Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Stop de crisis, denk Rijnlands!

Vindt u het gek als de top van een bedrijf bonussen opstrijkt terwijl ze net honderden mensen hebben ontslagen? Wellicht schuilt er een Rijnlandse denker in u.

Deze zomer is het precies vijf jaar geleden dat in Amerika de kredietcrisis uitbrak. Ruim een jaar later ontstond in Nederland de bankencrisis, en twee jaar daarna diende de Europese schuldencrisis zich aan. En inmiddels zit Nederland in een recessie. Maar terwijl ons kabinet al wekenlang onderhandelt over manieren om te bezuinigen, ziet de economie er bij de buren een stuk florisanter uit. De Duitse economie groeit en de Duitse werkgelegenheid neemt toe.

Het lijkt erop dat de Duitsers een aantal zaken slimmer hebben aangepakt dan wij. De bedrijfscultuur bijvoorbeeld. De meeste Duitse bedrijven hebben vastgehouden aan de Europese bedrijfscultuur. In Nederland werd de afgelopen jaren het Angelsaksische model populair.

Angelsaksisch model

Op dat Angelsaksische model is steeds meer kritiek. De eenzijdige focus op het belang van aandeelhouders leidt tot rare situaties. Als de belegger de baas is, zijn snelle winsten belangrijker dan lange termijnresultaten. Medewerkers zijn vooral een kostenpost en moeten te allen tijden de laan uit kunnen worden gestuurd. En de ceo is de loopjongen die erop uitgestuurd wordt die vervelende ontslagklusjes op te knappen. Doet hij (of zij) dat goed, dan volgt er een flinke bonus. We maken ons kwaad over extra beloningen voor bestuursleden terwijl tegelijk honderden banen worden geschrapt, maar vanuit het Angelsaksische model is het niet meer dan logisch. De top werkt niet voor de werknemer, maar voor de aandeelhouder.

Rijnland-model

Critici van het Angelsaksische model roemen de manier waarop veel Duitse bedrijven worden gerund. Duitsland werkt nog steeds volgens de oorspronkelijke Europese bedrijfscultuur, ook wel het Rijnland-model genoemd. In het Rijnland-model ligt de nadruk op langere termijndenken. De continuïteit van de onderneming is belangrijker dan de korte termijnwinst. Rijnlandse ondernemingen worden gefinancierd via familie of banken. Het model staat voor een overlegcultuur, voor waardering van vakmanschap en voor andere waarden dan alleen geld, zoals kwaliteit en geluk.

Vroeger werd er in Nederland ook zo gewerkt. De afgelopen decennia is het Angelsaksische model steeds meer in zwang gekomen. Maar of we er rijker of beter nog: gelukkiger van worden is maar zeer de vraag.

Beurswaarde is gebakken lucht

De voorzitter van VNO-NCW in Den Haag waarschuwde er in het najaar van 2008 al voor: beursgenoteerde bedrijven leven van kwartaalcijfers naar kwartaalcijfers. Die zijn belangrijker dan duurzaamheid, winstgevendheid op lange termijn, of tevredenheid van klanten en werknemers. Dat is ook logisch. Cijfers bepalen de koers, en stijgende koersen houden beleggers tevreden. Maar als er in Amerika een bank dreigt om te vallen, stort de beurs in elkaar. Beurswaarde is iets gevoelsmatigs. Zelfs als het bedrijf uitstekend functioneert kan de aandelenkoers kelderen. Werken om aandeelhouderswaarde te creëren is werken voor gebakken lucht.

Bovenbazen

Jaap Peters, organisatie-adviseur en auteur van meerdere boeken over het Rijnland-model, denkt dat als Nederland had vastgehouden aan de oorspronkelijke Europese organisatievormen, de crisis ons veel minder hard had getroffen. Peters vergelijkt de manier waarop grote aandeelhouders opereren graag met de door Marten Toonder bedachte Bovenbazen, een groep superrijken die uit verveling onderling bedrijven uitruilen. Geboden van de bovenbazen: geef nooit geld weg, bevorder slijtage en verveling, roei de natuur uit en ga niet om met minvermogenden. De gelijkenis is pijnlijk treffend.

Hoe Rijnlands is uw organisatie?

Peters, maar ook hoogleraar organisatiekunde Mathieu Weggeman, denken dat het Rijnland-model veel voordelen heeft boven de Angelsaksische aanpak. Volgens hen zijn veel Nederlandse organisaties van nature Rijnlands, maar hebben ze gaandeweg Europese waarden verruild voor Angelsaksische drijfveren. Managers die ‘terug naar de kern willen’ zouden zichzelf een aantal kritische vragen moeten stellen.

#samenwerken Ziet u uw organisatie als een samenwerkingsverband of vindt u dat de organisatie primair in dienst staat van de aandeelhouder?

#arbeidsverhoudingen Legt u de nadruk op evenwichtige arbeidsverhoudingen of vindt u dat medewerkers gewoon moeten uitvoeren wat de baas wil?

#duurzaamheid Stimuleert u duurzame relaties of heeft u steeds kortlopende verbintenissen?

#zelfregulering Gelooft u in zelfregulering en decentrale invulling of kiest u bij voorbaat voor een top-down-benadering met one-size-fits-all blauwdrukken?

#verbinding Geeft u liever verbindend, inspirerend en participerend leiding, of denkt u dat de boel dan in het honderd loopt en kiest u voor hiërarchisch, directief en controlerend leiderschap?

#diversiteit Laat u graag diversiteit toe, ook al is dat soms lastig, of houdt u eigenlijk niet van oudere werknemers, vrouwen in topfuncties of medewerkers met een buitenlandse achternaam?

#zingeving Dragen persoonlijke bijdragen van medewerkers bij aan zingeving en een betere wereld, of vindt u dat allemaal veel te soft?

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Decentralisatie, samenwerking en eigen initiatief

Rijnlands organiseren in bedrijven gaat onder meer uit van decentralisatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, nadruk op samenwerking tussen organisatieonderdelen, veel overlaten aan initiatief van medewerkers en leren van de fouten die een organisatie maakt. 

Het Rijnland-model is niet alleen op organisatie en businessniveau te herkennen maar valt ook te plaatsen in een politieke context. Aanhangers van het model willen bijvoorbeeld paal en perk stellen aan de privatisering van publieke taken. Peters “Het is idioot dat een woningcorporatie zich bezighoudt met derivaten. Niet iedere organisatie moet geld verdienen als doel hebben. Als de spoorwegen in private handen zijn, rijden er geen treinen meer tussen Groningen en Winschoten.
Pakjes bezorgen gaat niet effiënter als je onderdeel bent van een Amerikaans bedrijf. Het enige dat gebeurt is dat de winst wegvloeit naar Amerika. Als iedereen zijn eigen stoepje schoonveegt dan ontstaat ergens een collectieve vuilnisbelt. Het is aan de overheid om die op te ruimen.”  

Lees ook: