Het faillissement van de Antilliaanse luchtvaartmaatschappij Dutch Carribean Airlines (DCA) was een gevolg van ‘misdadig management’, aldus minister Leeflang van Verkeer. Een mislukte sterfhuisconstructie en corruptie blijken een hoofdrol te hebben gespeeld.
DCA werd opgericht om de activiteiten over te nemen van de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij (ALM) die in 2002 aan zijn schulden bezweek. Volgens de curatoren was daarbij echter onjuist gehandeld. De boekhouding was niet in orde en de aandelen waren niet volgestort. Er zou sprake zijn geweest van paulianeus handelen: het wegsluizen van geld en goederen in het zicht van het faillissement. Door de claims die de curatoren bij DCA neerlegde, kwam deze nieuwe luchtvaartmaatschappij nooit goed uit de startblokken. In oktober 2004 ging DCA op zijn beurt failliet.
Een centrale rol in het schandaal speelde president-directeur Mario Evertsz. Hij bedacht de constructie om ALM met zijn miljoenenschulden onder te laten gaan. Als directeur van DCA lukte het hem vervolgens niet om nieuwe investeerders te vinden. Volgens NRC Handelsblad maakte hij zich bovendien schulding aan belangenverstrengeling. De telecom- en internetactiviteiten van DCA werden ondergebracht bij Antillian Network Management, een bedrijf waarvan Evertsz zelf mede-aandeelhouder is. Evertsz’ vriend en zakenpartner Leo Rolfast kreeg ook klussen toegespeeld, en later een baan als manager vliegdienst.
Er liggen diverse claims waaronder een vordering van 17,5 miljoen euro voor salarissen en pensioenen. “De maatschappelijke schade is groot,” aldus de curatoren. De Antilliaanse minister van Verkeer Leeflang spreekt van ‘misdadig management.’ “Als ik mijn ministerie zo leidde als Mario Evertsz DCA geleid heeft, moest ik zeker allang de bak in.”
(Bron: NRC Handelsblad)