Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 14 april 2020
‘Tijdens een leiderschapsprogramma begeleidde ik eens een week senior executives uit de hele wereld. Een van hen voerde vaak en lang het woord. Op een gegeven moment stak ik mijn hand op, als teken dat hij moest stoppen. Dat werkte als een rode lap, en ik kreeg de volle laag. Ik probeerde van alles, maar niets kon de verbinding herstellen.’
‘Gaandeweg de week maakte ik amper nog contact met de groep, ik trok me terug en deed routineus mijn ding. De evaluaties waren pijnlijk negatief. Toen ik met mijn mentor terugkeek op hoe het ‘misging’, besefte ik dat ik onbewust tegenover mijn vader had gezeten. Ik had tegen hem zo graag ‘stop’ willen zeggen. Ik had graag ruimte gekregen om ook mijn verhaal te doen. In plaats daarvan leerde ik me terug te trekken.’
Aldus Jakob van Wielink, partner bij De School voor Transitie en executive coach bij IMD Business School. Hij schreef het in zijn voorwoord voor het boek De Vaderfactor – De invloed van je vader op je professionele en persoonlijke ontwikkeling, van de Amerikaanse psycholoog Stephan Poulter.
Effectievere leider
Die dominante deelnemer aan het leiderschapsprogramma werd voor Van Wielink het startpunt voor een zoektocht naar hoe de relatie met zijn vader hem heeft gevormd. ‘Ik ben lange, soms moeilijke gesprekken met mijn vader gaan voeren, ben de boosheid en het verdriet nu echt gaan voelen, heb me aangesloten bij een mannengroep die zich bezighoudt met leiderschap en kwetsbaarheid, heb hulp gevraagd en ben gaan oefenen met nieuw gedrag. Met het thema vaderschap aan de slag gaan heeft ervoor gezorgd dat ik me nog meer ben gaan verbinden, duidelijker ben geworden, meer op mijn intuïtie durf te varen. Het heeft me gemaakt tot een betere en effectievere leider, partner, vriend en ondernemer.’
De invloed van vaders wordt vaak onderschat, stelt Van Wielink. ‘Als het gaat om onze emotionele ontwikkeling en gevoelsleven, zijn we te eenzijdig op onze moeder gericht.’ Onterecht. Vaders zijn cruciaal in het leven van kinderen, ook als ze (helemaal) afwezig waren. ‘Ze zijn een voorbeeld in hoe je je verbindt met de buitenwereld, hoe je omgaat met kwetsbaarheid, hoe je je relaties, ook met geld, vormgeeft.’
Loodgieter
Stephan Poulter kwam op het idee voor De Vaderfactor toen hij als politieagent in Los Angeles werkte. ‘Vrijwel alle gang-leden die ik tegenkwam, hadden geen vader in hun leven gehad en waren stuk voor stuk boos’, vertelt hij vanuit Los Angeles. Toen Poulter zich later als psycholoog in dit fenomeen verdiepte, ontdekte hij hoezeer vaders de omgang met werk, geld en relaties bepalen.
‘Vaak is het een onbewust proces dat mensen eerst ontkennen. Maar weinig leiders leggen het verband tussen hun carrière en hun kindertijd. Ik hoor bijvoorbeeld vaak: “Mijn vader was loodgieter, ik ben advocaat, we hebben een totaal ander carrièrepad gekozen”. Dan nodig ik mensen uit om onder de oppervlakte te kijken, naar hoe het voelde dat je vader er nooit was bijvoorbeeld, of geen interesse in je toonde. Kinderen blokkeren onaangename ervaringen, maar zullen ze als volwassene vaak onbewust kopiëren.’
Midlifecrisis
Die ‘vaderfactor’ – de relatie met je vader – komt bij leiders vaak naar boven tijdens de zogeheten derde leiderschapsfase, ergens tussen het 35ste en 50ste levensjaar, vaak de periode van een midlifecrisis. In die jaren vinden vaak grote persoonlijke en zakelijke veranderingen plaats: promoties, huwelijken, kinderen, verhuizingen.
Dat leidt nogal eens tot levensvragen. Hoe verbind ik me met anderen, durf ik hulp te vragen, risico’s te nemen, mijn talenten te ontwikkelen, fouten te maken? De antwoorden worden nog wel eens gezocht in een duurdere auto of een groter huis. Tot ook die materiële zaken geen voldoening of geluksmomenten meer bieden.
Van Wielink: ‘Leiders die vastlopen, worden uitgedaagd om terug te keren naar hun wortels. Ik vraag ze vaak: wie was je vader? Welk voorbeeld gaf hij? Kon je met hem lastige gesprekken voeren, of ging hij ze uit de weg? Hoe heeft hij je leren omgaan met competitie? De antwoorden geven inzicht in de manier waarop je leidinggeeft.’
Niet zelden hebben leiders met afwezige vaders moeite met primaire emoties: liefde, boosheid en angst, en vallen ze in de categorie ‘dominante bazen’. ‘Ze strijden met medewerkers of hun eigen leidinggevenden en krijgen vaak te maken met leegloop doordat medewerkers zich niet veilig voelen en geen feedback (meer) durven te geven.’
Verbinding zoeken
Van Wielink begeleidde eens een ceo die van zijn medewerkers kritiek had gekregen omdat hij zich niet met hen verbond. Na wat doorvragen bleek de sfeer bij hem thuis ook niet best. Zijn zoon was veel aan het gamen, hij was vooral op hem aan het foeteren. ‘Ik stelde voor om belangstelling te tonen voor de hobby van zijn zoon, om naast hem te gaan zitten tijdens het gamen.
Eerst vond zijn zoon het maar niks, maar langzaam kwam er een gesprek op gang, ook over huiswerk en de regels thuis.’ De ceo ging daarna in zijn team ook meer gesprekken organiseren, liet mensen elkaar bevragen over wat voor de ander belangrijk was, wat hen plezier gaf, waar ze van afhaakten. ‘Dat zorgde voor meer werkplezier en onderling begrip, minder verzuim en betere resultaten.’
Uitspreken aan welke (ongeschreven) regels je van je vader moest voldoen, is vaak verhelderend. ‘Daarna kun je proberen het anders te doen en een giftig patroon te doorbreken’, stelt Van Wielink, die niet gelooft in de selfmade leader. ‘Uit onderzoek blijkt ook dat dat een mythe is. Leiderschap zit niet in ons dna, maar wordt gevormd door de vroegste ervaringen thuis, door de positieve en negatieve voorbeelden die we kregen.’
Eerlijk
De emotionele onvolwassenheid waaraan leiders nog weleens aan kunnen lijden, is volgens Stephan Poulter een van de zeven ‘roadblocks’ of gedragspatronen die maken dat ze vastlopen in hun carrière. De andere zes zijn: schaamte, twijfel aan eigen kunnen, gebrek aan focus, aan motivatie, aan persoonlijke verantwoordelijkheid en faalangst.
‘Wie begrijpt hoe zijn of haar vader met deze thema’s omging, snapt waarom het niet lukt om bepaalde successen te behalen. Ken je de invloed van je vader niet, dan rijd je auto met een voet op de rem’, zegt Poulter. Het is jammer dat onze jeugd en ouders niet snel een onderwerp op de vergaderagenda zullen zijn, meent de Amerikaanse psycholoog. ‘Weten hoe iemand is opgegroeid helpt om je medewerkers en collega’s te begrijpen. Familie is je startpunt, niet het einde.’
Vijf vaderstijlen:
- De afwezige vader: Zorgt voor depressieve gevoelens en veroorzaakt niet zelden het imposter syndrome: twijfel aan eigen kunnen, schaamte, het gevoel dat je door de mand valt.
- De carrièretijgervader: Voor deze vader zijn bereikte resultaten en uiterlijk vertoon belangrijk. Hij leert zijn kinderen dat het draait om scoren en winnen. Als volwassene kunnen ze onzeker worden en de mening van anderen belangrijker vinden dan hun eigen gevoelens. Ze moeten voldoen aan een onzichtbare eis: het is nooit goed genoeg.
- De tijdbomvader: Deze vader was onvoorspelbaar, bijvoorbeeld door drugs- of alcoholgebruik. Hij had plotselinge woede-uitbarstingen, waardoor deze kinderen al jong leerden om anderen te ‘lezen’. Ze waren vaak vredesbewaarder, hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel en zijn als volwassene vaak conflictmijdend.
- De passieve vader: De stabiele, hardwerkende, emotioneel afstandelijke man. Nauwelijks betrokken bij zijn kinderen, enthousiasmeerde of motiveerde hen niet. Dit zijn de hardwerkende, loyale werknemers, die vaak moeite hebben om emotionele verbintenissen aan te gaan.
- De mentorvader: Volgens Poulter valt slechts tien procent van de vaders in deze categorie. Het zijn de vaders die we allemaal zouden willen hebben, of zelf willen zijn. Hij ondernam activiteiten met zijn kinderen, gaf hen vertrouwen, en leerde hen over emoties. Zijn kinderen worden later vaak stabiele, verantwoordelijke leiders.
Dit is een publicatie uit de nieuwe MT Insights, met als thema ‘Het bedrijf waar iedereen wil werken’. Het hele magazine is hier te bestellen.