Daan de Reiziger is liefhebber van niet-gemaakte kilometers. Dit keer wordt hij herkend door een campinggast met mobiliteitsbudget.
‘Bent u Daan de Reiziger?’
Dacht ik even lekker vakantie te kunnen vieren. Het is niet leuk om tijdens de spaarzame weekjes vrij ineens herkend te worden, zeker als het op een naturistencamping is. Mijn vrouw vindt het heerlijk om naakt vakantie te vieren. Ik heb er niet zoveel mee, maar wil geen spelbreker zijn en het is toch makkelijk. Je komt je bed uit, loopt door de mobile home naar buiten en gaat ontbijten. Verder niks. Aan. En als je even naar het bakkertje moet heb je alleen slippers nodig voor het grindpad. Dus ik sta daar bij de bakker, op m’n slippers, krijg ik die vraag die ik altijd wil horen, maar niet op de camping.
‘Mijn broer zegt dat je Daan de Reiziger bent. Hij had het van de campingbaas.’
Oh leuk, had ik gezegd. En toen kwam ik er niet meer tussen, daar bij de stokbrodenmand en de paturain-display.
‘Weet je Daan’, zo begon hij, alsof we samen zes weken in een Big Brother-huis hadden gezeten, ‘ik ga met een greenwheels-auto naar de klant. Hoe vind je dat? Ja, ik lees altijd dat jij het zo erg vindt dat iedereen maar overal de auto voor pakt, vooral als het om een lease-bak gaat. Lekker gratis tanken. Maar dat probleem is heel makkelijk op te lossen. Bij ons op het werk krijg je gewoon een mobiliteitsbudget. Weet je hoeveel?’
Ik schudde van nee en bekeek de houdbaarheidsdatum van de paturain.
‘750 euro! Per maand. Ik kan dan ‘ja’ zeggen tegen een leasebak van de zaak, maar dat heb ik niet gedaan. Echt niet. Die centen steek ik in mijn zak. En intussen rijd ik heel bewust met de fiets naar de zaak. En als ik weer eens naar een klant moet, staat er altijd wel ergens een greenwheels-auto om de hoek. Maar het komt ook voor dat ik de auto van Suus pak, dat snap je wel.’
'Suus?', zei ik onnozel.
‘Ja, mijn wederhelft.’ Wederhelft. Ook dat nog. ‘Het leuke van zo’n budget is, dat je zelf kunt bepalen hoe je het besteedt. Zo goed voor het mobiele bewustzijn. En vaak pak ik de trein. In de voordeeluren uiteraard. Ik hou vaak wel 300 per maand over. En in de trein kun je ook zulke lekkere koffie krijgen.’
‘Je baas zal wel blij met je zijn.’ Hij knikte fanatiek instemmend.
‘Heel blij.’
‘Vooral met al die koffiebonnetjes.’
‘Oh, maar daar doen wij niet aan op het werk, aan bonnetjes. De baas geeft 80 euro per maand aan onkostenvergoeding. Bonnetjes zijn voor de prullenbak. Wel in de papierbak, dat begrijp je!’
‘Monsieur?’ De knappe dame van de kassa was duidelijk haar geduld aan het verliezen. Er stonden twee naakte mannen voor haar kassa met stokbroden onder hun arm de boel onverstaanbaar op te houden. Ik rekende snel af. Fijne vakantie nog, zei ik beleefd. ‘Jij ook Daan. Wij gaan trouwens vanmiddag naar het strand. Zin om mee te gaan? Kunnen we carpoolen!’
‘Anne houdt niet zo van het strand’, mompelde ik.
‘Anne?’, vroeg hij onnozel. Hoofdschuddend koos ik het grindpad.