Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Miranda Prins-Visscher (Kellogg Company): ‘Ik weet hoe het is om met weinig respect behandeld te worden’

In de serie 'Route naar de top' vragen we topbestuurders naar de weg die ze aflegden – van basisschool tot boardroom. Op zoek naar de lessen, blunders en adviezen die hen gevormd hebben. Dit keer Miranda Prins-Visscher, general manager continental Europe bij Kellogg Company. 'Schuldig heb ik me maar één keer gevoeld, toen ik net bevallen was van ons zoontje.'

Miranda Prins-Visscher

Kleine rechtvaardigheidsstrijder – Zorg dat iedereen zich gezien en gehoord voelt

‘Als mensen mij vragen ‘waar kom je vandaan?’, weet ik nooit zo goed wat te antwoorden. Jammer vind ik dat, want als mijn man naar Assen teruggaat, dan gaat hij echt naar huis. Naar iedereen die hij daar al zijn hele leven kent, zijn familie, vrienden en oude buurvrouw. Dat gevoel ken ik niet, misschien dat ik daarom ook zo makkelijk in het buitenland aard.

Ik en mijn broertje zijn geboren in Groningen, daarna drie keer verhuisd – naar het piepkleine Noord-Groningse dorpje Usquert, Bovensmilde en Assen. Belandde ik weer tussen kinderen die elkaar al jaren kenden. Vrienden maken ging me gelukkig goed af, al voelde ik me nooit helemaal bij de groep horen. Ik weet nog dat een meester vroeg wie er later in een dorp wilde wonen, waarop er 26 vingers de lucht in schoten. Op de vervolgvraag – en wie in de stad? – staken twee leerlingen voorzichtig hun vinger op. Ik was er eentje van. Wij waren thuis gewoon anders, en zo voelde ik me ook.

Mijn moeder was altijd al outgoing, trok op met mensen in het dorp die ook ‘anders’ waren. Kunstenaars, expats, excentriekelingen met schommels in hun huiskamer. Van haar heb ik, denk ik, ook mijn sterke rechtvaardigheidsgevoel, de drang om te zorgen dat iedereen een eerlijke kans krijgt en erbij hoort.

Als er een jongetje in de klas gepest werd, probeerde ik toch met hem bevriend te raken. Toen er een meisje door pesterijen zelfs van school ging, was ik de enige van haar oude klas die op haar verjaardagsfeestje kwam.’

Lees ook: Marcel Molenaar (LinkedIn): ‘Mijn eerste stap in de internetwereld dank ik aan een broekzakgesprek’

Dyslectische laatbloeier – Maak je eigen keuzes, niet die van anderen

‘Als meisje wilde ik schrijfster worden, maar spelling lag me niet zo lekker. Zat ik weer uren op mijn Frans te zwoegen om weer een onvoldoende te krijgen. Superirritant, en we hadden geen idee waar het probleem precies zat.

Nou, dyslexie zo bleek pas jaren later. Gelukkig heeft het me nooit in de weg gestaan. Sterker: door de dyslexie leerde ik mezelf aan om in verhalen, in stories, te denken, waardoor ik ook nu in mijn werk vrij gemakkelijk mensen meekrijg.

Sowieso was ik op school een laatbloeier, maar alles veranderde in de derde klas toen we Economie II kregen, of ‘Handel’ zoals het op de havo heette. Bij mevrouw Hoen. Op dat moment zag ik het licht, zeg ik altijd. Mijn schrijversdroom loste in één les op, en is nooit meer teruggekomen. Hier lag mijn hart, bij inzichten, verbanden leggen, bij cijfers en de psychologie van consumentengedrag.

Waarschijnlijk zat het er altijd al in, want mijn vader werkte op de administratie van de Universiteit Groningen en al heel jong mocht ik mee ‘naar kantoor’. Zat ik daar, vol overgave tikkend op een rekenmachine. Werken voor je geld was bij ons thuis het motto, je steentje bijdragen aan de maatschappij.

Zodra het kon, zat ik achter de kassa bij de Albert Heijn. Pakte theezakjes in. Maakte schoon. Mijn studie heb ik betaald dankzij mijn intercedentenwerk bij studentenuitzendbureau ASA, wat me nog de bijnaam Miran D’Asa opleverde.

Lees ook: Arie Koornneef (ASN Bank): ‘De nationalisering van SNS Reaal voelde als mijn grootste nederlaag’

Toen ik geboren werd, stopte mijn moeder met haar werk als tandartsassistente en daar heeft ze altijd spijt van gehad. In een dagboekje, dat ik laatst vond, had ik geschreven hoe blij ik voor haar was dat ze later weer een baan had gevonden. Niet voor niets hebben mijn ouders ons altijd op het hart gedrukt: maak je eigen keuzes, doe niet wat wij willen.’

Sales representative bij Reckitt Benckiser –Van moeilijke situaties word je altijd veerkrachtiger

‘Ik studeerde Internationale Bedrijfskunde en na een stage bij Reckitt Benckiser kreeg ik mijn eerste echte baan aangeboden: salesvertegenwoordiger van merken als AirWick en Vanish. “Nou”, zei ik tegen mijn vader, “dat ga ik dus mooi niet doen, een beetje langs die winkels leuren.”

Mijn vader, die weet hoe het is om onderaan te beginnen, sprak me meteen tegen, net als mijn vriend. Ik besefte: als de belangrijkste twee mannen in mijn leven zeggen dat ik ervoor moet gaan, dan moet ik het aanbod op z’n minst een kans geven. En dat deed ik.

Ik belandde in een fanatisch team van ervaren collega’s die mij als ‘hun projectje’ zagen. En als het echt lastig werd, ging mijn baas zelfs een dagje met me mee op pad. En lastig was het, de buitenwereld was hard. Keihard.

Werkend in België, standplaats Vlaanderen, zag ik het al in de ogen van de winkeliers: ‘Oh, daar heb je die Hollandse weer.’ Bij ‘hallo’ stond ik al 1-0 achter, al zaten de meesten sowieso niet op een vertegenwoordiger te wachten. Regelmatig werd ik volledig genegeerd, of kreeg papieren naar mijn hoofd gesmeten. Toch werd ik steeds handiger in die verkoop. Ik scoorde boven mijn targets. Maar ik weet hoe het is om met heel weinig respect behandeld te worden en mijn resilience heb ik dan ook aan deze eerste baan te danken.’

Lees ook: Francine van Dierendonck (APG): ‘Om impact te maken, moest ik niet in een lab gaan werken’

O.a. Marketing Director Benelux bij Kellogg Company – Je kunt veel meer dan je denkt

‘In 2008 werd ik via via getipt voor senior brand manager bij Kellogg Company, in 1897 opgericht door Will Keith Kellogg. Zelf was ik niet met ontbijtgranen opgegroeid, maar veel Belgen zijn dat wel. Coco Pops, Frosties – producten met veel jeugdsentiment. Vanaf dag één voelde ik me thuis.

Kellogg’s is een fenomenale plek om te werken, de mensen zijn zo gedreven. Razendsnel klom ik de marketing- en sales-carrièreladder op en zes jaar later kwam ik op een kruispunt te staan. Ik was net bevallen van ons eerste kindje toen ik benaderd werd voor marketing director Benelux. Eis: vijf dagen werken, de norm voor dit soort functies in België.

Geen van mijn vriendinnen in Nederland werkt fulltime. Althans: niet als ze moeder worden. Ik stond voor een van de moeilijkste beslissing uit mijn carrière. Als ik voor de baan koos, leek het net of ik mezelf op één zette in plaats van mijn kind. Ik overlegde met mijn moeder en mijn schoonmoeder, helaas overleden, die jarenlang voor de klas heeft gestaan. Doen, zeiden ze, want we zien hoe blij je ervan wordt. Ook mijn man was mega-supportive en gaf me een superadvies: “Je kunt altijd nog terug.” Ik ging ervoor, spijt heb ik nooit gehad.

Wow, heftig hoor, reageerden veel mensen in mijn omgeving, maar ik ervaar dat helemaal niet zo. Een van de voordelen van zo’n topfunctie is dat je de financiële middelen hebt om je leven goed te organiseren. We hebben de hele week een nanny en koken doe ik niet, schoonmaken evenmin. Vooruit, in het weekend ruim ik de vaatwasser uit.

Als ik thuis ben, gaat alle aandacht naar mijn kinderen. Dat was ook non-negotiable voor mij. Het enige wat ik gemist heb is het eerste tandje van onze dochter, ik zat toen in het buitenland. Schoolmusicals, Sinterklaasavond, verjaardagen? Ik ben er.

Lees ook: Floor van Workum (Unigarant en ANWB): ‘Een directeur zei ooit: jij haalt hier de 3 maanden niet’

Schuldig heb ik me maar één keer gevoeld, toen ik net bevallen was van ons zoontje en ook weer in een nieuwe functie was begonnen. Commercial marketing director cereal voor Frankrijk, Nederland en België, waarvoor ik minimaal drie dagen per week in Parijs moest zitten. Dat klinkt heel glamorous, maar in een hotel in een industriële buitenwijk is de glamour ver te zoeken.

Ik voelde me ontzettend alleen. Het deed me fysiek pijn om bij mijn kinderen weg te zijn, zo klein als ze nog waren. Dit gaat zo niet langer, zei ik tegen mijn manager, waarop hij zich verontschuldigde: “Ik begrijp ook niet waarom ik zo moeilijk deed. Kijk maar hoe je het organiseert, ik vertrouw je.”

Elke keer als ik iets eng vind, doe ik het toch, mezelf pushende om te denken: wat is er allemaal wél mogelijk, op het werk en thuis? Zo ontdek je dat je veel meer kunt dan je denkt.’

Senior marketing director en VP Pringles Europe bij Kellogg Company – Je learning curve schiet omhoog als je toegeeft dat je iets niet weet

‘2016, weer een stap omhoog. Een grote. Naar senior marketing director, gevolgd door VP Europe van Pringles, a billion dollar brand. We verhuisden naar Genève, waar het hoofdkantoor zetelt en ik 53 landen onder me kreeg. Nee, druk heb ik daar nooit van gevoeld, geweldig vond ik het juist.

Naar Dubai om winkels en klanten te checken. Naar Rusland om bij mensen thuis over hun voorkeuren te praten. Al duurde het even voordat ik me in mijn rol comfortabel genoeg voelde, zeker een halfjaar tot een jaar. Die eerste maanden leek het alsof ik in een nieuw bedrijf terecht was gekomen.

Overal nieuwe begrippen. Dan viel ergens het woord ‘brand architecture’ en durfde ik niemand te vragen wat het betekende. Bang voor gezichtsverlies, want tja, je bent toch de VP van Pringles. Dan zat ik ’s avonds in Google alles uit te pluizen.

Lees ook: De route naar de top van Angela Eijlander (SNS Bank): ‘Mijn bijnaam was ‘De draak van Apeldoorn’’

Er ging een wereld voor me open toen ik collega’s gewoon begon te vragen: ‘Hé, ik heb geen idee, maar jij bent er sterk in. Let’s go together?’ Je learning curve schiet omhoog als je toegeeft dat je iets niet weet. Trouwens, voor je team werkt het ook goed: een gevoel van autonomie geeft mensen vleugels.’

General manager continental Europe bij Kellogg Company – Heb je geen rolmodellen, zorg dat je er zelf eentje wordt

‘Vanaf het allereerste moment dat ik ging werken, wilde ik general manager worden. En dat is me ook gezegd, tijdens mijn stage bij Reckitt Benckiser. Ik mopperde over mijn salaris, waarop de Belgische general manager zei: “Ik snap niet waarom je je daar zo druk om maakt. Dat komt later helemaal goed, want jij kunt general manager worden. Dat zie ik nu al.”

Zeventien jaar later kreeg hij gelijk. Al kwam het verzoek alsnog als een verrassing, een positieve wel, hoor. Ik zou verantwoordelijk worden voor tien landen, vijfhonderd retailklanten en zelf rechtstreeks rapporteren aan de Europese president van Kellogg’s. Mijn eerste gedachte was: oké, dat is wel een heleboel, kan ik dit wel?

Maar twijfel hoort bij mij, ook bij al mijn andere stappen was die onzekerheid er. Het houdt mijn beslissingen scherp. Maar wie ben ik om te twijfelen als mijn manager me competent vindt, en ik hem ook? Niet dat ik ooit een functie vanwege mijn manager zou nemen, want diegene kan ook morgen weg zijn, maar ik werk graag voor mensen voor wie ik bewondering heb. Aan wie ik complementair ben, van wie ik verder kan leren.

Lees ook: Michiel van Vlimmeren (Salesforce): ‘Ik stampte allerlei IT-woorden in mijn hoofd en kreeg de baan’

Uitdagingen genoeg tenslotte, neem alleen al de inflatie waarlangs het voor FMCG-bedrijven nu heel moeilijk navigeren is. Een persoonlijke uitdaging is diversiteit en inclusie, eigenlijk meer een idealistische agenda van me. Omdat ik zelf rolmodellen heb gemist, als Nederlandse binnen een buitenlands bedrijf, maar zeker ook als vrouw en moeder.

Ik weet hoe het is om me anders te voelen. Van de buitenwereld kreeg ik veel commentaar op het feit dat ik fulltime werk. Commentaar dat mijn man met zijn topfunctie nooit heeft gekregen. Dat heeft bij mij vanbinnen een vuurtje aangewakkerd, ik wil zélf een rolmodel zijn en die diversity drijven.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Vijf jaar geleden zijn we met een D&I-programma gestart en inmiddels hebben we op leiderschapsfuncties een fiftyfifty man-vrouwverhouding. Dat is mooi, want als je mij vraagt of ik naar honderd procent vrouwen streef, dan zeg ik absoluut: nee. Het gaat om de balans. En om de ruimte te krijgen om jezelf te zijn, dat is voor mij uiteindelijk het enige wat écht belangrijk is.’

Benieuwd naar de hele Route naar de Top-reeks? Lees alle gesprekken terug