Kankerbehandelingen op basis van computeranalyse, en persoonlijke medicijnontwikkeling met DNA-onderzoek: twee goede, innovatieve ideeën, maar toch kwamen de bedrijven die dit wilden ontwikkelen niet van de grond. Meer dan 95% van alle uitvindingen in de zorg komt nooit bij patiënten terecht.
Dat alleen een goed idee niet genoeg is, blijkt wel uit het grote aantal (Nederlandse) start-ups dat de ‘Valley of Death’ niet overleeft, het moment van start tot aan het moment van de eerste omzet. De drie belangrijkste redenen waarom start-ups niet uitgroeien tot een succes, zijn in elke branche hetzelfde: er is geen marktbehoefte waar dit idee op aansluit, er blijkt geen of niet genoeg geld te zijn, en het team is niet geschikt. Niet alleen startups hebben er last van. Binnen corporates zijn de problemen met innovaties vergelijkbaar.
Corporates
‘Corporates hebben veel moeite om iets van zero to one te brengen, dat heeft te maken met hun constitutie’, zegt Bert Arjan Millenaar. Hij is CEO van healthtech venture builder NLC, dat innovaties in de zorg helpt uit te bouwen tot bedrijven om uitvindingen toch bij patiënten te krijgen. ‘Het is bovendien altijd moeilijk om te innoveren, in de zorg evenzeer als in automotive of financiële dienstverlening, en voor corporates net als startups, zij het om andere redenen.’
Volgens hem kunnen corporates minder snel mee komen, omdat innovaties in steeds grotere aantallen op ons af komen. In plaats van een gok te nemen wachten corporates liever een paar jaar en betalen dan de hoofdprijs, zegt Millenaar, dat kost uiteindelijk minder dan investeren in veel innovaties waarvan een paar het gaan redden.
Risico
Vanwege de groeiende aantallen innovaties, ziet Millenaar dat steeds meer bedrijven hun aandacht verleggen van R&D naar M&A, mergers and acquisitions. Bij corporates blijven er in toenemende mate innovaties op de plank liggen, omdat ze vinden iets te klein is, of het past niet goed in de portefeuille. ‘Daarmee komen ze dan bij ons’, zegt Millenaar. ‘De helft van onze leads krijgen we van academische instellingen, de andere helft komt van corporates.’
Met een uitgebreid internationaal marktonderzoek wordt gekeken of het idee potentie heeft. In het geval van een corporate zet NLC een onderneming op met licentie van de corporate, of als de innovatie vanuit de academische wereld komt zet NLC een startup op. Zo wordt het risico verlaagd tot een niveau waarbij het voor een professionele investeerder interessant is om te investeren.
Is die investering er, dan zoeken headhunters van NLC naar een geschikte CEO. Inmiddels heeft NLC, dat in 2014 werd opgericht, 27 healthtech ventures. Vanwege geheimhoudingsclausules mag Millenaar helaas weinig vertellen over de samenwerking met corporates. Hij kan alleen delen dat één ervan Philips betreft.
In ieder geval gaat het om zeer grote internationale spelers in de zorgmarkt, bij wie patenten op de plank zijn blijven liggen, maar het komt ook voor dat corporates naar NLC stappen omdat zij innovaties efficiënter en effectiever weten te ontwikkelen tot bedrijven.
Man en plan
Alle innovatie is moeilijk, zei Millenaar, maar de zorg kent daarbij specifieke problemen die het nog moeilijker maken. De moeilijkheden beginnen vaak al bij de uitvinder, die wel de wetenschappelijke hypothese heeft en die soms ook al getest heeft, maar niet genoeg heeft om investeerders aan te trekken. ‘Er is vaak wel een hypothese, maar geen businessplan. Investeerders kunnen dus nog niet instappen omdat het risico te groot is.’
Bovendien is de markdynamiek anders, je hebt niet de gebruikelijke verkoper, product en koper. Er is iemand die betaalt (verzekeraar), een gebruiker (arts), en iemand die profijt heeft van het product (patiënt). Voordat een product op de markt komt heb je bovendien een vergoeding nodig van een verzekeraar, en voordat je die krijgt, heb je clinical proof nodig, gebonden aan allerlei regels.
‘Het is goed dat de zorg voorzichtig is met innovaties,’ zegt Millenaar, ‘en dat ze conservatief is in de kostenafweging. De kosten van de zorg zijn al heel hoog. Innovaties kunnen de zorg nog duurder maken, zeker levensverlengende technologie, maar het kan de kosten ook verlagen door preventieve technologie.’
Preventie
Hij geeft als voorbeeld uit eigen portfolio een aantal biomarkers, waarmee met bijvoorbeeld een druppel bloed snel en veel eerder ziektes kunnen worden gediagnosticeerd, zoals bepaalde kankertypes. ‘Hoe eerder je diagnosticeert, hoe lager de kosten van behandeling later zijn. We zijn nu bezig met biomarker voor autisme om te meten of medicatie effect heeft. In plaats van dat je een half jaar moet wachten kun je dat al na een maand zien, wat dus veel tijd en geld scheelt.’
Een ander voorbeeld is Concord, dat opvangtafels maakt waarop te vroeg geboren baby’s bij de moeder kunnen blijven met de navelstreng intact. ‘Die opvangtafel is even duur als de huidige, maar het aantal complicaties gaat drastisch naar beneden. Zo’n premature baby die je in de beginfase helpt, heeft veel minder kosten in het latere leven.’
Niche
Drie van de ventures van NLC die wat meer bekend zijn, zijn Nico.lab, Mind Affect en Oval Bone Saw. Oval Bone Saw ontwikkelde een speciale ovale zaag om mensen met botkanker beter te behandelen, Mind Affect ontwikkelde software waarmee ALS-patiënten toch weer kunnen communiceren. Nico.lab, dat AI-software levert die de diagnose en behandeling bij beroerte versnelt, verwacht begin komend jaar naar de beurs te gaan.
‘Je werkt in de zorg soms in niches van niches, waardoor het jaren kan duren voordat je geld terug ziet.’ Maar NLC gaat voor schaal, zegt Millenaar, waardoor er ook wel een keer een big hit tussen zit. ‘Daardoor kunnen we het ons veroorloven om te investeren in een heel erg kleine markt, zoals met Oval Bone Saw. Daarmee krijgen we niet zo veel keer ons geld terug, maar we lossen wel een serieus probleem op voor patiënten.’