Geld, politieke invloed, alles van ons weten: de macht van bedrijven komt in vele gedaanten. Welk bedrijf legt de wereld het meest zijn wil op?
Wat is het machtigste bedrijf in de wereld? Het antwoord op die vraag lijkt op het eerste gezicht een vergelijking van appels met peren. Is Wall Street machtiger dan Big Oil? Heeft Apple meer in de melk te brokkelen dan Microsoft? Leggen patenten meer gewicht in de schaal dan data? Marktdominantie komt in allerlei vormen, maar werkelijke macht berust op een aantal onmiskenbare pijlers. We onderzoeken acht factoren, die samen een inkijkje geven in de heerschappij van 's werelds grootste en – vooral – machtigste ondernemingen.
1. Economische macht
Wie dacht dat Apple zonder Steve Jobs zijn magie zou verliezen, heeft de staying power van het Amerikaanse technologiebedrijf onderschat. Sinds het overlijden van de legendarische ondernemer is de koers van het aandeel bijna 2,5 keer over de kop gegaan. Met een marktkapitalisatie van bijna 800 miljard dollar is Apple nu verreweg het kostbaarste bedrijf ter wereld, waardevoller bijvoorbeeld dan oliegigant Exxon Mobil en beleggingsreus Berkshire Hathaway – respectievelijk nummer 2 en 3 op de wereldranglijst – bij elkaar.
Ook wat omzet betreft speelt Apple mee in de wereldtop. De producent van smartphones, computers, tablets en sinds kort ook slimme horloges is inmiddels groter dan General Motors, Ford en General Electric, de traditionele pijlers onder de Amerikaanse industrie.
Apple is niet alleen het meest waardevolle bedrijf ter wereld, maar ook een van de meest winstgevende. Volgens marktonderzoeker Strategy Analytics boekte de onderneming in het laatste kwartaal van 2014 alleen al met de iPhone een operationele winst van 18,8 miljard dollar. Daarmee neemt Apple een onwaarschijnlijke 89 procent van de totale winst in de smartphonesector voor zijn rekening. Door die ultieme marktdominantie beschikt Apple volgens de laatste tellingen over een cashvoorraad van 178 miljard dollar, ongeveer het bruto nationaal product van landen als Oekraïne of Nieuw-Zeeland.
Die enorme berg geld komt overigens met zijn eigen (luxe) problemen. Zo boekt Apple twee derde van zijn winst via een fiscale constructie in Ierland, waar het bedrijf slechts 2 procent aan belastingen over betaalt. Volgens de Europese Commissie komt dit neer op illegale staatssteun, en ook de Amerikaanse overheid zint op maatregelen om de belastingvlucht te stoppen. Maar ondertussen is het bedrijf wel zo machtig, dat geen overheid er graag de strijd mee aangaat.
2. Reputatie
Apples fiscale kunst- en vliegwerk lijkt bovendien weinig afbreuk te doen aan de reputatie van het bedrijf. Volgens zakenblad Forbes is het merk inmiddels 125 miljard dollar waard, meer dan twee keer zoveel als merken als Microsoft, Google en IBM. Waar traditioneel sterke merken als Coca-Cola en McDonald’s inmiddels tegen de grenzen van hun groei aanlopen, lijkt voor technologiebedrijven het verzadigingspunt nog niet bereikt. Met de iPhone 6 brak Apple eindelijk ook door in China, waar het (in eigen land geproduceerde) toestel inmiddels wordt gezien als ultiem statussymbool. Natuurlijk, reputatie komt te voet, en gaat te paard, maar met zoveel fans is het bedrijf vanzelfsprekend een machtsfactor van betekenis.
3. Maatschappelijke macht
Een andere maatstaf voor macht is de noodzakelijkheid van de voorziening. De smartphone mag voor miljoenen consumenten inmiddels onmisbaar zijn, zonder Apple gaat de maatschappij heus niet ten onder. Zonder energie gebeurt dat waarschijnlijk wél. Hoewel durfkapitalisten miljarden pompen in de zoektocht naar alternatieve energiebronnen, draait de wereld nog steeds op olie en gas. In dat opzicht is het niet verwonderlijk dat leveranciers als ExxonMobil, Chevron, PetroChina en PetroBras nog steeds tot de machtigste ondernemingen ter wereld behoren. Met een jaaromzet van ruim 400 miljard dollar en een beurswaarde van 210 miljard doet ook Shell een stevige duit in het zakje.
De macht van Big Oil is evenwel niet absoluut. Dat komt bijvoorbeeld door een kartel rondom Saoedi-Arabië, dat om politiek-strategische redenen de markt momenteel met een structureel overschot lijkt op te zadelen. Daarnaast is Amerikaans aardgas dankzij technieken als fracking veel goedkoper dan energiebedrijven graag zien. Tenslotte heeft de dominantie van Shell niet kunnen voorkomen dat ruim 5.000 raffinagemedewerkers begin dit februari het werk neerlegden. De eis voor betere veiligheid en hogere salarissen is uitgegroeid tot de langste staking in de sector sinds 1980. Maar goed, almachtig mag een bedrijf als Shell dan misschien niet (meer) zijn, de oliebedrijven blijven natuurlijk partijen die moeilijk zijn te onderschatten.
4. Financiële macht
Net zo’n onmisbare factor voor het functioneren van de wereldeconomie wordt gevormd door de financiële sector. Ondanks de kredietcrisis zijn Amerika’s dominerende banken nog steeds too big to fail. Door de boedel van noodlijdende concurrenten als Bear Stearns, Merrill Lynch en Wachovia voor een appel en een ei over te nemen zijn de overlevende systeembanken JP Morgan Chase, Bank of America en Wells Fargo zelfs dominanter dan ooit.
De financiële sector vormt een machtsfactor die door consumenten op zijn best knarsetandend wordt geaccepteerd. De volkswoede lijkt in de Nederlandse politiek inmiddels een voedingsbodem te hebben gevonden. Maatregelen als nieuwe bankbelastingen en de beperking van bonussen tot maximaal 20 procent van het jaarsalaris vormen volgens werkgeversorganisatie VNO-NCW inmiddels zelfs een 'strafexpeditie'.
Aan de andere kant van de oceaan zijn de financiële wereld en de overheid echter net zo vervlochten als voorheen. Hank Paulson, oud-minister van Financiën, is tevens ex-directeur van Goldman Sachs. Zijn Democratische evenknie Robert Rubin trad na beëindiging van zijn ambt in dienst bij Citibank, waar hij meer dan 120 miljoen dollar opstreek.
5. Politieke macht
De invloed van Wall Street reikt niet alleen tot diep in het Witte Huis, maar heeft ook tentakels in de wetgevende macht. Volgens een rapport van de denktank Institute for America's Future hebben de zes grootste banken honderden lobbyisten in dienst die eerder voor de federale overheid werkten.
Dat blijkt geen slechte investering: bij de stemming over de overheidsbegroting voegden Republikeinse congresleden afgelopen december op het laatste moment een amendement toe dat bijna eigenhandig was samengesteld door lobbyisten van Citigroup. De provisie maakte een eind aan de wettelijke verplichting voor zakenbanken om een deel van hun derivatenhandel af te stoten. Met het 1,1 biljoen dollar bedragende begrotingsakkoord werd een federale shutdown, het sluiten van overheidsdiensten, voorkomen.
Reden voor Sheila Bair, de voormalige voorzitter van de bankentoezichthouder Federal Deposit Insurance Group, om Citigroups bemoeienis te vergelijken met chantage: als de financiële wereld niet krijgt wat ze wil, deinst ze niet terug voor maatschappelijke ontwrichting. ‘Streken als deze vergroten het cynisme over banken alleen maar.’
Het afbrandrisico weerhoudt machtige industrieën er echter niet van om te blijven lobbyen. Zo maakten olietycoons Charles en David Koch onlangs bekend dat ze liefst 900 miljoen willen inzamelen om de presidents- en parlementsverkiezingen van 2016 te beïnvloeden. Wat Koch Industries daarmee wil bereiken? Een greep uit de agenda: belastingverlaging voor oliebedrijven en minder subsidies voor wind- en zonne-energie. Daarmee lijkt de hegemonie van fossiele brandstoffen in de VS, voor de nabije toekomst althans, zo goed als zeker.
6. Patenten
Maar niet alle macht is te koop. Zo is er ook macht die juist eigendom beschermt. Patenten bijvoorbeeld. Op dit gebied steekt één onderneming met kop en schouders boven de rest uit: IBM. In de jaarlijkse ranglijst van toegewezen Amerikaanse patenten staat Big Blue al 22 jaar op nummer 1. Ondanks die schat aan intellectueel eigendom gaat het bedrijf prudent met die macht om. Toen eind 2013 bijvoorbeeld bleek dat Twitter patentbreuk maakte op drie vindingen, stuurde IBM een beleefde brief om de sociale medium daarop te attenderen, vergezeld met een uitnodiging om samen tot een oplossing te komen.
In de door marktonderzoeker IFI Claims Patent Services samengestelde ranglijst is Philips – met 838 octrooien – het enige Nederlandse bedrijf in de top-50. Op nummer 8 staat Google, dat in 2014 2.566 patenten kreeg toegewezen, bijna 40 procent meer dan het jaar ervoor. Het bedrijf bruist van de plannen, van een zelfsturende auto tot het creëren van magnetische nanopartikels die ziektes kunnen opsporen in de bloedsomloop.
Google is zelfs van plan 5 miljard plattelandbewoners in opkomende markten via ballonnen in de stratosfeer van internet te voorzien. Kabelmaatschappijen, die de afgelopen jaren miljarden hebben geïnvesteerd in glasvezelnetwerken, zullen die plannen met argusogen aanzien. Onder druk van een moordende concurrentie gaat de industrie momenteel door een consolidatiegolf: van de 10 grootste fusies van het afgelopen jaar vonden er 3 plaats in de telecomsector.
7. Data
Een groot deel van de toegekende patenten betreft een nieuwe, maar niet te onderschatten machtsfactor: Big Data. Zijn op dit moment pakweg 8 miljard apparaten aangesloten op het internet, met de komst van het 'internet der dingen' zijn dat er over 5 jaar waarschijnlijk al 50 miljard, en in de jaren 30 mogelijk zelfs een biljoen. Geleid via de infrastructuur van cloud-giganten als Amazon en IBM levert die exponentieel groeiende verbondenheid een onwaarschijnlijke hoeveelheid data op.
Zo uploaden de pakweg 900 miljoen actieve gebruikers van Facebook elke dag zo'n 300 petabytes (3 miljoen gigabytes) aan persoonlijke informatie. Dankzij de recente overname van WhatsApp beschikt de site inmiddels ook over de chatgegevens van pakweg 1 miljard gebruikers. De zelfsturende auto van Google verzamelt een gigabyte per seconde, en kan 3D-beelden van omgeving maken tot op 1 centimeter scherp.
Die explosie aan digitale informatie leidt tot een samenleving waarbij praktisch al onze bewegingen in real time zichtbaar zijn. MIT-wetenschapper en big data-expert Alex Pentland vergelijkt de huidige situatie met de Middeleeuwen, waarin landheren het voor het zeggen hebben en de rest van de maatschappij bestaat uit horigen. Hij is ervan overtuigd dat we naar een situatie gaan waarbij bedrijven accepteren dat data persoonlijk eigendom zijn van de consument en de burger, en dat ze er alleen gebruik van mogen maken met expliciete toestemming. ‘Banken en ziekenhuizen hebben ook privacygevoelige gegevens over ons die ze niet zomaar prijsgeven. En als de financiële sector die verantwoordelijkheid aankan, moet de rest van het bedrijfsleven daar toch ook in kunnen slagen.’
8. Nieuwe macht
De publieke opinie is in het bedrijfsleven altijd al een machtsfactor geweest, maar dankzij het internet is de slagkracht van consumenten de laatste jaren enorm toegenomen. Slimme bedrijven weten hoe op die golf van internetactivisme mee te liften.
Neem de recente beslissing van de FCC, de toezichthoudende Federal Communications Commission, om netneutraliteit te handhaven. Toen Netflix in 2013 weigerde op te draaien voor ‘speciale aansluitingkosten’, vertraagde kabelaar Comcast het internetverkeer van de online videodienst net zo lang tot de directie door de knieën ging. Netflix was vervolgens zelf een van de drijvende krachten achter een massaal gesteunde online petitie, waarbij de FCC werd overspoeld door 4 miljoen berichtjes van bezorgde burgers. De volkswoede was zo groot dat FCC-voorzitter Tom Wheeler, voormalig lobbyist voor de telecomsector, uiteindelijk door de knieën ging. Eind februari reguleerde de FCC dat het internet een nutsfunctie vervult en daarom voor iedereen in gelijke mate toegankelijk moet zijn, tot woede van de kabelaars.
Apple domineert
Als de lijstjes en de hiervoor genoemde factoren iets duidelijk maken, dan is het wel dat alle macht relatief is. Geen enkel bedrijf kan in zijn eentje een sector zijn wil opleggen, helemaal niet in een concurrentielandschap dat sneller verandert dan ooit.
Toch is er één bedrijf dat bijna alle lijstjes domineert: Apple. Via zijn iCloud, smartphones en innovatievermogen weet het bedrijf zich onmisbaar te maken in het leven van velen. En met Apple Pay komt daar nog eens financiële macht bij. Het bedrijf komt op patentengebied nog niet voor in de top-10, maar dat lijkt slechts een kwestie van tijd: met 2003 toegekende octrooien in 2014 staat Apple inmiddels op nummer 11.
Het bedrijf is bovendien een financiële machtsfactor geworden. Het gros van de miljardenwinst is ondergebracht in investeringsmaatschappij Braeburn, die opereert vanuit het belastingparadijs Nevada. Daarmee beschikt Apple over een grotere beleggingsportefeuille dan Bridgewater, het grootste hedgefonds ter wereld. Politiek mag het bedrijf dan (nog) geen factor van betekenis zijn – of in elk geval: niet zichtbaar zeer actief zijn -, met zoveel invloed in zoveel levens, zoveel geld en zoveel kennis lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat we hier met het machtigste bedrijf ter wereld van doen hebben.
Lees meer over het thema macht:
- Waarom machtshonger in iedereen zit (maar niet bij ieder evenveel)
- Waarom topmanagers niet langer dan 10 jaar houdbaar zijn
-
Dominique Haijtema: machtsvertoon is een zwaktebod
Dit verhaal komt uit de huidige printeditie van Management Team, die als thema 'Macht' heeft. Ben je nog geen abonnee? Vraag de huidige editie dan aan als gratis proefnummer.