Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Generatieconflict barst eindelijk los

De jeugd heeft de toekomst én een visie hoe die te betalen. Dus kon het zomaar gebeuren dat Rutte, Verhagen en Wilders tijdens het miljarden sprokkelen in één week tijd tweemaal werden ingehaald. Dwars door het midden.

En anders dan de drie in het Catshuis zijn de jongeren niet bang voor dat grote bestuurlijke taboe: de verdeling tussen de generaties.

Allereerst was daar het Catshuisakkoord van de jongeren van de politieke partijen. Deze aanstormende politici wisten in slechts enkele weken een breed akkoord te sluiten. Eén dat het begrotingstekort onder de drie procent dwingt. En dat in 2013 al 14 miljard snoeit, en in 2015 meer dan 15 miljard. Structureel tellen de bezuinigingen en hervormingen op tot meer dan 25 miljard euro. De jongeren tonen lef. Anders dan het driemanschap stellen zij wel de verdeling van de pijn en genot per generatie centraal. Zij deinzen als angstige honden terug bij het horen van het H-woord, breken de arbeidsmarkt open door die meer in balans te brengen en vinden een manier om zorg voor iedereen te blijven garanderen. Zij vinden het geld op een logische plek. Een belangrijk deel van de benodigde miljarden komt uit het achterstallig onderhoud op het verhogen van de pensioenleeftijd. Was die sinds de invoering van de AOW meegestegen met de levensverwachting, dan lag die nu op 70 jaar. Die verhoogt de jeugd die in acht jaar naar 69. Structureel levert dat 3,5 miljard op.

Gelet op het gapende gat van 240 miljard in de pensioenreserves zou dat de redding van de fondsen en het stelsel kunnen zijn.

Nauwelijks bekomen van deze uppercut van de georganiseerde politieke jeugd, werd het driemanschap opnieuw ingehaald. Nu door een groepje rellerige randgroepjongeren, verenigd in de G500. Slechts tien punten, die ze in alle verkiezingsprogramma’s gaan fietsen. Gewoon de vergrijsde restanten van de leeggelopen partijen kapen. Hit and run. Niet zozeer met het doel de hele wereld te verbeteren, maar slechts om de lusten en de lasten enigszins tussen de generaties te balanceren.

Eén van hun punten: de moord op het pensioensysteem, door de collectiviteit en de ‘solidariteit’ op te heffen. Individuele pensioenrekeningen zijn hun antwoord, en solidariteit – een ander woord voor spreiding van welvaart – moet binnen en tussen generaties in de grondwet worden verankerd.

Terwijl men zich in besloten kring over de vraag buigt hoe de coalitie nog wat langer overeind te houden én de kiezer niet van zich te vervreemden én tegemoet te komen aan de Europese begrotingsregels, barstte het generatieconflict eindelijk los. De jeugd verenigt zich en pikt het niet langer dat babyboomers de vruchten plukken en slechts het karkas van de verzorgingsstaat achter laten. Het is geen richtingloos nee. Ze presenteren reële  alternatieven, die gemeen hebben dat ze veel van de gegroeide ongelijkheid tussen de generaties ongedaan maken en de verzorgingsstaat overeind houden. Ze presenteren oplossingen. 

Nu ben ik met mijn 38 jaar te oud om me bij de G500 aan te sluiten. Sjors en zijn rebellenclub hanteren een strikte leeftijdsgrens van 35. En met de ambitieuze wanna be politici van de jongerenorganisaties heb ik niet bijzonder veel affiniteit.
Maar toch, zij hebben de toekomst. En als het aan mij ligt maken zij die. Ik heb er vertrouwen in. Want deze nieuwe lulletjes aan het poetsfront hebben oneindig veel sneller dan de worstelende Rutte, Verhagen en Wilders een akkoord gesloten. Maar zij hebben het makkelijk. Een akkoord sluiten wanneer er wel een visie ligt op hoe de lusten en lasten moeten worden gespreid – ook over en binnen generaties – is een stuk makkelijker dan wanneer die ontbreekt. 
 

Vorige column: