Huishoudens met voornamelijk inkomen uit een eigen onderneming en echtparen van 65 jaar en ouder hadden op 1 januari 2009 de hoogste vermogens. Ten opzichte van een jaar eerder zijn de vermogens van huishoudens gedaald.
Vermogen gedaald
Op 1 januari 2009 was het doorsnee-bezit van huishoudens 188 duizend euro. Dit wil zeggen dat de helft van de huishoudens meer, en de andere helft minder bezat. Daar stond 149 duizend euro aan schulden tegenover. Het doorsnee-vermogen van huishoudens kwam uit op 43 duizend euro. Een jaar eerder was dit nog 47 duizend euro. Deze daling is vooral toe te schrijven aan de waardevermindering van effecten door de eind 2008 ingetreden kredietcrisis. Ook de schulden namen iets toe.
Grote verschillen naar inkomensbron
Zelfstandigen met inkomen uit eigen onderneming hadden op 1 januari 2009 een doorsnee-vermogen van 207 duizend euro. Huishoudens met een inkomen voornamelijk uit arbeid kwamen met 37 duizend euro aanmerkelijk lager uit. Het vermogen van huishoudens met als voornaamste inkomstenbron een pensioen was 91 duizend euro. Huishoudens met een bijstandsuitkering hadden nauwelijks vermogen.
Ouderen hebben veel vermogen opgebouwd
Paren van 65 jaar of ouder hebben met 188 duizend euro het grootste vermogen. Dit komt onder andere doordat de hypotheek op de eigen woning vaak grotendeels of helemaal afbetaald is. Alleenstaanden van 65 jaar en ouder komen uit op 24 duizend euro. Alleenstaanden jonger dan 65 jaar en eenoudergezinnen blijven met respectievelijk 5 en 7 duizend euro ver achter.
Niet-westerse allochtonen hebben geen financiële buffer
Het doorsnee-vermogen van de huishoudens met een autochtone kostwinner is 68 duizend euro, terwijl dit voor huishoudens met een niet-westerse kostwinner slechts duizend euro bedraagt. Huishoudens met een allochtone kostwinner van westerse afkomst komen met 18 duizend euro iets hoger uit.
Bron: CBS http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/inkomen-bestedingen/publicaties/artikelen/archief/2010/2010-3011-wm.htm