Je brengt vaak meer tijd met ze door dan met je vrienden en familie. Niet gek dus dat er tussen mensen op de werkvloer warme vriendschappen kunnen ontstaan, die veel verder gaan dan het dagelijkse praatje bij de koffieautomaat. Maar hoe waarborg je zo’n vriendschap en zorg je ervoor dat het het werk niet in de weg staat?
Volgens Thimo Kooiman van KB Buro voor gezonde werkrelatie draait het allemaal om het maken van afspraken. ‘Hoe leuk een vriendschap ook kan zijn, op de werkvloer zul je je ook professioneel op moeten stellen. Hoe zorg je ervoor dat het niet té gezellig wordt? Vooral als je eerst collega’s bent en dat zich ontwikkelt tot een vriendschap, zul je met elkaar moeten bespreken hoe je daar professioneel mee om wilt gaan.’
Bij Harrison van der Vliet (30) van NRC was het precies andersom. ‘Voordat ik chef werd van de multimedia-redactie, was ik al bevriend met de mensen op de redactie. Ineens stond ik toen boven ze.’ Wennen was het wel even, maar omdat ze zich op werk professioneel gedragen, was zijn rol als manager nooit een probleem. ‘Iedereen begreep dat de verhoudingen op de werkvloer anders waren, maar daarbuiten bleven we gewoon dezelfde vriendschap houden.’
Verantwoordelijkheid
Een strenge chef is Van der Vliet nooit geweest. ‘Ik ga ervan uit dat iedereen het leuk vindt om hier te werken en ik ga niet als een politieagent regels opstellen en kijken of die nageleefd worden. Ik denk dat ik daardoor ook toegankelijker ben naar mijn collega’s toe, wat de vriendschap ten goede komt.’
Van der Vliet kan zich ook wel voorstellen dat het aan de branche ligt. ‘In de journalistiek gaan we sowieso vrij los met elkaar om, er is weinig hiërarchie. Ik kan me voorstellen dat je binnen een bank of beursgenoteerd bedrijf niet zo snel je manager uitnodigt bij een borrel of verjaardag.’
Maar het is niet alleen maar gezelligheid wat de klok slaat op de krantenredactie. ‘De vrijheid die ik geef vraagt tegelijkertijd een grote verantwoordelijkheid van de medewerkers. Ik verwacht dat we met z’n allen aan goede producties werken en dat iedereen zich voor de volle honderd procent inzet.’
Het is volgens Kooiman een van de voordelen van vriendschap op de werkvloer. ‘Door goed sociale verhoudingen zorg je dat mensen zich meer thuis voelen en meer betrokken zijn bij het werk. Het is samen hard werken, maar daarna kan er wel samen ook genoten worden van de vrijheid.’
Borrelsfeer
Toch is het tegelijkertijd een valkuil, want je zult het niet met iedereen even goed kunnen vinden. Kooiman: ‘Zodra je merkt dat je het met de ene collega veel beter kan vinden met de ander, zul je toch moeten proberen om uitsluiting te voorkomen.’ Praat daarom niet alleen maar met elkaar over je weekend, maar vraag ook wat anderen hebben gedaan. ‘Op die manier sluit je niemand buiten en hou je de sfeer voor iedereen gezellig.’
Van der Vliet beseft zich des te meer dat hij deze relatie lang niet met iedereen op zou kunnen bouwen. ‘Zelf ben ik niet zo van de klok: ik stop pas als het werk voor m’n gevoel echt af is. De mensen met wie ik echt bevriend ben op de redactie hebben bijna allemaal hetzelfde arbeidsethos. Ik merk dat ik privé minder goed overweg kan met mensen die die houding niet hebben.’
Kooimans tip? ‘Neem de borrelsfeer van zaterdagavond niet mee naar het overleg van maandagochtend.’ Van der Vliet zorgt ook voor een strikte scheiding tussen werk en privé, ondanks dat dezelfde personen in beide situaties voorkomen. ‘Als ik weet dat een van mijn collega’s in de privésfeer problemen heeft, dan doe ik daar op het werk pas iets mee als hij of zij dat zelf aangeeft. Als vriend weet ik van de problemen, maar als leidinggevende niet.’
Voortrekken
De vele informatie die je met je collega’s uitwisselt zorgt niet alleen voor een goede band, maar ook voor een fijne werkomgeving. ‘Doordat je op een laagdrempelige manier communiceert met elkaar, is er meer openheid en eerlijkheid mogelijk. Je kunt beter ideeën ontwikkelen en zult dus creatiever zijn. Mensen zullen je beter helpen met oprechte feedback om je verder te helpen.’
Tegelijkertijd zit er een keerzijde aan die informatie-uitwisseling, zo waarschuwt Kooiman. ‘Feedback bestaat ook uit het leveren van kritiek op wat er beter kan. Sommige mensen hopen dat ze misschien ontzien worden door hun collega, omdat ze bevriend zijn. Dat kan tot veel frictie leiden.’
Het is iets wat Van der Vliet en zijn collega’s allemaal ten alle tijde willen voorkomen. ‘Sterker nog: misschien verwacht ik juist wel dat ze een stapje extra zetten, om alle schijn tegen te gaan dat ik hen de leuke dingen laat doen.’ Bovendien merkt hij ook dat zijn collega’s dat niet willen. ‘Als er een congres is met beperkte plekken, dan gaat dat niet automatisch naar degene die ik het aardigst vind.’
En zodra er iemand ontslagen moet worden? ‘Ik hoop dat iedereen dan begrijpt dat ik kijk vanuit het belang van het werk, en niet naar hoe aardig ik iemand vind. Ik zou het lastig vinden, maar ik zou net zo goed iemand kunnen ontslaan die ik aardig vind als iemand met wie ik privé minder heb.’
Escalatie
Kooiman ziet het juist in dat soort situaties vaak escaleren op de werkvloer. ‘En dan mondt het vaak direct uit in een heel stevig conflict. Je ziet elkaar immers veel, wat vervelende situaties kan opleveren als je ruzie hebt of een sluimerende ergernis op moet lossen.’ Zijn tip? ‘Haal er een derde bij om het probleem uit de lucht te helpen. Blijf er vooral niet te lang mee rondlopen, maar praat erover. Een inzicht van derde kan helpen in de oplossing vinden.’
Zelf geeft hij de voorkeur aan een vriendschappelijke collega met wie het druk en prettig werken is, dan een collegiale vriendschap die het werk onder druk zet. ‘Onder de streep levert dat volgens mij met meeste werkplezier en productiviteit op. Bovendien kunnen er grote gevolgen zijn op het moment dat het misgaat.’ Van der Vliet is het daar niet mee eens. ‘Als de scheiding voor beide partijen duidelijk is en je allebei professioneel bent, kan het veel opleveren. Een relatie op de werkvloer lijkt me een stuk moeilijker.’