Het antwoord op bovenstaande, vraagt allereerst een herwaardering van het begrip individualiseren. Het begrip individualisering wordt nogal eens geassocieerd met egoïsme. Ik, ik en ik, weinig aandacht voor anderen. Kortom, het begrip stuit al snel op weerstand.
We zijn allemaal individuen. Niet alleen uiterlijk, maar vooral innerlijk. Dat betekent dat iedereen anders is. Mijn invalshoek van het begrip individualiseren gaat over de individuele motivatiebehoeften die ieder mens heeft. Een behoefte van iemand is bijvoorbeeld de belangrijkste waarde van iemand. De individuele, dus verschillende behoefte aan eerlijkheid, respect, humor, uitdaging of één van al die andere waarden, maakt een mens uniek. Uniek als individu. We vinden allemaal iets anders heel belangrijk.
Individualiseren gaat verder
Het bepaalt de positie van iemand ten opzichte van de ‘buitenwereld’. Ik en de buitenwereld, ik en de mensen om me heen, ik en de werksituatie. Ook veel ik, maar dan gaat het over de positie. Kijk je vanuit ik naar anderen, dus met het besef dat de ander heel andere invalshoeken kan hebben, dan ontstaat een nieuwe mogelijkheid en daarmee een keuze. Bijvoorbeeld de keuze om niet enkel uit te gaan van de eigen behoefte, maar ook de behoefte van de ander te ontdekken door te kijken en te luisteren. Een totaal andere kijk op mensen kan het gevolg zijn en dat is goed voor ‘ik’, de ander, de communicatie en de motivatie. Je bereikt elkaar, via de herkende motivatiebehoefte.
Kijk eens naar de behoefte van de ander
Een vader geeft zichzelf veel opdrachten en is daarmee meer een moeter dan willer. Moeter en willer zijn tegengestelde motivatiebehoeften. Enkele kenmerken van moeter is, geeft zichzelf veel opdrachten, ik moet. Sterk normbesef. Regels, duidelijkheid en structuur is waar iemand die meer moeter is behoefte aan heeft. ‘Als het moet, dan moet het’, is de redenering. Deze vader probeert zijn kind het beste te geven, vanuit zijn eigen behoefte. Dus het kind heeft regels, duidelijkheid en structuur nodig. Het kind in dit voorbeeld heeft toevallig een andere behoefte. Dat heeft behoefte aan een eigen keuze en is daarmee meer willer dan moeter. De eigen keuze die onbedoeld wordt ontnomen door de invalshoek van vader. Het kind moet. Verzet is het gevolg.
De willer kan moeilijk of niet tegen het woord moet of moeten. Mensen die meer willer zijn ervaren het als een opdracht. Willers hebben naast de behoefte aan een eigen keuze ook andere kenmerken. De willer is gemotiveerd als deze er zin in heeft. Hoe meer zin, hoe meer gemotiveerd. Ze zijn allergisch voor dwang. Direct of indirect. Je kunt ze meekrijgen als je ze commitment vraagt. Het gaat om de eigen keuze.
In de werksituatie
De vader is een leidinggevende en loopt elke keer tegen dezelfde mensen aan. ‘Ik moet niets’, of ‘dat bepaal ik zelf wel’, 'kan je dat niet gewoon vragen?' hoort hij regelmatig. Vader begrijpt die mensen niet. ‘Als het moet, dan moet het toch?’ ‘Waarom doen ze zo moeilijk’, vraagt hij zich af. Waarom doen zoveel mensen toch zo moeilijk?
Over de auteur: Herman Beuker heeft zich gespecialiseerd in gedachte- en motivatiemanagement. Meer informatie op www.hermanbeuker.nl.
Over het Podium: Ook uw visie geven op ontwikkelingen binnen uw vakgebied? Plaats een artikel op MT Podium. Log in op mt.nl/profiel en voeg onder 'activiteiten' uw artikel toe. Interessante bijdragen worden meegenomen in de nieuwsbrief en op home geplaatst. MT Magazine publiceert bovendien periodiek 'Het beste van MT Podium'.