Na een lange periode zonder voorzitter heeft pensioenfonds ABP sinds begin dit jaar iemand aan het hoofd van de vergadertafel, die ook het gezicht naar buiten moet zijn. De van DNB afkomstige Henk Brouwer, mag het doen. In zijn eerste media-optreden debiteert hij zijn eerste leugen.
Het Financieele Dagblad heeft de nieuwe ABP-voorzitter als eerste voor de microfoon gesleept. Brouwer, voormalig directielid van DNB, grijpt de gelegenheid aan om de gemoederen te sussen. De pensioenopstand woedt voort. De onrust komt voort uit een afspraak in het pensioenakkoord waarin de pensioenfondsen – anders dan nu – hun toekomstige inkomsten in de boeken mogen opnemen tegen een gedroomd rendement. Door de toekomstige inkomsten hoger in te schatten, vermijden pensioenfondsen pijnlijke maatregelen, zoals het korten op de pensioenuitkeringen.
Deze boekhoudkundige oplossing is uitgedokterd door FNV-voorzitter Agnes Jongerius en haar compaan bij de werkgevers, Bernard Wientjes. En het klinkt mooi, maar de adder onder deze afspraak komt tevoorschijn als die gedroomde rendementen – tot 7 procent – niet worden gehaald. In dat geval wordt niet alleen de huidige rekening naar de toekomstige generaties door geschoven. Ook de tekorten die in de komende jaren worden opgelopen, moeten dan door diezelfde groep worden gecompenseerd.
Wat stelt Brouwer dus? Dat hij geen bonanza verwacht. Want “als je denkt dat fondsen risicovoller gaan beleggen en zich rijk gaan rekenen, onderschat je het serieuze en prudente karakter van een pensioenfonds.” (cursivering red.) Hiermee hoopt hij de angel uit het generatieconflict te trekken. Zijn boodschap is een variatie op het sleetse ‘vertrouw ons, we bedoelen het goed.’
Prudentie
Laten we Brouwer nog even het voordeel van de twijfel gunnen. Hij is tenslotte nieuw in de slangenkuil die de pensioensector is. De prudentie van de pensioenfondsbestuurders, toch de dragers van dat door Brouwer geroemde karakter, geldt hooguit de eigen achterban en diens belangen. En dat zijn niet alle deelnemers in het pensioenfonds, maar slechts een beperkte selectie. Het zijn grotendeels de 50 plussers die binnen de vakbeweging de teugels in handen hebben. Er zijn tenslotte nauwelijks jonge leden die tegenwicht tegen dit grijze machtsblok kunnen vormen. Dat verklaart ook de grote druk om maatregelen die de pensioenen duurzamer maken vooral zover mogelijk voor zich uit te schuiven. Daar heeft maar een beperkt deel van de deelnemers in een fonds profijt van. En hoe verrassend, dat is de achterban van de bonden. Toeval?
Nee, en dat komt door de bijzondere manier waarop pensioenfondsen worden bestuurd. Brouwer lijkt onvoldoende te beseffen dat hij voorzitter is van een paritair bestuur. Zijn bestuurders (in deeltijd) zijn zonder uitzondering kaderleden van de vakbonden en werkgeversorganisaties die hen afvaardigen. Die zitten in het bestuur vooral om de belangen te dienen van hun moederorganisaties. Ook als dat tegen de belangen ingaat van andere (groepen) deelnemers in het fonds. In de praktijk van vandaag zijn dat de jongeren, die worden gedupeerd door inkomsten onverantwoord hoog in te schatten.
Leugenaar of naïef?
Die prudentie die Brouwer zijn bestuurders toedicht wordt al jaren betwist door groepen die (tot nu toe) niet in het bestuur vertegenwoordigd zijn. De gepensioneerden (die geen premie betalen) en de jongeren (die geen vakbondslid zijn) zijn structureel benadeeld. De wens van de huidige bestuurders om de ruimte te krijgen om en zich rijk te rekenen en extra risico’s te nemen met het pensioenvermogen, bevestigt dat.
Iemand een leugenaar noemen is niet netjes. Onaardig ook. Misschien is Brouwer oprecht overtuigd van de prudentie van zijn bestuurders. Oké, de voorbeelden in het verleden wijzen er niet op. En ook het streven naar een boekhoudkundige oplossing van de huidige tekorten wijst daar niet op. Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Dus het is theoretisch mogelijk dat die bestuurders per heden wel prudent omgaan met de belangen van die groepen die niet lid zijn van hun club. In dat geval verdient Brouwer de kwalificatie leugenaar niet. Dan is ‘naïef’ vooralsnog accurater.
Van MT-redacteur Arjan Zweers verscheen onlangs ‘Liever Lobbyen; een genadeloze analyse van het poldermodel’, waarin hij de machtsstructuur in de Nederlandse overlegeconomie ontrafelt én op zoek gaat naar alternatieven.
Lees ook:
- Verlos ons van de polder! (over Liever Lobbyen)
- Arjan Zweers: Help de polder verzuipt
- Hans Crooijmans: Snijd in de pensioenen