Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De hype rondom artificial intelligence

Veel bedrijven claimen bezig te zijn met AI. Doe je dat nog niet, dan ben je het kneusje van de klas. Maar hoe eerlijk zijn bedrijven nou echt over hun AI-vooruitgang? Dat vraagt MT-hoofdredacteur Thijs Peters zich af in zijn column.

Het is misschien twee, drie jaar geleden dat het begon rond te zingen: kunstmatige intelligentie. Maar in 2017 word je ermee doodgegooid. Geen congres, geen workshop of lezing zonder dat de woorden ‘kunstmatige intelligentie’, of liever nog ‘artificial intelligence’, vallen. De onderliggende boodschap: alles, maar dan ook alles is anders als computers zelflerend worden. Sciencefiction Die opwinding is terecht. Producten en diensten die vijf jaar gelden nog je reinste sciencefiction leken, komen nu gewoon op de markt. Zelfrijdende auto’s hebben de weg naar onze steden al gevonden en wachten alleen nog op groen licht van de wetgever. Scans van patiënten worden sneller door computers geanalyseerd dan door een röntgenoloog. Onze smartphone slaat elke stap die we doen op en weet op basis van al die data steeds beter ons gedrag te voorspellen. Hype rond AI Maar er is ook zeker sprake van een hype. Als je als bedrijf niet aan ‘AI’ doet, loop je achter. En omdat je natuurlijk niet het kneusje van de branche wilt worden, roep je heel hard dat je heel druk bent met AI. De redacteuren van MT ondervonden het zelf. Twee bedrijven werden onlangs na een praatje over AI getackeld door een van onze redacteuren. Wat mooi dat ze met AI bezig waren. Of we ze daarover konden interviewen? ‘Euh, nou, euh, we zijn er wel mee bezig, maar...’ Wat bleek: de bedrijven waren wel druk met ‘big data’, maar de analyse van de data gebeurde nog gewoon ‘met de hand’. En ze zijn niet de enige die de term voor marketingdoeleinden misbruiken. Ook al gesignaleerd: AI-bier en ‘zelflerende’ rotibakmachines. Grappig en soms een beetje sneu. En de hype, die gaat vanzelf over. Uiteindelijk blijven die bedrijven over die er wel echt serieus mee bezig zijn.
Foto: Getty

Het is misschien twee, drie jaar geleden dat het begon rond te zingen: kunstmatige intelligentie. Maar in 2017 word je ermee doodgegooid. Geen congres, geen workshop of lezing zonder dat de woorden ‘kunstmatige intelligentie’, of liever nog ‘artificial intelligence’, vallen. De onderliggende boodschap: alles, maar dan ook alles is anders als computers zelflerend worden.

Sciencefiction

Die opwinding is terecht. Producten en diensten die vijf jaar gelden nog je reinste sciencefiction leken, komen nu gewoon op de markt. Zelfrijdende auto’s hebben de weg naar onze steden al gevonden en wachten alleen nog op groen licht van de wetgever. Scans van patiënten worden sneller door computers geanalyseerd dan door een röntgenoloog. Onze smartphone slaat elke stap die we doen op en weet op basis van al die data steeds beter ons gedrag te voorspellen.

Hype rond AI

Maar er is ook zeker sprake van een hype. Als je als bedrijf niet aan ‘AI’ doet, loop je achter. En omdat je natuurlijk niet het kneusje van de branche wilt worden, roep je heel hard dat je heel druk bent met AI. De redacteuren van MT ondervonden het zelf. Twee bedrijven werden onlangs na een praatje over AI getackeld door een van onze redacteuren. Wat mooi dat ze met AI bezig waren. Of we ze daarover konden interviewen? ‘Euh, nou, euh, we zijn er wel mee bezig, maar…’ Wat bleek: de bedrijven waren wel druk met ‘big data’, maar de analyse van de data gebeurde nog gewoon ‘met de hand’. En ze zijn niet de enige die de term voor marketingdoeleinden misbruiken.

Ook al gesignaleerd: AI-bier en ‘zelflerende’ rotibakmachines. Grappig en soms een beetje sneu. En de hype, die gaat vanzelf over. Uiteindelijk blijven die bedrijven over die er wel echt serieus mee bezig zijn.