Er is al jaren iets vreemds aan de manier van denken binnen het bedrijfsleven: er wordt een lineaire relatie verondersteld tussen het aantal gewerkte uren en de geleverde prestaties. Het is dan ook de hoogste tijd dat bedrijven stoppen met het uitputten van menselijk kapitaal. Hoe? Door werk aan te passen op de behoeftes van ons brein. Breinwerk is namelijk topsport.
Fysieke versus mentale arbeid
Laat even op je inwerken hoe het volgende klinkt. Persoon A is een handarbeider die werkt in een fabriek waar hij elke dag aardbeien doosjes in elkaar zet. Zijn teamleider verwacht dat hij er 50 per uur in elkaar zet. In een shift van 8 uur zet hij dus 400 aardbeiendoosjes in elkaar. Persoon B werkt niet met zijn handen, maar op een kantoor. De afgelopen week heeft hij gezorgd voor één creatief idee op basis van een 8 uur durende werkdag. Dat betekent dat hij in 4 weken tijd 4 creatieve ideeën produceert. Dus, denkt zijn manager; wat nu als ik hem niet 8 maar 10 uur per dag laat werken? Dan produceert hij niet 4 maar 5 briljante ideeën per 4 weken! Wat een winst!
Deze manier van denken – aantal gewerkte uren is gekoppeld aan geleverde waarde – is bijzonder kortzichtig als je kijkt naar hoe de mens fysiek in elkaar steekt. Hoe de hersenen, waar de kantoormedewerker elke dag een beroep op doet, werken.
Trainingsschema
Breinwerkers leveren dagelijks topsport. Echter hun trainingsschema (9 – 5) is gebaseerd op het leveren van fysieke arbeid. Een schema dat stamt uit het jaar 1812, waarin gedurende de industriële revolutie een 8 uur durende werkdag werd ingevoerd ter bescherming van de werknemer die zware fysieke arbeid moest verrichten. Bedoeld als een maximumgrens en niet als een minimum, zoals vele bedrijven vandaag de dag dit interpreteren.
Ook de coach van de breinwerker, de manager, begrijpt er dikwijls weinig van hoe zijn ‘topsporters’ in elkaar steken. Sterker nog, door een gebrek aan een goed trainingsschema en coach met kennis van zaken lopen 1 op de 7 breinwerkers de ergste blessure denkbaar op: een burn-out. Dat betekent serieuze hersenschade. In het meest schrijnende geval duurt het 1,5 jaar voor de ‘topsporter’ weer mee kan trainen. Daarnaast heeft 1 op de 3 van deze geblesseerde atleten dan ook sterk de wens om het team (de organisatie) op korte of lange termijn te verlaten.
Vier uur
Tom Dumoulin zijn benen moeten niet bijzonder prettig hebben aangevoeld na zijn meesterlijke overwinning op de slotklim. Dan denk je toch ook: die beenspieren van die jongen verdienen een rustdag? Het menselijk brein is ook een spier die uitgeput kan raken. De meest optimistische hersenwetenschappers zijn het erover eens dat meer dan vier uur geconcentreerde aandacht per dag voor de meeste mensen niet te doen is. En dan niet eens vier uur achter elkaar, nee met een hoop pauzes.
Dag in dag uit draaien organisaties op het collectieve vermogen van de intellectuele productiviteit van hun medewerkers. Ze verwachten prestaties van deze breinwerkers op topniveau zodat de organisatie haar doelstellingen behaalt. Maar hoe kun je dit verwachten van je topsporters als het trainingsschema niet aansluit op de mentale mogelijkheden, en de coach door gebrek aan kennis hen nooit kan trainen om die gouden plak te veroveren? Bittere noodzaak dus dat organisaties zich gaan verdiepen in de werking van hun meest kostbare kapitaal en kritisch kijken of de huidige manier van werken wel aansluit bij de atleet.
Jorieke Markerink (28) – Consultant & trainer bij PROJECT/R, overwon een burn-out op haar 26e.