Een set zilveren munten, een bus Head & Shoulders of gewoon een nieuwe auto: je kunt het allemaal kopen op het Amerikaanse verkoopplatform OfferUp. Deze Amerikaanse tegenhanger van Marktplaats vergaarde afgelopen jaar de unicorn-status van een miljardenwaardering na een investering te hebben gekregen van 221 miljoen dollar. Het platform weet concurrent Craigslist in te halen in populariteit door zich te richten op mobiele gebruikers.
OfferUp
Arean van Veelen is mede-oprichter van OfferUp. Ook al is hij Nederlands, Van Veelen weet veel over de Amerikaanse markt. Hij verhuisde dan ook al in de jaren ’90 naar de Verenigde Staten om er te studeren en werken. “Ik wilde er gewoon wat jaren doorbrengen en ontdekken hoe de Verenigde Staten waren”, zegt Van Veelen. Na zijn studie kon Van Veelen echter meteen aan de slag voor het voormalige Nederlandse softwarebedrijf Baan, dat een kantoor in Silicon Valley had. Hij is in de VS blijven wonen en werkte bij verschillende bedrijven. In 2011 startte hij samen met Nick Huzar OfferUp.
Ik wilde ontdekken hoe de Verenigde Staten waren
“OfferUp is een mobiele marktplaats”, legt Van Veelen uit. “Het is vergelijkbaar met het Nederlandse Marktplaats, aangezien consumenten producten aan elkaar verkopen, wat men ook wel C2C noemt. Maar wij begonnen als mobile first-bedrijf. Een aantal jaar geleden, in 2010 en 2011, was het gebruik van mobiele telefoons nog niet zo wijdverbreid als vandaag. Maar wij dachten dat wij meer mensen op lokaal niveau konden laten kopen en verkopen als we een smartphone-oplossing zouden bieden.”
221 miljoen
OfferUp kreeg begin 2017 een investering van 221 miljoen dollar, iets wat je in Nederland niet snel zult zien. De hoogste investering afgelopen jaar was er een van 100 miljoen euro voor mobiele supermarkt Picnic. Tuurlijk is Van Veelen trots, maar hij wijst ook op de massale Amerikaanse markt, een combinatie van 52 staten. “Als je in Nederland zo’n geldbedrag zou ambiëren, moet je denk ik al snel voorbij de grenzen kijken. Je moet je dan op geheel Europa richten om de grootte en het potentieel te krijgen waardoor investeerders kunnen zien dat het loont om er zoveel geld in te steken.”
Voor deze reeks werkt Sprout samen met het Nederlandse Consulaat in San Francisco. Overweeg je als Nederlandse ondernemer naar Silicon Valley te gaan, lees dan hier meer over de do’s en don’ts.
Van Veelens bedrijf is hard gegroeid; de onderneming heeft inmiddels zo’n 220 man voor zich werken, van wie velen het afgelopen jaar zijn aangenomen. Zij werken niet in Silicon Valley, maar in Seattle; het thuis van Amazon en Starbucks. Een zeer bewuste keuze, aldus Van Veelen. Hij geeft toe dat Silicon Valley waarschijnlijk hoger scoort op snelle groei en toegang tot kapitaal, maar “Seattle is wat relaxter”. Ook al is Seattle de snelst groeiende stad van de Verenigde Staten, het is volgens Van Veelen “een gemakkelijkere plaats om een bedrijf te starten. Het is er niet zo’n gekkenhuis.”
Investeerders kijken het liefst in hun achtertuin als het om kapitaalrondes gaat, weet Van Veelen. “Ze lachen er hier om, maar VC’s willen alleen investeren in een bedrijf waar ze naartoe kunnen rijden. Als je verder weg woont, is het dus een ander verhaal. Sommige van de Amerikaanse VC’s hebben echter een netwerk in Europa, openen er zelfs een kantoor of werken met Europese VC’s samen, dus dat is een andere manier van toegang krijgen. Op lokaal niveau netwerken, is misschien een eerste stap. Zoek een VC die in connectie staat met Silicon Valley en rol er op die manier in.”