Je kunt je kwaad maken om subsidie en andere steun, maar ondernemen is kansen pakken. En kansen bieden de honingpotten van de overheid ook voor innovatieve bedrijven.
In een tijd waarin de bank niet altijd de beste vriend van ondernemers is, zeker als die innovatief en dus risicovol bezig zijn, en interne budgetten onder zware druk staan, kijken ondernemers met grotere aandacht naar de overheid. Natuurlijk zijn ze huiverig voor het moeras aan formulieren, regels en voorwaarden dat met de meeste regelingen gepaard gaat. Maar al dan niet met hulp van een subsidieadviseur is er wel iets te halen aan het loket. We doen een greep in de snoeptrommel.
Fiscale faciliteiten
De verreweg populairste fiscale regeling is de WBSO, de korting van 64 procent op de loonbelasting over elk uur dat wordt besteed aan onderzoek en ontwikkeling. Aanvragen kan even een klus zijn, maar als die door NL Innovatie (voorheen SenterNovem) wordt gehonoreerd, staat dat meteen bijzonder goed voor de buitenwereld. Nog een algemene en redelijk toegankelijke fiscale faciliteit is de Innovatiebox. De dit jaar helemaal opgefriste opvolger van de octrooibox maakt een forse verlaging van het percentage vennootschapsbelasting mogelijk: activiteiten die onder de box vallen, worden belast met 5 procent Vpb. Op die manier geeft de overheid er in 2010 625 miljoen aan belastingvoordeel mee weg. Het moet dan wel gaan om opbrengsten die zijn terug te voeren op bijvoorbeeld octrooien of WBSO-activiteiten.
Innovatievouchers
Nog zo'n fenomeen dat de overheid wil stimuleren: samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen die de innovatie bevordert. Een aardige vondst, die geen gouden bergen oplevert maar misschien wel wat verse input van knappe koppen, is wat dit betreft het innovatievoucher. Ze worden maar af en toe uitgedeeld en z\ijn dan in razend tempo op: de tegoedbonnen van 2500 of 7500 euro zijn inwisselbaar bij onder meer universiteiten, hogescholen, tegen kennis en onderzoek. Voor 2010 zijn ze op, voor 2011 wordt het afwachten of kabinet Rutte I ermee doorgaat. Het voucher is overigens een van de weinige ideetjes van het Innovatieplatform dat in daden is omgezet.
Netwerken
Veel meer geld waarmee samenwerking wordt bevorderd, wordt via grotere innovatieprogramma's naar het bedrijfsleven gesluisd. Vaak zijn die gericht op samenwerking binnen een bepaalde branche, zoals HTAS (High-Tech Automotive Systems) voor de automotive en het innovatieprogramma Life Sciences & Health voor gezondheidstechnologie. Voor (kleinere) bedrijven die binnen hun eigen regio of branche samen willen innoveren, zjin er ook de Innovatie Prestatie Contracten (IPC's), waar in 2010 38 miljoen naartoe ging, goed voor projecten waarin honderden bedrijven nieuwe producten of diensten ontwikkelden, vaak onder regie van een brancheclub.
Kredieten
Nog een categorie 'gratis geld' waarvan veel in omloop is, zijn leningen, borgstellingen en andere kredietfaciliteiten. Het Innovatiekrediet voor het mkb leidt onvermijdelijk tot een discussie met NL Innovatie over de onderneming wel innovatief genoeg is. Daar staat tegenover dat de overheid 35 procent van de ontwikkelingskosten voorschiet tot een maximum van 5 miljoen, waarbij de rente wel behoorlijk kan oplopen. Wel weer genereus: loopt de ontwikkeling door technische tegenslag of veranderde marktomstadigheden op niets uit, dan vervalt de aflossingsplicht. Medewerking van de bank is hard nodig bij de BMKB, de borgstelling MKB kredieten die voor alle mkb'ers openstaat. De overheid staat garant voor een deel van de lening, een deel dat oploopt tot 67 procent voor innovatie bedrijven en leningen tot 2,25 miljoen euro.
Kapitaal
Indirect verstrekt de overheid ook vers kapitaal. Via de Seed-faciltieit van Technopartner kunnen venture capitalbedrijven tot 4 miljoen euro lenen, als ze met een fonds investeren in jonge technostarters. Daarnaast is er een groeifaciliteit voor banken en participatiemaatschappijen, waarmee de overheid het verstrekken van eigen vermogen of achtergestelde leningen aan bedrijven tot 25 miljoen voor de helft garandeert.
Graaien maar?
Goed, de snoeptrommel is gevuld met veel verschillend lekkers. Zomaar een greep doen is toch een klus en kan tijd kosten. De mensen van Syntens kunnen mkb'ers adviseren. En als een ondernemer echt zo min mogelijk met de overheid te maken wil hebben, staat nog een heel leger aan commerciële subsidieadviseurs klaar. Juist als de zaak even niet als een dolle loopt, is het best de moeite om even serieus in het subsidiewoud rond te neuzen.