Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Help, de topman ontspoort!

Ontspoorde topbestuurders en managers kunnen hun onderneming te gronde richten, en dat komt steeds vaker voor. Podiumauteurs Bas Kok, Jan Kwint en Frank van Luijk over hoe je dit kunt herkennen en voorkomen.

Het beeld ontbrak op geen enkele voorpagina. Het cruiseschip Costa Concordia dat door toedoen van kapitein Francesco Schettino kapseizend ten onder ging. Een betere illustratie van het fenomeen management-derailment bestaat niet.
Onverantwoordelijk gedrag van de verantwoordelijke, zoals bij de Costa Concordia, haalde de laatste jaren regelmatig de krantenkoppen en het journaal. Cees van der Hoeven leidde Ahold bijna de afgrond in. Dirk Scheringa onttrok volgens Frits Conijn, schrijver van een biografie (2010), op dubieuze wijze euro's aan DSB om zo zijn particuliere hobby's te kunnen financieren.

In het buitenland zijn de verhalen nog een maatje groter. Silvio Berlusconi ligt al jaren onder vuur vanwege zijn buitensporige gedrag. Hij schoffeerde menigmaal politieke kopstukken uit andere landen, terwijl zijn seksuele uitspattingen onderwerp werden van justitieel onderzoek. Dominique Strauss-Kahn ontsnapte maar net aan een proces, maar moest halsoverkop weg bij het IMF.

Risico

Bij leiderschap-derailment ziet het personeel vaak lijdzaam toe hoe de organisatie ten onder gaat door toedoen van de eigen top. Wanneer is er een risico op ontsporing? Hoe herken je het? En vooral: wat kun je ertegen doen? De gelegenheid maakt de dief. Er zijn vijf factoren die als extra risico gelden:

  1. Een organisatie met grote individuele bonussen, zeker in combinatie met relatief veel macht, kan eerder ontsporen.
  2. In sommige branches of sectoren, bijvoorbeeld de bouw, komt fraude vaker voor dan in andere.
  3. Als de competitie in de markt hoger of groter is en er dus een andere cultuur, waarden en normen in die branche gelden.
  4. De samenstelling van de Raad van Bestuur, kan ontsporing vergemakkelijken (old boys die elkaar de hand boven het hoofd houden) of juist remmen.
  5. Een bepaald type leiderschap, het karakter van de topman speelt mee; de ene manager heeft meer aanleg om te ontsporen dan de andere.

De uitingsvormen van derailment zijn dus zeer divers, zoals ook in onderstaand overzicht te zien is. Factoren die bijdragen aan ontsporing (volgens Jones e.a., 2005):

  • Onethisch of frauduleus gedrag (42 procent)
  • Agressieve of weerstand oproepende stijl (17 procent)
  • Slechte conflictbeheersing en overlegvaardigheden (14 procent)
  • Verkeerde oordeelsvorming, voorspelling en slechte kwaliteit (11 procent)
  • Onbetrouwbare en onduidelijke communicatie (11 procent)
  • Overige (5 procent)

Herkennen

Speciaal ter opsporing en preventie van ontsporing ontwikkelde de Amerikaanse wetenschapper Robert Hogan een instrument dat de potentiële ontspoorder aanwijst. Het Amerikaanse instituut heeft op dit gebied inmiddels een uitgebreide database die inmiddels vertaald is voor Nederlandse organisaties. Daar waar het traditionele assessment vrij sterk gericht is op de 'bright side' van de persoonlijkheid, richten de derailment-instrumenten zich ook op het ontdekken van de 'dark side'. Er is tenslotte alle reden om bij de selectie alert te zijn op potentieel slechte managers: narcisten en andere potentiële ontspoorders.

Niet alleen bij aanname is het herkennen van ontsporing relevant, ook na verloop van jaren is dit belangrijk. Topmanagers ontsporen zelden in hun eerste jaar, maar vaak juist na verloop van tijd als zij de organisatie naar hun hand hebben gezet. Voor personeelsmanagers is er een preventieve rol weggelegd. Zij kunnen binnen de organisatie een verhoogd bewustzijn creëren voor dit fenomeen.

Wat kun je ertegen doen?

In opleidingsprogramma's kan een module ingebouwd worden die zich richt op het voorkomen van ontsporingen. Voor medewerkers is het belangrijk dat zij weten hoe ze herkennen dat hun baas dreigt te ontsporen en hoe ze daar vervolgens mee kunnen omgaan. Ook kan er een vaste route komen in organisaties die aangeeft hoe om te gaan met deze gevoelige problematiek, net als bij bijvoorbeeld seksuele intimidatie. Middelmanagement zou standaard getraind kunnen worden in de vraag: 'Hoe voorkom ik dat ik een volger word van een ontsporende of ontspoorde manager?' Want bij ontsporing geldt één onomstotelijke waarheid: zolang de trein niet over het kromgebogen spoor rijdt, valt de zaak nog te redden.

Verder zouden ondernemingsraden, Raden van Toezicht en RvC's door de HR-afdeling beter geïnformeerd kunnen worden over management-ontsporing. Tenslotte is de topmanager zelf een belangrijke doelgroep voor preventief beleid. Timing is hierbij belangrijk, want een Zonnekoning laat zich niet meer in de schaduw zetten. Personeelsmanagers kunnen bevorderen dat goed functionerende topmanagers actief kritische zelfreflectie plegen, bijvoorbeeld via externe coaches die zelf niet in het old-boys-netwerk zitten. Een manager die op hoog niveau functioneert, is slim genoeg om in te zien dat het in zijn eigen belang is. Het kan hem behoeden voor een publieke ondergang: 'liever zelfperceptie dan zelfdeceptie'.

Checklists

De 11 belangrijkste derailers op een rij (Hogan):

  1. Prikkelbaarheid: een manager die snel geïrriteerd is, is moeilijk tevreden te stellen. Zijn emotionaliteit leidt zelfs tot openlijke woede-uitbarstingen.
  2. Paranoia: sceptische, wantrouwende houding waardoor de leider een steeds negatievere tunnelvisie krijgt.
  3. Behoedzaamheid: overdreven voorzichtigheid kan leiders doen vervallen in extreme rigiditeit en weerstand tegen veranderingen.
  4. Extreem afstandelijk, gevoelloosheid: kil gedrag waarbij de manager zich afsluit voor gevoelens van anderen.
  5. Eigengereidheid: in het openbaar samenwerkingsgericht, maar in werkelijkheid solistisch en niet gericht op samenwerking. Uitsluitend eigen ideeën volgend.
  6. Arrogantie: overdreven zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde, kan doorschieten in vrijpostigigheid.
  7. Waaghalzerij: daagt uit, zoekt de grens op en neemt (onverantwoorde) risico's.
  8. Dominantie: drukke aanwezigheid, wil continu de aandacht, praat veel en luistert slecht.
  9. Onnavolgbaarheid: creatieve maar excentriek denkwijze, niet goed te volgen voor anderen.
  10. Perfectionisme: scherpe, kritische leider die op detailniveau alles wil managen, houdt alle touwtjes in handen.
  11. Behaagzucht: leider die bewondering wil oogsten en daarom te veel bezig is zijn omgeving te pleasen. Mist onafhankelijkheid, opportunist.

De eerste symptomen. Hoe herken ik een potentiële ontspoorder?

  1. Heeft een veel hoger salaris dan tweede man of directe collega-managers
  2. Doet overnames buiten expertisegebied
  3. Wil prominente portretfoto's in bijvoorbeeld het jaarverslag
  4. Doet frequente media-optredens
  5. Neemt na scheiding veel jongere vrouw ('trophy wife')
  6. Declareert overdreven hoge onkosten (privé helikopter)
  7. Kan niet delegeren of prioriteiten stellen
  8. Is reactief in plaats van proactief
  9. Kent moeilijkheden om een team te bouwen en te leiden
  10. Haalt bedrijfsdoelstellingen niet
  11. Slechte oordeelsvorming
  12. Een te smalle interpretatie van de functie
     

Over de auteur:
Dit podiumartikel is geschreven door Bas Kok, Jan Kwint en Frank van Luijk. Zij zijn als HR-psycholoog verbonden aan LTP te Amstelveen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Over het podium:
Ook uw visie geven op ontwikkelingen binnen uw vakgebied? Plaats een artikel op
MT Podium. Log in op mt.nl/profiel en voeg onder 'activiteiten' uw artikel toe. Interessante bijdragen worden meegenomen in de nieuwsbrief en op home geplaatst. MT Magazine publiceert bovendien periodiek 'Het beste van MT Podium'.

Wat chimpansees ons leren over grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer

Ook bij groepen chimpansees komt grensoverschrijdend gedrag voor. Maar zij gaan er heel anders mee om dan mensen. Gedragsbioloog Patrick van Veen laat in een nieuw boek zien wat wij van de apen kunnen leren. 'Maak leiders honderd procent verantwoordelijk.'

apen chimpansee grensoverschrijdend gedrag patrick van veen
Foto: Getty Images

Als het over het aanpakken van grensoverschrijdend gedrag gaat, dan hebben chimpansees dat beter geregeld dan wij. Dat is wel even slikken, maar we kunnen er ook iets van leren. Patrick van Veen, bekend gedragsbioloog, geeft je de tools in Help! Het is hier een beestenbende dat eind deze maand uitkomt.

Al sinds 2008 is hij in verschillende rollen betrokken bij het werk en het instituut van wereldberoemde primatologe Jane Goodall. Over het gedrag van apen en (werkende) mensen schreef hij al meerdere boeken.

Nu richt hij zich op storend en grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Ondanks alle aandacht, onderzoeken en aanbevelingen verandert er in de praktijk maar weinig, merkt hij. De focus ligt nog veel te weinig op het gedrag zelf, en dat is toch de kern van het probleem.

Lees ook: ‘Kunnen we stoppen met tweede kansen voor mensen als Marc, Mart en Matthijs?’

Groep werkt samen

‘Ook in chimpanseegroepen komt allerlei rottigheid en ellende voorbij’, vertelt hij tegen MT/Sprout. Dus ook storend en grensoverschrijdend gedrag. ‘Alleen is het grote verschil met ons mensen dat apen dit gedrag niet laten escaleren.’

‘Wat er in zo’n groep gebeurt, wordt veel beter onder controle gehouden. Dit soort gedrag wordt veel sneller de kop ingedrukt bij chimpansees dan bij mensen.’ De leider én de groep werken hierbij samen. Ook dat is anders bij mensen. ‘Wat nu vaak gebeurt bij organisaties, is dat alleen de slachtoffers opstaan.’

Zij melden dit gedrag individueel bij een vertrouwenspersoon, de klacht wordt geregistreerd, het slachtoffer wordt (hopelijk) begeleid. Als het helemaal de spuigaten uitloopt (lees: in de media terechtkomt) wordt een onderzoekscommissie ingesteld die in een rapport aanbevelingen doet.

Hoe erg het ook is voor de slachtoffers, zulke procedures zijn toch meer symptoombestrijding. Daarmee wordt er nog geen gedrag veranderd, benadrukt Van Veen. ‘Het is juist de groep die ermee aan de slag moet.’

patrick van veen
Patrick van Veen ziet apen als een spiegel waar we veel van kunnen leren.

Omgangsvormen bespreken

Negatief gedrag schaadt iedereen, dus is het tegengaan en voorkomen ervan ook de verantwoordelijkheid van iedereen. Op de werkvloer moet daarom veel meer met elkaar worden gesproken over wat de omgangsvormen zijn.

Samen ervoor gaan zitten en gedrag bespreken. ‘Hoe gaan we hier met elkaar om? Wat doen we wel en wat doen we niet? Wat is acceptabel en wat niet? Waar liggen de grenzen en hoe gaan we die grenzen bewaken?’

Natuurlijk krijgt ook Van Veen wel de bekende reactie dat ‘er geen grapje meer gemaakt kan worden of dat elke opmerking meteen fout is’. Dat is helemaal niet zo, weet hij. ‘Er kan heel veel en dat mag ook. Maar we moeten met elkaar wel tijd investeren in de relaties. Als je elkaar kent en begrijpt, kun je ook meer van elkaar accepteren.’

Lees ook: Gezellig of grensoverschrijdend? Hier moet je op letten

Consequenties invoeren

Met het bespreken van gewenst en ongewenst gedrag kan al ‘aan de voorkant’ worden voorkomen dat er slachtoffers vallen. Als er dan toch fout gedrag optreedt, moeten daar ook consequenties aan worden verbonden.

Bij chimpansees speelt het alfavrouwtje hierin een cruciale rol, geeft hij aan. Natuurlijk zijn er ook alfamannetjes, maar de vrouwen houden het langer uit op de apenrots. Zij bewaakt soms wel tien tot twintig jaar de rust en de stabiliteit in de groep. Bovendien motiveert ze anderen om haar daarbij te helpen.

Wanneer een mannetje grensoverschrijdend gedrag vertoont, krijgt hij eerst een paar waarschuwingen. Als hij toch doorgaat, volgt er – met goedkeuring van de hele groep – een correctie. ‘Zij zal op er bovenop springen om het gedrag letterlijk de kop in te drukken. En in het uiterste geval liggen zijn ballen eraf.’

Meer lef nodig

Bij mensen komen de plegers van dergelijk gedrag er nog te vaak mee weg, vindt Van Veen. Organisaties zouden veel vaker het lef moeten hebben om die vroegtijdig uit het team of uit het systeem te halen.

‘We zijn er te makkelijk in geworden om zulke dingen juridisch te maken. Als dat niks oplevert, dan doen we maar niks. We hebben dat bijvoorbeeld ook bij The Voice gezien, waar het Openbaar Ministerie onderzoek heeft gedaan en niet voldoende bewijs vindt om te gaan vervolgen.’

Leiders zijn als eerste verantwoordelijk voor de sociale veiligheid van hun mensen, stelt Van Veen. ‘Dat is bij apen niet anders. Het nadeel bij mensen is dat leiders heel vaak juist het onderwerp van discussie zijn. De meeste meldingen over storend en grensoverschrijdend gedrag gaan over leiders.’

Falen is opzouten

Dat heeft te maken met een ander ‘raar mechanisme in mensengroepen’. Bij apen wordt een leider benoemd door de groep. Bij mensen door het hogere management. Als fout gedrag ontdekt wordt, dan kijkt die leider dus naar boven. ‘Naar de mensen die hem of haar in het zadel houden.’

‘Daardoor heeft de groep geen enkel instrument om een leider die niet functioneert te corrigeren. Als bij apen de groep geen vertrouwen meer heeft, of vindt dat de leider die positie niet langer verdient, dan wordt ie er gewoon uitgegooid.’

Die aanpak zou Van Veen ook graag op de werkvloer zien. ‘Leiders hebben een hele zware verantwoordelijkheid, maar we hebben te veel mechanismes ingebouwd waardoor ze uiteindelijk helemaal geen verantwoordelijkheid hebben.’

‘Er zijn bij de grote incidenten in Nederland maar weinig leiders geweest die zelf vonden dat ze moesten opzouten, omdat ze gefaald hadden. Een van de weinige uitzonderingen is NOS Sport waar de hoofdredactie is opgestapt.’

Lees ook: Giftige werkculturen blijven bestaan zolang de top vriendjes steunt

Leiders verantwoordelijk maken

‘De enige manier om de problemen met grensoverschrijdend gedrag op te lossen, is leiders echt honderd procent verantwoordelijk maken. Als er in jouw team rottigheid voorkomt, dan ben jij de sjaak. Dan mag je wel een lid van de directie zijn, maar dan word je net als de dader toch de laan uitgestuurd.’

Organisaties die het kwaad bij de wortel willen aanpakken, moeten ook eens goed kijken naar welk gedrag beloond wordt, raadt hij aan. Leiders die bijvoorbeeld het behalen van targets, hoge kijkcijfers, of zoveel mogelijk declarabele uren belonen, zullen negatief gedrag niet zo snel corrigeren.

‘Als jij voor een vakbond heel goed bent in hard onderhandelen, mensen onder druk zetten en manipuleren, dan kun je als bestuurder veel bereiken. Dat is ook positief. Het nadeel is dat het vaak mensen zijn die zich intern in de organisatie op dezelfde manier gedragen. Maar dan vinden we zo iemand opeens een hufter.’

Negatief gedrag niet belonen

Het belonen van dat negatieve bedrag is maar één van de kenmerken van wat Van Veen risico-organisaties noemt. Die zijn een voedingsbodem voor storend en grensoverschrijdend gedrag. Andere kenmerken zijn sterk hiërarchische teams, veel geritualiseerd gedrag, veel flexibiliteit in de teams en de onderlinge race om te top te bereiken.

Veel organisaties vertonen deze kenmerken, onder meer de media, ziekenhuizen, consultancy en advocatenkantoren. Er is dus heel wat werk aan de winkel. Waar kunnen goedbedoelende leiders het beste mee beginnen?

Het allerbelangrijkste is het benoemen van een nar, geeft hij als eerste tip mee. ‘Dat kan een filosoof zijn, een ethicus, een theoloog, mensen die opgeleid zijn om uit te zoomen op de organisatie. Ze kunnen en mogen gedrag ter discussie stellen. In zo’n rol mogen we veel meer investeren.’

Onboarding uitbreiden

Het bespreken van gedrag moet ook veel hoger op de agenda komen bij leiders. Bij strategische wijzigingen, bij fusies, bij het samenstellen van nieuwe teams of de komst van nieuwe mensen. Allemaal redenen om daar opnieuw het gesprek over aan te gaan.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Van Veen wijst op het uitgebreide ‘onboardingsproces’ van chimpansees. Nieuwelingen worden bij deze apen langzaam geaccepteerd en ingewerkt. ‘Dat zijn wij op de werkvloer vaak kwijtgeraakt. Iemand wordt ergens aan toegevoegd, krijgt een login en een toegangsbadge. Dat is het dan eigenlijk.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

‘Bij apen is het een heel geleidelijk proces. Ze leren zo de regels van de groep. Als je eenmaal chimpansee bent, dan weet je ook hoe je je als chimpansee moet gedragen.’

help het is hier een beestenbende

Help! Het is hier een beestenbende – De biologische kijk op grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer – en hoe het te voorkomen is geschreven door Patrick van Veen. Het boek is onder meer te bestellen via managementboek.nl.