Ze bestaan, vrouwen die geen man willen. Maar meestal gaat het dan om overjarige, al een tikkeltje verzuurde types. Hoe zit het dan met dit zestal goeduitziende dames van het Amsterdamse pr-bureau USP Marketing PR? Zonder enige scrupules geven ze zich bloot.
De website van USP is roze. In het toilet van het kantoor aan de Brouwers-gracht in Amsterdam staat een flesje parfum op het planchet. Tijdens het werkoverleg gaan de koekjes gretig rond. En als iets gewoon goed loopt, zoals zaken rond het WK Rummikub in november, de nieuwe lounge van hotel Blooming of de perslunch voor Continental Airlines, tiert het ‘helemaal leuk!’ welig.
Bij het Amsterdamse pr-bureau USP zijn geen mannen in vaste dienst. Wel freelancers, zoals de administrateur die enkele uren per week regelt dat USP financieel op orde is. Hij luncht op maandag met de dames mee. “Met een man erbij is de sfeer aan tafel toch substantieel anders,” zegt junior accountmanager Marijn. “Dan gaat het niet over waar we uit geweest zijn in het weekend.”
USP, een kleine dertien jaar geleden opgericht door de compagnons Jeannette Spits (van de S in de bedrijfsnaam) en Annelies Putman Cramer (van de P, de U staat voor u de klant), is een echt vrouwenbedrijf. Het bureau werkt vooral in de sectoren reizen, hotellerie en lifestyle en in al die jaren is er slechts één man in dienst geweest. Helemaal in het begin. Het is, zeggen Spits en Putman, niet zo dat ze geen mannen wíllen. Het is zo dat zich geen goede mannen áándienen.
“Een roze website en een vrouwelijke directie, dat kán mannen afschrikken,” denkt Spits. “Bij vacatures reageert er bijna geen man.” “Maar het is zeker de aard van het werk,” weet Putman. “Het werk brengt heel veel details en inzichten met zich mee waar mannen niet over beschikken. Mannen missen oog voor detail. En het is onze werkwijze.”
Spits: “Ja! Vrouwen kunnen echt meer dingen tegelijk doen en dat is wat bij ons heel erg speelt. Het kan zomaar zijn dat je voor meerdere klanten tegelijk verschillende dingen tegelijk moet oppakken. Daar kunnen vrouwen wél goed mee omgaan. Mannen zijn daar minder sterk in.”
Even terug naar de vacatures. Die zijn er door de gestage groei van USP regelmatig. Komen er geen mannen of komen mannen niet door de selectie? Spits: “Er waren de laatste keer best veel goede kandidaten, maar dat waren vooral vrouwen. Als je veel reacties hebt van mensen die aan het profiel voldoen, zit je in de luxe positie dat je kunt kiezen en toen werd het een vrouw.”
We kunnen ze niet krijgen. Dat wordt ook vaak gezegd over allochtonen. De mannelijke junior of senior accountmanager als moderne Marokkaan?
“Het is echt niet zo dat we geen mannen willen,” bezweert Spits. “In de reiswereld en de gastvrijheidindustrie waarin wij veel werken, werken gewoon heel veel vrouwen. Ik heb vroeger in de horeca gewerkt en daar had je in een marketingteam vaak wel mannen. Dat ging prima. Hoewel… Een groot deel was dan wel weer homo, dus daar waren de vrouwelijke kanten sterk vertegenwoordigd. Er werken in de horeca en airlinewereld nu eenmaal veel nichten. Ik bedoel: het is niet zo dat een man een man is en een vrouw een vrouw. In ons allemaal zit een stuk man. Bij de een meer dan bij de ander.”
De boodschap die Spits en Putman Cramer uitdragen is dat mensen die bij hen willen werken niet alleen hun vak moeten kennen, maar ook bij hen en hun klanten moeten passen. “We selecteren vooral op uitstraling,” aldus Putman. “Die moet open en positief zijn. Iedereen heeft hier een super-positieve instelling. En het is zeker in ons bedrijf belangrijk dat de nieuwe medewerker goed in het team past. Het gaat bij ons bedrijf namelijk om het creëren van synergie. De klant plus USP is samen drie. Daar moet je bij passen.”
Spits: “Mensen die bij ons komen werken moeten van aanpakken weten. En representatief zijn. Dat is natuurlijk wat je wilt horen, dat uiterlijk belangrijk is, maar dat is ook zo.” Putman: “Je hoeft niet mooi te zijn, je moet gewoon waar dan ook het bedrijf en de klant kunnen vertegenwoordigen. Dat ze er allemaal wel hartstikke goed uitzien, is toeval, hahaha!” Spits: “Als je goed in je vel zit en je bent een open persoon, dan ben je vaak een mens met een mooie uitstraling. Dan hoef je helemaal niet mooi te zijn en kun je alles promoten en verkopen wat je wilt.”
Kibbelen
Om te onderzoeken – dit is immers een serieus blad – of bij de dames van USP sprake is van vooroordelen over de kwaliteiten van mannen doen we even een rondje langs de directieleden Spits en Putman en de account managers Karin Rus, Natasha Hooper, Charlotte Rings en Marijn. Met maar één vraag: waarin zijn vrouwen beter dan mannen? Voor alle duidelijkheid: de dames kakelden niet door elkaar heen!
“Vrouwen kunnen zich beter inleven in klanten.” (Putman) “Vrouwen kunnen beter met mannelijke klanten overweg.” (idem)
“Vrouwen kijken beter wie ze voor zich hebben en kunnen zich daar dan naar opstellen en gedragen.” (Spits) “Vrouwen kunnen meer dingen tegelijk.” (idem)
“Vrouwen gaan minder de strijd met elkaar aan.” (Rings) “Vrouwen accepteren vrouwelijke leiding.” (idem) “Vrouwen zijn gedetailleerd.” (ook) “Vrouwen voelen beter aan hoe ze met klanten moeten samenwerken.” (nogmaals) “Vrouwen hebben betere mensenkennis.” (ze houdt maar niet op, die Rings)
“Vrouwen hebben meer regelkracht.” (Hooper) “Vrouwen dragen meerdere oplossingen voor een probleem aan.” (idem)
“Vrouwen als baas, daar kun je meer mee uitwisselen, communiceren.” (Marijn) “Vrouwen hebben minder snel een autoritaire uitstraling.” (idem)
“Vrouwen zijn beter in dingen regelen, in praten en in mensen overtuigen.” (Rus) “Vrouwen kunnen hun charme in de strijd gooien.” (idem)
Tegen zo veel vooroordeel (toch, heren?) is het moeilijk opboksen. Moeten we dan echt in de strijd gaan gooien dat als je een hok vrouwen hebt, ze allemaal tegelijk ongesteld worden en dús ook allemaal tegelijk chagrijnig zijn? “Onzin,” aldus Karin Rus, “en dat weet ik, want daar praten we natuurlijk óók over!” Dat vrouwen de hele dag kakelen, als ze tenminste niet aan het roddelen zijn? (“Wij niet,” stelt Natasha Hooper, “wij zijn allemaal easygoing types en zeker geen kibbelende vrouwen, we gunnen elkaar alles.”)
Dat vrouwen tijdens het WK voetbal nóg bezig zijn met geneuzel over kleding, make-up, relaties en andere zaken die het niet halen bij de Moeder aller Gespreksonderwerpen: voetbal? (“Weer mis,” lacht Karin Rus, “Trinidad & Tobago is een klant van ons, dus we zijn helemaal into voetbal!”)
Blufpoker
De dames zijn, zij het schoorvoetend, wel bereid toe te geven dat er ook dingen zijn waar mannen beter in zijn dan vrouwen. “Gaten boren, dingen bouwen,” aldus Rus. “Nee, serieus! En dan kunnen mannen ook nog maar één ding tegelijk. Als ie een komkommer staat te snijden en je praat met ’m, dan stopt ie met die komkommer. Dat veel meer directeuren man zijn, betekent volgens mij trouwens níet dat mannen beter zijn in leiding geven. Wel dat ze stelliger zijn. Ook in het geven van hun mening. Dat kan werken.”
“Mannen kunnen beter vooruit denken,” weet Hooper. “En dingen eerder recht voor zijn raap zeggen. Meer ‘nee’ durven zeggen. Dat vind ik echte mannendingen.”
“Mannen kunnen goed tellen,” meent Putman. “Echt, mannen zijn enorm gezellig, maar niet op de werkvloer, hahaha.”
“Mannen zijn strategischer,” stelt Spits.
“Okee, en ze zijn beter in focussen. Ze kunnen de focus iets meer op ver weg zetten,” komt Putman toch nog een beetje over de brug.
Het blijft weinig.
“Maar het is ook niet zo veel meer. Oh ja! Blufpoker! Mannen kunnen situaties compleet voorleggen, terwijl er heel veel gaten in zitten. Die dan door anderen worden gevuld, meestal door vrouwen. Wat zei Margaret Thatcher ook alweer? ‘Als je iets wilt zeggen, moet je een man hebben. En als je iets geregeld wilt hebben, moet je een vrouw hebben’. Daar herkennen we ons volledig in, hahaha!”
Vrouwen met ballen
Ander onderwerp. Spits en Putman sámen, constateert Natasha Hooper, “zouden bij elkaar opgeteld een man kunnen zijn.” Putman: “Wij zijn inderdaad een stoere-vrouwenbedrijf. Vrouwen met ballen. En dat geldt ook voor de vrouwelijke freelancers met wie we werken. Dat zijn vrouwen die niet lopen te zemelen, van: sorry, het is half vijf. Ze moeten zich niet verschuilen, dat is relevant. Als vrouw kun je je bijvoorbeeld gemakkelijk achter je kindjes verschuilen. Wie dat niet doet, heeft bij ons een streepje voor.”
Aha, daar hebben we eindelijk een echt nadeel te pakken van een vrouwenbedrijf versus een mannenbedrijf: mannen hebben (in Nederland althans) geen zwangerschapsverlof. Maar ook daar blijken de dames weer louter de voordelen van te zien, van zwangerschapsverlof.
Spits: “Ja, dat gaat op een dag gebeuren bij de dames. Maar daar staat tegenover: de vreugde die wij dan voor die persoon voelen, dat weegt daar vast weer tegenop. Natuurlijk moet dan vier maanden een ander het werk overnemen, maar dat zijn wij met onze vele reizen wel gewend. En ook: dan zie je het toch snel vier maanden van tevoren aankomen, dus je kunt je maatregelen nemen. Ik zie dat vooralsnog niet als een probleem. Als ze straks zwanger worden, dan gunnen we ze dat. We hebben het bij elkaar ook gehad. Hoewel: die twee achter elkaar bij Annelies, daar had wel wat meer tijd tussen mogen zitten, haha.”
Vervelend konijn
Even zakelijk nog graag, dames! Hoe gehandicapt is een bureau dat macho-klanten wil binnenhalen? Wordt de stropdasdrager als uithangbord dan ook niet gemist?
“In de sector toerisme werk je veel met klanten in het buitenland. Dan zie je wel eens dat mannen liever zaken doen met mannen. Als je daar als twee blonde vrouwen binnenstapt, voelt het toch even anders dan twee mannen in een strak pak. In sommige culturen speelt dat wel een rol, bijvoorbeeld in Zuid-Amerika,” moet Spits toegeven. De oplossing: “We compenseren dat door ons zo strak mogelijk op te stellen. Heel helder en zakelijk.”
Sommige klanten wíllen de dames ook gewoon niet. Putman: “Onze kracht is dat we tegen een potentiële klant kunnen zeggen: dit gaat het niet worden. Dan voelt het bij Jeannette en mij niet goed.” Spits: “En dan gaan we het niet louter voor het geld doen.” Putman: “Als je een klant neemt voor het geld, dat werkt niet. Dan gaat al je tijd in zo’n vervelend konijn zitten en daar krijg je alleen maar ellende van!”
Discriminatie
Bij de 34 Anti-Discriminatie Bureaus (ADB’s) die ons land telt, kwamen in 2005 welgeteld 0 klachten binnen over discriminatie van mannen op grond van geslacht. Van vrouwen kwamen er 111 binnen.
Met dank aan Cantina Mobile Discriminatie geen mannenzaak