De Italiaanse voetbalclub AC Milan laat niets aan het toeval over. Om blessures te voorkomen maakt de medische staf sinds twee jaar gebruik van een geavanceerd computersysteem. Zowel voor de club als voor de spelers een lucratieve zaak.
Het zijn uitzonderingen, voetballers van midden dertig die nog meekunnen op het allerhoogste niveau. Maar Paolo Maldini, de 35-jarige rechtsback van het Italiaanse AC Milan, oogt deze mistige ochtend fitter dan ooit. Maldini is bezig met het afwerken van zijn dagelijkse trainingsprogramma op Centro Sportivo Milanello, het imposante trainingscomplex van de club, 50 kilometer ten noorden van Milaan. De populaire aanvoerder van de Champions League-winnaar 2003 is inmiddels aan zijn twintigste seizoen bezig maar troeft tijdens een fanatiek gespeeld vijf-tegen-vijf partijtje nog regelmatig zijn jonge teamgenoten af. Langs de lijn houden twee assistenten de verrichtingen van de spelers nauwlettend in de gaten. Niets bijzonders zou je zo zeggen, behalve dat de hulptrainers niet met pionnen of hesjes rondlopen, maar druk bezig zijn allerlei gegevens in te voeren op hun handheld computer. Even verderop in de hypermoderne fitnessruimte is de 37-jarige Alessandro Costacurta zijn bovenbeenspieren aan het trainen. De middenvelder, in de jaren negentig nog teamgenoot van Gullit, Rijkaard en Van Basten, slaat de veldtraining vandaag over en houdt het bij een lichte workout op een van de zeventig fitnessmachines. Nadat hij zijn persoonlijke ID-card in de quadriceps exerciser heeft gestopt kan hij op het infoscherm precies aflezen hoeveel oefeningen hij moet doen. Als hij drie kwartier later richting de massageruimte slentert, hangt hij zijn ID-card op een groot houten bord waar ook de namen van Seedorf, Nesta, Inzaghi en de andere dertig contractspelers van AC Milan zijn af te lezen. Even later in de kelder van het fitnesscentrum tikt looptrainer Daniele Tognaccini de naam Costacurta in op zijn computer. Binnen enkele seconden krijgt de looptrainer een driedimensionale dwarsdoorsnede van het bovenbeen van de middenvelder op zijn scherm met alle bijgewerkte gegevens van de trainingsarbeid in een tabel eronder. Hij bromt tevreden. “Die kan zondag wel weer meedoen.”
Hightech
Welkom in de wereld van MilanLab, het hightech onderzoekscentrum dat sinds augustus 2002 integraal onderdeel uitmaakt van Milanello. MilanLab is het directe gevolg van het rampseizoen 1999-2000 waarbij de Milanese topclub als gevolg van een onverklaarbare blessuregolf naast alle prijzen greep en sommige dure topspelers soms maanden uit de roulatie waren. Meest pijnlijke verhaal was de aankoop van Fernando Redondo. De Argentijn werd in juni 1999 voor een recordbedrag van achttien miljoen euro overgenomen van Real Madrid, maar raakte tijdens de eerste training aan zijn kruisbanden geblesseerd. Hij kwam vervolgens twee jaar niet aan spelen toe. Ondertussen liep zijn jaarsalaris van 4,9 miljoen euro natuurlijk gewoon door. Een woedende Silvio Berlusconi, sinds 1987 voorzitter van Milan, wilde in eerste instantie de hele medische staf ontslaan maar werd op ander gedachten gebracht door zijn toenmalige lijfarts Jean Pierre Meerseman. Deze Belgische medische wetenschapper lanceerde het plan om met een combinatie van wetenschap en geavanceerde computersoftware het probleem te lijf te gaan. Ruim achttien maanden later was MilanLab een feit. Samen met de Amerikaanse softwareontwikkelaar Computer Associates werd een geavanceerd databasesysteem opgezet dat duizenden gegevens verzamelt van alle contractspelers, inclusief de jeugdspelers, die bij Milan in vaste dienst zijn. Trainingsarbeid, eetgedrag, stofwisseling, mentale gezondheid, seksleven alles dat van invloed is op de fysieke en mentale gezondheid van de spelers wordt vastgelegd en geanalyseerd. Via een wekelijkse, tweewekelijkse en maandelijkse test, vragenlijsten, videocamera´s op het veld en een persoonlijke ID-card in de fitnessruimte worden alle gegevens opgeslagen in een grote database. De gegevens per individuele speler geven een goed inzicht in hun fysieke en mentale conditie en zijn voor de trainerstaf een nuttige ondersteuning voor de keuze van de basisopstelling. Vorig maand werd de voorlopig laatste stap gezet in deze vorm van wetenschappelijk human resource management. Met behulp van neurale netwerktechnologie kunnen nu voorspellingen worden gedaan over de blessure-gevoeligheid van de spelers. Deze signalen kunnen aanleiding zijn om spelers die in de gevarenzone verkeren een tijdje rust te geven, aangepast te laten trainen of de samenstelling van hun sportdieet te veranderen. En hoewel ontwikkeld voor het monitoren van de bestaande spelers kan de technologie ook worden gebruikt voor het beoordelen van nieuwe aankopen. Had met de kennis van MilanLab een debacle als met Redondo kunnen voorkomen? Of meer recent, het mislukken van de Braziliaanse sterspeler Rivaldo, die de laatste twee seizoenen bij Milan meer op de bank en de tribune heeft doorgebracht, dan op het veld. Dokter Meerseman raakt duidelijk in verlegenheid door de vraag. “Het is een beslissingsondersteunend systeem,” aldus de clubarts. “Uiteindelijk zijn het mensen die een beslissing moeten nemen en menselijke fouten blijven altijd mogelijk. Maar ik denk wel dat we in de toekomst minder fouten maken.”
Big brother
Interessant is natuurlijk ook wat de spelers er zelf van vinden. Want de gebruikte methodes van MilanLab hebben toch wel een hoog ‘Big brother is watching you’-gehalte. Bruno Demichelis, de psycholoog uit de medische staf, geeft toe dat hij in het begin heel veel heeft moeten praten om de spelers van het nut van MilanLab te overtuigen. Vooral de psychologische testen die bedoeld zijn om zelfbeheersing, faalangst en sociaal gedrag in kaart te brengen riepen nogal wat weerstand op. “De voetbalwereld is een behoorlijk traditioneel wereldje,” weet Demichelis, “zeker als je het vergelijkt met sporten als zwemmen, atletiek of wielrennen. Daar wordt al veel langer gebruik gemaakt van wetenschappelijke methoden om de prestaties te verbeteren.” Het waren grappig genoeg juist de oudere spelers als Maldini en Costacurta die het eerst overstag gingen. “Zij weten als geen ander dat fitheid en gezondheid allesbepalend is voor de prestaties die ze kunnen leveren,” doceert de clubpsycholoog. “Mede door onze intensieve begeleiding zijn zij in staat om hun carrières nog met enkele jaren te verlengen.” Zowel voor hen als voor de club een lucratieve zaak. Maar ook de buitenlanders als Seedorf en Sjevesjenko waren snel enthousiast. “Seedorf heeft met zijn print van MilanLab een sterk argument in de handen voor de nieuwe contractonderhandelingen met de club. Die is slim genoeg om daar zijn voordeel mee te doen.”
Exclusiviteit
De eerste resultaten van MilanLab kunnen gerust spectaculair genoemd worden. Volgens Meerseman is het aantal blessures sinds 2002 met 90 procent gedaald, in vergelijking met de vijf jaar daarvoor. Vorig seizoen waren er vier spierblessures tegen 41 in het seizoen 2001 – 2002. Een kind kan uitrekenen dat dergelijke resultaten de club veel geld besparen. Geblesseerde spelers moeten gewoon worden doorbetaald en zijn tijdens hun revalidatie onverkoopbaar. Als ze in het ergste geval helemaal niet meer herstellen ziet de club ook nog eens de transferwaarde – al gauw zo´n tien miljoen euro – in rook op gaan. Voor een club als AC Milan waarvan de huidige spelersgroep op 700 miljoen euro wordt geschat, de ultieme nachtmerrie. Inmiddels hebben al meerdere Europese topclubs met belangstelling geïnformeerd naar de technologie van MilanLab, maar zowel AC Milan als Computer Associates houden de boot vooralsnog af. Volgens Alfonso Nobilio, country manager CA Italië en initiator van het project, heeft AC Milan in ieder geval voor Italië exclusiviteit bedongen. Maar hij sluit toepassing in andere landen of in andere sporten niet uit. Ajax misschien? Gezien het grote aantal blessures kan de selectie van Koeman nog wel een stukje blessurepreventie gebruiken. “Misschien dat we binnenkort maar eens moeten beginnen om Van der Vaart te testen,” grijnst Meerseman. “Alleen denk ik niet dat ze daar bij Ajax zo blij mee zijn.”