Buitenlandse leveranciers schuiven de BTW-plicht af op afnemers. Soms gaat dat mis. “Navorderingen lopen in de tonnen.”
Uw bedrijf behoort tot een sector die is vrijgesteld van BTW-plicht – denk aan het onderwijs, de gezondheidszorg of de financiële wereld – en toch moet u BTW afdragen, hoe kan dat?
Dat komt doordat de BTW-regels voor diensten uit het buitenland zijn gewijzigd. Denk bijvoorbeeld aan Google Adword campagnes, maar ook buitenlandse reclamebureaus of softwaremakers. Tot eind vorig jaar controleerde de fiscus amper op BTW afdracht via buitenlandse leveranciers, dat is sinds 1 januari 2010 veranderd. Sindsdien zijn buitenlandse leveranciers verplicht een overzicht van hun Nederlandse afnemers aan de Belastingdienst te verstrekken.
M.a.w. de belastingplicht ‘vergeten’ behoort definitief tot het verleden. Erg duidelijk is de procedure niet. Buitenlandse leveranciers vermelden op de factuur alleen de bepaling dat ze de BTW ‘verleggen’ naar de afnemer, maar specificeren de bedragen niet. Het is aan de ondernemer om zelf de BTW te berekenen en die op te geven aan de Belastingdienst.
Schijnvoordeel
“Ondernemers moeten zelf het initiatief nemen”, zegt Jos Philips BTW-expert bij HLB Van Daal & Partners. Hij noemt een leenbedrijf dat per jaar voor meer dan een miljoen aan Google Ads inkoopt en dus 190.000 euro aan BTW af had moeten dragen. “Deze ondernemingen zijn niet gewend om te denken aan BTW-verplichtingen. Een leverantie die goedkoop lijkt, kan duur uitpakken. Het is schijnvoordeel."
Geen coulance
Coulance komt niet voor bij de fiscus. Wie verzuimt BTW te melden krijgt een naheffing plus een boete. Die bedraagt gemiddeld tussen de 25 en 50 procent van het af te dragen bedrag. Extra nadeel: wie de fout in gaat, kan tot vijf jaar terug een naheffing krijgen.
