligt doorleest, ziet dat Kamp een aanzet doet die weldegelijk een echte verbetering brengt. Hij introduceert een mechanisme waardoor de stijgende levensverwachting veel sneller dan nu wordt verdisconteerd in de berekeningen. Hierdoor ontstaat een reëler beeld van de verplichtingen. De sector vond eens in de vijf jaar wel genoeg. Onbegrijpelijk dat mensen die claimen prudent miljarden te beheren, er de voorkeur aan geven met achterhaalde data te werken.

De martelende onzekerheid van korten

Helaas buigt Kamp voor de pensioenlobby, pakt niet door en geeft de fondsen – of beter: de bewezen incompetente pensioenfondsbestuurders –  de keuze tussen het huidige (nominale) systeem of een ander (reëel) systeem. In het reële systeem wordt de pensioenuitkering (en de aanspraken daarop van de werkenden) elk jaar aangepast aan de behaalde rendementen. In het oude nominale systeem niet. Daar wordt de schijnzekerheid van de huidige systematiek onverkort doorgezet. Daardoor zijn kortingen minder vaak aan de orde. Fijn voor de pensioenfondsbestuurders. Korten is immers een lastige boodschap. Elke korting is een priemende vinger die wijst op de hun tekortschietende kennis en vaardigheden. Als bestuurder wil je dat liever niet te vaak. Logisch dus dat Bondgenoten de verwachting uitspreekt dat weinig fondsen zullen overgaan. Niet voor zichzelf natuurlijk, nee, de martelende onzekerheid is teveel voor de premiebetaler.

Voor de zekerheid toch maar even gekeken wat het CPB-te zeggen heeft over de zekerheden in beide systemen. En dan ontstaat er een heel ander beeld dan Bondgenoten voorspiegelt aan zijn krimpende achterban en de Nederlandse werknemers die het pretendeert – ook op dit dossier – te representeren. De kortingen in het nieuwe reëel contract van Kamp komen vaker voor maar zijn in omvang beperkt, gemiddeld 1 procent. Terwijl in het oude nominale contract de frequentie lager is, maar de kortingen een gemiddelde diepte hebben van 10 (!) procent. Zo zeker is die zekerheid die Bondgenoten aanvoert niet. Statistisch vindt eens in de 40 jaar een dergelijke grote korting plaats.

Tweede adder


Uw pensioen moet anders en beter
Dat is het gevolg van de tweede adder die de zekerheidsclaim van de sector en Bondgenoten ondergraaft. Dat heeft te maken met het ‘zekerheidspercentage’ waarmee een fonds zijn verplichtingen na moet kunnen komen. Dat ligt nu op 97,5 procent. Veel, zou u zeggen. Ik weet het niet. Bij een werkend en premiebetalend leven moet u er vanuit gaan in ieder geval een maal een korting van 10 procent voor de kiezen te krijgen. Zekerheid volgens Bondgenoten.
Is het verrassend dat een commerciële pensioenverzekeraar als Aegon ervoor pleit een zekerheidspensioen met een percentage van 99,5 procent in te voeren? Het gat ligt in de markt, en de ene zekerheid is de andere niet.

Mijn zekerheidsgevoel wordt gediend door pensioenbestuurders die wel adequaat reageren op ontwikkelingen, die niet liegen, die geen schijnzekerheden presenteren als echte zekerheden en die me wel een reële inschatting durven te geven. Nu heb ik alleen de zekerheid dat de pensioensector nog immer liegt. En dat niet ik, maar die bewezen incompetente pensioenbestuurders, opnieuw bepalen onder welk regime mijn premies worden beheerd.

Lees ook:

Vorige column: