Anno 2019 is Adobe een household name voor mensen over de hele wereld. De Adobe Reader voor PDF, Photoshop of Indesign: het zijn allemaal programma’s uit de Adobe Creative Cloud. Maar dat is slechts een onderdeel van wat techbedrijf Adobe doet. Er is ook Adobe Experience Cloud en Adobe Experience Platform, vertelt Klaasjan Tukker, die als Director Product Management leiding geeft aan een team voor deze afdeling.
‘We willen merken in de gelegenheid stellen meer inzicht te krijgen in het gedrag van hun klanten’, zegt Tukker. ‘Nu is het bijvoorbeeld vaak zo dat je online kijkt naar een product en als je dan vervolgens in een winkel bent en het ziet liggen, je het koopt. Je wordt online dan nog weken achtervolgd met advertenties van het product omdat het merk niet weet dat je het gekocht hebt in de winkel. Dat willen wij onder andere oplossen bij Adobe. Het is een B2B-oplossing, zodat onze klanten uiteindelijk goed met hun klanten kunnen communiceren.’ Tukker is bij Adobe verantwoordelijk voor de productstrategie voor het Experience Platform en geeft leiding aan een team van 50 mensen.
Wat trok jou aan Silicon Valley?
‘Mijn partner en ik wilden alletwee in een ander gedeelte van de wereld leven. Ik werkte in Nederland al bij Adobe, op Europees niveau. Ik had interesse om dicht op de productontwikkeling te zitten en onderdeel te zijn van het eindresultaat van een ambitieus bedrijf van wereldformaat. Dus ik heb de manager van de unit waar ik werkte benaderd en zei dat ik van waarde kon zijn voor het productgebied in Amerika, en of hij bereid was mij te verhuizen. Binnen negen maanden gingen we van het idee naar de eigenlijke verhuizing. Wat me aansprak aan Silicon Valley is het feit dat je zelf de kansen opzoekt en creëert. Dat je niet schuw hoeft te zijn om te zeggen: “he, ik kan hier van waarde zijn”. Je creeert je eigen mogelijkheid. Waar de Nederlandse mentaliteit lijkt dat zijn dat je iets wil laten gebeuren en dat anderen dat faciliteren, is het hier omgedraaid: ik wees duidelijk in wat ik wil, en zoek de mogelijkheden daar te komen.’
Je woont nu niet in Silicon Valley, maar in Seattle. Hoe zit dat?
‘Ik woon in Seattle maar mijn team zit in de Bay Area (het grootstedelijke gebied rondom San Francisco, ES.). Ik vlieg ongeveer drie keer per maand naar San Jose of San Francisco om het team te zien en daarnaast reis ik regelmatig door heel Amerika en internationaal om klanten te zien. Voor de rest werk ik vanuit het kantoor in Seattle met mensen van over de hele wereld. Ik heb ervoor gekozen om in Seattle te gaan wonen in plaats van de Bay Area. Een goede work-life balance vind ik belangrijk. Seattle biedt veel mogelijkheden voor buitenleven, zoals bergen, water en ruimte. Hetzelfde levensgenot zou in de omgeving van San Francisco vele malen duurder zijn.
Toen wij in 2015 verhuisden was Seattle nog te doen, maar ook hier wordt het heel snel veel duurder. Ik zie dat veel concullega’s uit de tech-industrie echt voet aan grond krijgen in Seattle. Amazon is natuurlijk heel dominant, want die komen hier vandaan. Maar ook Google is bezig met meerdere campussen in Seattle, en Apple en Facebook ook. Je ziet de tech-industrie flink naar Seattle bewegen om talent aan te trekken, maar ook hier wordt het inmiddels lastig om voor 2500 dollar per maand een appartement op een behoorlijke locatie te krijgen.’ (In San Francisco is de gemiddelde huur voor een tweekamer-appartement 3600 dollar per maand, ES.)
Hoe ga je om met op afstand werken?
‘Videoconferencing is niet meer weg te denken uit mijn activiteiten. Adobe gebruikt Bluejeans, een app die je op je telefoon, ipad en laptop hebt. Het maakt niet uit waar ik ben, ik zet mijn headset op en kan mijn werk doen. En in lopende projecten werkt dat heel erg goed, zolang je weet dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Ik denk wel dat bij elkaar in dezelfde ruimte zijn veel voordeel geeft als je een complex project moet opstarten. Iedereen bij elkaar, whiteboard erbij: dan slagen de plannen die je uitzet veel sneller. De interactie en de lichaamstaal zijn daarbij onmisbaar. Maar als je die stappen gezet hebt, kun je periodieke check-ins en discussies prima via videoconferencing en andere tools doen.’
Ga je ook veel op bezoek bij de verschillende locaties?
‘We hebben een groot team in Utah en een in New York, natuurlijk mijn core team in San Jose, en we hebben een team in Roemenie. Daarnaast hebben we klanten in onder andere Londen, Parijs, Tokyo en Sydney. Ik zou elke week in een vliegtuig kunnen stappen om bij een klant te zijn. Maar je moet je afvragen waar je op focust, wat is je doel? In het begin had ik wel moeite om nee tegen iets te zeggen, omdat dingen hier heel snel gaan en ik die focus niet altijd goed kon krijgen. Toen maakte ik hele lange dagen, tot ik ontdekte dat ik niet overal ja op hoefde te zeggen. Soms kun je ook een beetje terug pushen en een andere oplossing zoeken. Daar ben ik zeker beter in geworden.’
Wat heb je in de VS geleerd over leiderschap?
‘De velocity binnen mijn tak is significant hoger dan voorheen in Europa. De snelheid waarmee de organisatie zich beweegt en het aantal parallele activiteiten en connecties die je onderhoudt is vele malen groter. Er wordt van je verwacht dat je focus hebt, snel schakelt en een wendbaar team hebt. In Nederland wordt leiderschap heel erg ervaren als people management en zorgen dat de organisatie draait. Hier is het toonbeeld van leiderschap dat je middenin het team staat en met hen samen richting geeft: welke kant gaan we op binnen het grotere plaatje? Je vraagt je altijd af wat je bijdraagt aan het grotere geheel, en het maakt niet eens zoveel uit in welke laag je zit. Ik denk dat dat met cultuur te maken heeft.’
Hoe ga je daar in de dagelijkse gang van zaken mee om?
‘Het grote verschil voor mij zit erin dat ik veel meer aanspraak op de competenties van de individuele medewerker en veel meer praat over waar de medewerker heen wil in de context van zijn rol, dan dat ik tactisch meedenk over zijn dagelijkse activiteiten. In Nederland zijn leidinggevende rollen er heel erg op gericht een juiste arbeidsomgeving te creeeren met de juiste projecten. Hier stuur ik er veel meer op dat mijn team succesvol is, omdat ik dan zelf succesvol ben.
Is er iets dat je mist aan de Nederlandse werkcultuur?
‘Omdat de schaal hier anders is, is er hier veel minder snel de gelegenheid iets samen te doen. De Nederlandse collegialiteit van even samen een pilsje pakken, of te gaan lunchen, of zelfs maar een rondje te gaan lopen, is hier minder. Op het niveau waarop ik acteer is er niemand die zegt: “we gaan even naar buiten.” Mis ik dat? Niet per se. Ik draai mee in de snelheid van de werkomgeving. Nu je het vraagt, zou het best fijn zijn om te doen. Maar als ik ‘s ochtends op sta denk ik niet: “wat mis ik dat”.’