Honderden sporters beulen zich dagelijks af om volgend jaar augustus in topvorm te zijn. Ook buiten de arena wordt hard gewerkt. Deel twee van ’Managers op weg naar Beijing’: Wouter de Keizer van Suitsupply.
Bij een interviewserie als deze, met in totaal tien bezoeken aan diverse Chinese eetgelegenheden in den lande, kun je maar beter zo snel mogelijk gebruik maken van de gelegenheid om eindelijk eens een keertje te gaan eten bij die veelgeroemde Chinees om de hoek. In mijn geval: Oceania in Amsterdam. Dan moet je die keuze natuurlijk wel kunnen opleggen aan je gesprekspartner, maar bij Wouter de Keizer was dat niet zo moeilijk. Want de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat hij een goede vriend is. Eentje die toevallig behoort tot het selecte groepje Nederlandse managers dat druk bezig is zich voor te bereiden op de Olympische Spelen van 2008 in Beijing.
De 33-jarige De Keizer is projectmanager corporate services, een aparte divisie van modebedrijf Suitsupply, bekend van de betaalbare (maat)pakken. Vanuit deze functie is hij onder meer verantwoordelijk voor de aankleding van de Nederlandse delegatie van sporters en officials naar de eerstkomende zomerspelen (en de direct daaropvolgende Paralympics). Deze afvaardiging zal bestaan uit ruim zeshonderd personen, die allemaal de beschikking moeten krijgen over een perfect passend pak, een overhemd, een paar nette schoenen, een das, een poloshirt en een korte broek.
Voor een buitenstaander een ogenschijnlijk flinke klus, maar een kledingman als De Keizer, afgestudeerd aan de Hogere Textiel School in Twente en inmiddels voor het vierde jaar in dienst bij Suitsupply, draait er zijn hand niet voor om. Zo zegt hij zelf, als hij plaatsneemt aan de lunchtafel bij het raam in Oceania, waar het na de geslaagde fotosessie tijd is voor het gesprek over Olympische kleding. Dit alles, voor de culinaire liefhebber, onder het genot van zes overheerlijke sateetjes, twee uitstekende egg foo yong chicken, koude cola, spa rood en een dubbele espresso.
Wouter, je betitelt deze klus als ’business as usual’. Hoezo?
“Met onze afdeling hebben wij vaker groepen van deze omvang aangekleed. Tijdens de AutoRai steken wij elk jaar honderden werknemers van grote bedrijven in het pak. Het betreft simpelweg een korte periode waarin mensen er top uit moeten zien, met een strikte deadline en het gegeven dat niet alle namen, en dus maten, van tevoren bekend zijn.”
Precies de zaken waar jullie straks tegenaan lopen bij de Olympische ploeg?
“Ja, want nog lang niet iedere sporter is verzekerd van deelname. Sommige atleten kwalificeren zich pas op het allerlaatste moment. Met behulp van NOC*NSF proberen we hier trouwens op in te spelen door sporters, die een gerede kans maken om zich te kwalificeren, preventief te laten passen. Maar het feit dat de voetbalploeg, de volleybalvrouwen en de beide hockeyploegen zich al hebben gekwalificeerd voor Beijing, komt ons uitstekend uit.”
Maar de selecties van die teams staan toch nog niet vast?
“Klopt. Daarom moet iedereen die eventueel voor selectie in aanmerking komt, onze kleding komen passen. Wij besteden dus ook tijd en aandacht aan sporters die volgend jaar tijdens de Spelen helemaal niet van de partij zijn.”
Dat maakt dit project toch net even anders dan andere. Is er nog een verschil, of is het verder echt zo standaard als jij beweert?
“Organisatorisch is het voor ons gesneden koek, maar de zaken die eromheen spelen, maken het anders. Zo bestaat er intensief contact tussen alle bedrijven die partner of supplier van NOC*NSF zijn, de zogenaamde Olympic family. Daar gaat best veel tijd in zitten; vergaderingen, informatieve bijeenkomsten, sportdagen, noem maar op. Maar dat is weer leuk om mee te maken. Het zijn enthousiaste en professionele mensen die vrij close zijn; het merendeel is ook al jaren bij de Spelen betrokken.”
En niet te vergeten, die groep bestaat uit potentiële klanten voor Suitsupply?
“Wij zijn natuurlijk niet op ons achterhoofd gevallen. Maar dat is niet het eerste waar ik aan denk als ik die mensen ontmoet.”
Waar denk je dán aan?
“Hoe leuk het voor ons is dat wij dit project mogen doen. Het is voor een jong bedrijf als Suitsupply de ultieme kick om met een grote, gerenommeerde partij als NOC*NSF in zee te gaan.”
Hoe zijn jullie aan deze opdracht gekomen?
“Een jaar geleden vingen wij in de markt signalen op dat NOC*NSF bezig was met een verjongingsslag. Toen hebben we contact gezocht en samen met Fokke (de Jong, oprichter van Suitsupply, red.) ben ik vervolgens langsgegaan bij Erica Terpstra en de directie. We waren er vrij snel uit met ze en hebben een contract getekend tot en met de winterspelen van 2010 in Vancouver. Met een duidelijk geformuleerde opdracht: de sporters en officials moeten Nederland tijdens de Spelen zo representatief mogelijk vertegenwoordigen.”
Klinkt prachtig, maar wat houdt dat in de praktijk in?
“De sporters hebben de verplichting om tijdens de openingsceremonie en bij een eventueel bezoek aan de Koningin ons kledingpakket te dragen. Bij een bezoek aan de ambassade wordt het wenselijk geacht."
En bij een televisieoptreden?
“Dat is facultatief. Ze moeten dan wel officiële Olympische kleding dragen, maar dat kan ook van Asics zijn, die levert de sportkleding.”
Ga jij straks als een politieagent toezien of de sporters de afspraken nakomen?
“Nee, ik ga er vanuit dat atleten blij zijn met wat ze van ons krijgen en dat ze het dus met plezier dragen. Zoals al onze klanten. Maar goed, bij 45 graden is elk jasje te heet.”
Het klimaat in Beijing werk inderdaad niet in jullie voordeel.
“Wij zijn afgelopen mei in China geweest, daar was het toen vrij warm en vochtig. In augustus schijnt het nog erger te zijn. Maar klimatologische details zijn bij sportkleding zijn details natuurlijk belangrijker dan bij ons. Toch mogen ook wij de weersomstandigheden niet onderschatten. En aangezien een poloshirt niet afdoende is als representatieve kleding, moesten we voor onze pakken op zoek naar een koele stof. Linnen was uitgesloten, want dat is te kreukelig en qua uitstraling snel te casual. Uiteindelijk zijn we uitgekomen bij cool wool.”
Hoe zien de pakken eruit?
“Dat is geheim, de look wordt pas openbaar gemaakt tijdens de teamoverdracht volgend jaar juli. Slechts een select groepje, waaronder topsporters als Fátima Moreira de Melo en Mark Huizinga, is op de hoogte. In goed overleg met hen zijn we tot een jong en modieus ontwerp gekomen.”
Maar hoe houden jullie het ontwerp geheim, sporters moeten toch passen?
“Dat gebeurt met een andere stof. Dat passen heeft trouwens best nog wat voeten in de aarde. Zo moeten we rekening houden met het feit dat sporters nog volop in training zijn. Als een kogelstoter de komende winter extra aan de gewichten gaat hangen, wordt hij weer een stuk breder. Daarom nemen we ook een kleermaker mee naar Beijing. Die kan in de dagen voorafgaande aan de openingsceremonie waar nodig nog kleding vermaken. Dat is voor ons het belangrijkste, dat we de delegatie alle service kunnen bieden. Op dat gebied doen wij geen concessies. Als Mark Huizinga straks met die vlag het Olympisch stadion inloopt, moet het er perfect uitzien.”
Jullie zullen toch één concessie moeten doen, want er moeten ook vrouwenpakken worden gemaakt. Voor Suitsupply een noviteit, toch?
“Nee, twee jaar geleden hebben wij een vrouwenpak ontwikkeld dat we alleen verkopen als bedrijfskleding. Het is niet in onze winkels verkrijgbaar, omdat die daar niet op zijn ingericht. En daar komt voorlopig ook geen verandering in.”
Dit Olympische project is binnen Suitsupply jouw verantwoordelijkheid. Als jij morgen plotsklaps wegvalt, heeft Suitsupply dan een probleem?
“Nee, mijn afdeling bestaat uit vijf fulltime medewerkers, die zich naast alle andere lopende zaken ook met dit project bezighouden. Met hen deel ik alle informatie die ik krijg. Alleen al omdat ik er zelf een bloedhekel aan heb als iemand ergens over belt en ik moet het antwoord schuldig blijven. Daarnaast zit ik regelmatig één op één met Fokke, die is dus ook van alles op de hoogte.”
Alles is dus gericht op de openingsceremonie?
“Eigenlijk wel. Dat schijnt ook een zeer indrukwekkend moment te zijn. Stel je voor, een paar honderd man die in onze pakken achter de Nederlandse vlag loopt. Ik kan niet wachten.”
De Keizer & Oranje
Wie draagt voor Nederland de vlag tijdens de openingsceremonie?
“Judoka Mark Huizinga.”
Hoeveel medailles wint Nederland?
“28”
Wie wordt onze Olympische held?
"Weer een judoka: Edith Bosch.”
Tips van de Keizer
1) Durf te delegeren, je moet niet alles zelf willen doen.
2) Probeer een probleem eerst op te lossen in plaats van op zoek te gaan naar de schuldige.
3) Het lijkt een open deur, maar het wordt toch nog vaak vergeten: geef zelf altijd het goede voorbeeld.