Laten we met z'n allen weer vijfig uur in de week gaan werken. En de oude modellen moeten overboord, want economie is emotie. Met creatieve oplossingen helpt Emile Ratelband managers en bestuurders de gang naar beneden een positieve betekenis te geven. Maar dan moeten ze wel wat meer ballen tonen. “Managers zijn angsthazen.”
Aan de muren van zijn werkkamer hangen honderden foto's van hem samen met nationale bekendheden, gemaakt met een cameraatje dat hij altijd bij zich heeft. De boekenkasten staan vol met populaire psychologie. Buiten de glazen schuifdeuren, achter het terras honderd meter naar beneden, houdt zijn achtertuin op waar de Neder-Rijn begint. Binnen, aan een zwaar houten bureau, zit Emile Ratelband, multimiljonair, niet-dogmatisch veganist en officieus wereldrecordhouder vuurlopen. Hij kijkt op en zegt: "Ik heb zin in een gevulde koek."
Emile is entertrainer. De woordvondst is van hem. Op bestelling entertraint hij zalen, hallen en soms hele stadions op weg naar een leuke avond en een gelukkiger leven. Hij kan het 'op het gevoel' met autisten en slachtoffers van rampen, met sporters maar vooral met mensen uit het bedrijfsleven. Succes is een kwestie van dóen, houdt hij ze voor. Het is geen motiveren meer wat hij doet, want iedereen is tegenwoordig al gemotiveerd, vraag maar na. Emile geeft ze net dat zetje extra. "Ik wil dat mensen krijgen wat ze graag willen."
Voor iemand die de wereld een fijnere plek wil maken, is hij niet zo geliefd. Hij doet tussen de bedrijven door controversiële uitspraken over homo's en vrouwen. Een 'Truus', zoals hij zegt, is er vooral om voor de man en de kinderen te zorgen. De opnames van het tv-programma Het Zwarte Schaap werden afgebroken nadat hij zijn opponent professor Drent met een waterkanon had belaagd. "Sorry," zei hij tegen de presentatie-Truus Inge Diepman.
Emile denkt de hele dag door, onafgebroken. Associatief, van de hak op de tak. En hardop. Toen Eric Albada Jelgersma het waagde hem tegen te spreken, flapte Emile eruit: "En u zit op mijn Truus te geilen." Het was nauwelijks tot de supermarktbaas doorgedrongen wat er gezegd was, of hij zag Emile alweer de parkeerplaats af scheuren, zwaaiend uit zijn autoraampje en 'tsjakka' roepend naar Laurus-personeel. Hij voelde de joviale klap op zijn schouder nog naschroeien.
Angsthazen
Sylvie komt de kamer binnen met een bord met lekkere broodjes. Sylvie is sinds een paar jaar de nieuwe mevrouw Ratelband. Ze zagen elkaar op een feestje. "Ik vond 'r gewoon een lekker wijf, hè schat?" zegt Emile. Sylvie zegde haar baan op om voor Emile en hun eenjarige dochtertje Bo ('Tsjakkalotte') te zorgen. Dat lukt aardig. Emile pakt een bolletje met kaas en loopt naar zijn foto's. Hier, op deze staat hij met prins Charles van Engeland. Zo van achteren is niet goed te zien dat het prins Charles is, maar dat geeft niet. Emile is beroemd, een van de allerbekendste Nederlanders. De rest van Europa volgt.
De recessie gaat aan hem voorbij als de Rijn aan zijn achtertuin. Hij kocht een mooie villa in Arnhem. Monumentenzorg was er net op tijd bij om te vertellen dat je in een officiële Rietveldwoning geen muren weg mag breken. Op de oprit staat de nieuwe Bentley, zijn negende op rij. Emile haalt de schouders op. Als hij morgen berooid is, is hij overmorgen weer rijk. Door vríj te denken. Hij kent geen goede of slechte tijden, heeft nooit een slechte dag. Emile Ratelband is altijd oké.
Het gáát helemaal niet slecht. In vergelijking met 1998 gaat het juist goed. Er wordt meer geproduceerd en meer geconsumeerd. Maar managers hebben geleerd om in jaarlijkse groeicijfers te denken. "Het enige denkmodel dat de heren hebben, is dat het altijd beter moet zijn dan vorig jaar. Misschien moeten we dat model eens laten varen. Maar dat past niet in het hoofd van de heren en dames."
Als we accepteren dat het wat minder gaat, zegt Emile, dan kunnen we de tijd gebruiken om de rotzooi op te ruimen en achterstallige rekeningen op te schonen. De tijd nemen om het anders te doen. "Dan krijgt de gang naar beneden een positieve betekenis." Maar managers en bestuurders zijn verwend door jaren met alleen maar voorspoed. Nu de resultaten tegenvallen, weten ze niet meer hoe het moet. Ze handelen uit angst. Ze zijn bang voor inzakkende aandelenkoersen, bang om hun baan te verliezen. "Managers zijn angsthazen."
Het ontbreekt Nederland aan ondernemers. Waar managers vooral geld willen besparen, willen ondernemers geld verdienen. Met creatieve oplossingen. Bijvoorbeeld: "Laten we met z'n allen in plaats van 38 weer eens 50 uur in de week gaan werken. Dan produceren we meer papier, meer afval, er moeten meer afvalverwerkers komen, de ruiten worden smerig dus er moeten meer ramenwassers komen enzovoort." Zo blijven we met z'n allen lekker bezig.
Oude economische modellen moeten overboord. Want economie is emotie. En met Emile haalt iemand de emotie terug in zijn bedrijf. Hij zegt: "In de pioniersfase van een bedrijf is er alleen maar emotie. Zodra een bedrijf zich ontwikkelt tot een organisatie met allerlei managementlagen, is er voor emotie geen ruimte meer. Managers moeten targets halen en zo niet dan zwaait er wat. Er is moed voor nodig om te blijven vernieuwen." Wie daar zelf te weinig van heeft, kan Emile bellen. Als hij durft.
Koekjes
Emile heeft het drukker dan ooit. Juist in moeilijke tijden kunnen mensen wel een opbeurend woordje gebruiken. Hij liet duizend Philips-medewerkers vrijwillig hun ontslagbrief tekenen. Toen IBM Nederland 2500 van de 5000 medewerkers wilde ontslaan, haalden ze Emile erbij om te vertellen hoe positief dat was. Werk zat, want er vallen de laatste tijd wat ontslagen. Emile is flink aan het uitbreiden, in Duitsland en Turkije. In Turkije is de economie helemaal ingestort.
Het is even na enen en Emile heeft er al een werkdag op zitten. En hij moet nog zoveel. Morgenmiddag om vier uur vertrekt zijn vliegtuig naar Istanbul. Daarvoor heeft hij nog twee seminars, wil hij bij zijn oude kleuterjuf en zijn bejaarde moeder langs en misschien nog even kijken hoe de frikadellen in zijn snackbar in Arnhem erbij liggen. Gelukkig doet hij de dingen wat sneller dan anderen. Tegelijkertijd lijkt de tijd bij hem langzamer te lopen. Bij Emile Ratelband past er gewoon meer in een uur.
Op de A12 bij Arnhem zitten medeweggebruikers omgekeerd op hun stoel: Emile Ratelband rijdt voorbij. In een rode Bentley, niet omdat hij dat zo'n mooie kleur vindt maar omdat de mensen dat van hem verwachten. Emile is op weg naar juf Hoefsloot. Vijftig jaar geleden, toen Emile vier was, zat hij bij haar in de klas. Nu woont ze op de vijfde verdieping van een seniorenflat in Velp. Emile heeft cadeautjes meegenomen: een cd met verzamelde peptalks en zijn bestseller over op hete kolen lopen.
Het is een gezellige flat met puzzelwoordenboeken en vers fruit. "Mag ik een banaan?" vraagt Emile. Mevrouw Hoefsloot hoort het niet. Zo meteen gaan ze over het verleden praten maar eerst gaat ze de keuken in voor thee met koekjes. Alleen de mensen die buiten hun hond uitlaten, zien hoe iemand van het balkon op de vijfde een bananenschil naar beneden gooit.
Het is niet zo dat Emile Ratelband op een gegeven moment op het idee kwam om Emile Ratelband te worden. "Ik ben altijd zo geweest," zegt hij. Op de Montessorischool was de warmte van juf Hoefsloot, thuis in de bakkerij van zijn vader was het niet lullen maar poetsen.
Toen hij daar genoeg van had, begon Emile een patatzaak. Vervolgens ging hij halverwege de jaren tachtig internationaal met poffertjes. De Duitsers lustten ze nog wel, in Amerika keken ze verbaasd naar de zakken meel en poedersuiker en bestelden een glas water. Het werd tijd voor een break in zijn leven. Die kwam hij tegen in de persoon van Antony Robbins.
Anthony Robbins is de man van NLP, neurolinguïstisch programmeren. Dat is een vrolijke, anarchistische potpourri van psychologische inzichten en weetjes. Een beetje Gestaltpsychologie, een beetje Freud, een beetje Nietzsche, een beetje antropologie. Door elkaar gehusseld krijg je NLP: een trainingsmethode met als belangrijkste boodschap: 'ik wil' is 'ik kan'. Emile volgde seminars bij Robbins en dacht: dat ga ik ook doen. Hij stapte op de trainer af en zei: "Jij doet Amerika, ik Europa." "Moet je doen," zei Robbins.
Het resultaat neemt in een seniorenflat in Velp nog een koekje. Voor iemand die zakte voor het toelatingsexamen van de mulo doet hij het niet slecht: Emile was te zien op CNN en de voorpagina van de Financial Times. Zijn boeken zijn vertaald in het Russisch en het Deens. Hij stond voor 35 duizend medewerkers van Atos Origin en vulde het Gelredome. En vanavond heeft hij een seminartje in Nieuwegein. "Ik geloof 140 man," zegt Emile. Verkopers of zo. "Alleen jij en je toneelspel?," vraagt mevrouw Hoefsloot. "Nou jongen, voorzichtig hè?"
Krokodillen
Daar staan ze, in de hoek van een zaal in het Business Center van Nieuwegein: de dozen en kisten van Cees en Patty Rokven. Eruit klinkt een soort prehistorisch gegrom en Cees Rokven zegt: "Rustig maar jongens." Cees en Patty voorzien Emile al dertien jaar van geluid en gevaarlijke beesten. Ze hebben de ontwikkeling van zijn act van nabij meegemaakt: van torren en muizen, via spinnen en slangen tot de zes alligators in de kist onder Cees' hand. Alles uit liefde voor het dier: de slangen gaan niet de koelkast in en de krokodillen worden niet speciaal gevoerd. Vanavond hebben ze nog niets gehad. Of dat niet gevaarlijk is? "Ja."
Laat Emile maar even: die maakt op de klanken van het new age-nummer Return To Innocence zijn hoofd leeg. Hij buigt door de knieën en maakt grimassen naar posters van hemzelf. Hij neemt een slok Spa blauw en spuugt die uit op de vloerbedekking. Het is even voor acht uur als ze binnenkomen, de verkopers en managers van cosmeticabedrijf Forever Living Products. Emile heeft zich niet voorbereid of verdiept in het bedrijf. Daarom gaat hij het vanavond niet hebben over verkopen maar over: jezelf. Ook verkopers vinden zichzelf meestal een leuk onderwerp.
Willen is kunnen. Toen Emile om kwart voor zeven aankwam, moest hij constateren dat de zaal te klein was. "Ze zaal moet twee keer zo groot," zei hij. Cees had de stoeltjes al klaargezet. Kan niet, zei hij. Kan wel, zei Emile. "Kan Niet ligt op het kerkhof en Wil Niet ligt ernaast." Medewerkers van het Business Center haalden een tempexwandje weg en voila: de zaal was twee keer zo groot.
Iedereen kan het. Er kunnen wonderen gebeuren, als je er maar in gelooft. Mariah Carey klinkt uit grote speakers en Emile zegt: "Luister eens naar de tekst van deze plaat." Mariah zingt een regel, Emile valt pratend in, als een dominee die God door geld heeft vervangen: "Geloof in jezelf. Geloof in je product. Geloof in de economie. Geloof in financiële rijkdom. Daar is geloof voor nodig."
Hij sleurt de zaal hardhandig langs emotionele hoogtepunten en dieptepunten. De recessie die eraan komt, zegt hij, is de ergste die we ooit hebben meegemaakt. Zelfs zo erg dat er straks misschien minder vraag naar cosmetica is. "Daar zit je dan, klanten weg, je verkoopt niks en je kunt je hypotheek niet meer betalen. Je vrouw verlaat je en je kunt het gas, licht en water niet meer betalen." Wat dan? "Dan gaat het erom positief te denken."
Na drieënhalf uur vraagt Emile: "Denken jullie dat deze mensen gek zijn?" Hij wijst op negen medewerkers van Forever Living Products die op hun rug op het podium liggen. Cees Rokven heeft net drie alligators bovenop ze gelegd. Ze blazen de verkopers in het gezicht en urineren op hun kleding. Niemand denkt dat deze mensen gek zijn. Goed zo, zegt Emile. Het is een mooi moment om nog even een van zijn maatschappelijke ideeën voor het voetlicht te brengen: "Kies voor wat je echt wilt. Als vrouw: zorgen voor je man en je kindje bijvoorbeeld." Dan is het afgelopen. Vanavond vallen er geen gewonden.
"En zo zijn we dan een beetje bezig." Het is half een en circus Ratelband gaat weer es op huis aan. Secretaresse Annette zet Albert Heijn-tassen met onverkochte boeken in de kofferbak van de Bentley en gaat zelf achterin zitten met de opbrengst van vanavond in een plastic zak – 140 keer honderd euro.
Annette wordt netjes thuisgebracht – met de Bentley achteruit een woonerf in Heteren op. In de uren die volgen eet hij iets niet zo veganistisch in de Burger King in Arnhem, zegt driehonderd keer 'tsjakka' terug tegen dronken Arnhemmers en laat zijn gezicht nog even zien in zijn discotheek 't Swingcafé aan de Korenmarkt, waar zijn zoon Rolls bedrijfsleider is. Het is drie uur geweest als het hek van zijn oprit openzwaait. Emile stapt uit en slaat het portier dicht. Zo. "Dat was weer een dag uit het leven van een warme bakker. Laat op bed en vroeg weer wakker."
Verrassing
De tuinman is er vroeg bij vandaag. Voordat hij aan het gazon begint, ruimt hij met een schepje de behoeftes op van Rottweiler Dexter, die net is uitgelaten. Het is een mooie zaterdagochtend. De rivier stroomt traag voorbij en boven het zwembad hangt een laagje mist. Verderop in de tuin staat Emile Ratelband tussen stenen boeddhabeelden. Met blote voeten in het gras doet hij thai chi-oefeningen. "Het verzamelen van de chi, zoals de Chinezen zeggen." Als je maar vier uur per nacht slaapt, kun je wel wat kosmische energie gebruiken.
In de woonkamer op de eerste verdieping klinkt muziek van Marco Borsato: dochter Georgine is wakker. Ze is 13 en woont bij haar moeder – Emiles ex-vrouw Jenny – in Brasschaat. Ze gaat tot vijf uur 's nachts uit, zeer tegen de zin van Emile. "Maar blijkbaar heb ik daar niets over te zeggen." Elders in huis ligt zijn zoon Charles nog te slapen. Hij trekt het tempo van zijn vader niet zo. "Ik geef het voorbeeld," zegt Emile. "Als ze dat niet willen volgen, kan ik er niets aan doen."
Zelf leeft hij gezond. Hij rookt niet en drinkt geen druppel, behalve liters Spa en koffie, de hele dag door. Op het balkon voor de woonkamer staat Emile op en slingert een koud geworden restje naar beneden. Dat heeft Sylvie liever niet. Maar op het toilet herinnert een gesigneerde poster van wijlen Bart de Graaff hem eraan: "Emile, schijt aan de wereld."
Het zijn de winnaars die hem uitnodigen voor een seminar. De succesvolle bedrijven. Bedrijven zoals Quote Components uit Oldenzaal, makers en distributeurs van computeronderdelen. De hele IT-markt ligt op zijn gat behalve zij, zegt Emile. Misschien omdat Quote een kleine, flexibele onderneming is met een energieke ondernemer aan het roer. Ze kunnen het werk niet aan. Als beloning mogen de medewerkers op bedrijfsuitje naar zalencentrum Groot Kievitsdal in Baarn. Daar is hen een verrassing beloofd. Die verrassing is Emile.
Emile is in een beste stemming. Sylvie zit met Bo achterin de Bentley. Ze gaan mee naar Turkije, om in Emiles spaarzame vrije uren samen leuke dingen doen. Eerst moet papa nog even optreden. Hij heeft zijn werkkleren aan – een mooi donker pak met felgekleurd gilet. Om half twee rijdt hij de parkeerplaats in Baarn op en fluit tussen zijn tanden. Let's rock 'n roll.
Wil Niet ligt op het kerkhof en Kan Niet ligt ernaast. De medewerkers van Quote Components willen niet. En dat kan niet. Temeer daar Emiles vliegtuig over twee uur gaat. Ook na drie keer vragen krijgt hij niemand zover om in een berg glasscherven te springen. Hij zet een polonaise in, waarbij een deel van de groep de zaal uit polonaiset. Hij zweet, sleurt en trekt, een klembord met zijn poster valt om en hij verspreekt zich veel vaker dan gisteren. Iemand, iemand van Koop, hij zei Quote Components, moet toch het goede voorbeeld geven? Wie, dames en heren, wie?
Omdat Emile Ratelband altijd alles voor elkaar krijgt, kan hij een uur later gerustgesteld uithijgen. Naast hem staat iemand met opgerolde broekspijpen op een stoel boven de glasscherven. De dunne enkels zijn van Eddy Krijnen, technisch directeur van Quote. Hij springt uiteindelijk, zo verklaart hij als hij de schoenen weer aan heeft, "omdat veranderingen in de top van de organisatie beginnen".
Het gíng niet moeilijker dan gisteren. Emile bijt geërgerd in een appel. "Uiteindelijk gingen ze allemaal mee." Maar ze wilden toch niet, het klembord viel om en hij versprak zich toch vaker? "Het was even werken." Maar vooruit: het is kwart over drie, nog drie kwartier de tijd. Even bellen nog met zijn Turkse simultaanvertaler en met Theo van Gogh, een van zijn weinige vrienden. Theo houdt het nog geen drie weken vol als columnist bij Harry Mens, zegt Emile. Let maar op.
Op Schiphol stuurt hij de Bentley de parkeergarage voor dure auto's in, waar hij zich tussen twee Jaguars in ontdoet van zijn doorweekte kleren. Je moet blijven veranderen, zegt hij terwijl hij zich in een mintgroen vrijetijdspak hijst. Anthony Robbins zei het dertien jaar geleden al. Hoe gaat het trouwens met Anthony Robbins? "Niet zo goed."
In Turkije is hij een held, in Scandinavië, Rusland en Portugal wordt hij er een. Nederland wil niet luisteren, althans een te groot deel ervan niet. Sommige mensen vinden hem een op hol geslagen patatbakker die niet weet wat hij doet. Dat moeten ze dan zelf maar weten. Zoals het Nederlands elftal het zelf moest weten toen het op het WK van 1990 in Italië zijn diensten weigerde voor de wedstrijd tegen Duitsland. "Toen heb ik de Duitsers toegesproken en die hebben gewonnen."